Het draait allemaal om stijl. Dat vindt toch het Duitse combo DE-PHAZZ. Zelf doen ze hun uiterste best om hip te zijn in hun nieuwe cd, elegant uitgegeven en boordevol trendy tracks die schipperen tussen jazz, funk, Latino en elektronica.
De nieuwe, vierde plaat heet Daily Lama, en de verwijzing naar de Oosterse religie en de relaxerende levensfilosofie is niet vergezocht. De intro van het eerste nummer katapulteert ons meteen naar één van de inspiratiebronnen van de groep: een rustig jazzpianootje kraakt ons vanuit het vinyltijdperk tegemoet. Maar meteen breken de latin beats los en zijn we vertrokken voor een cocktail van nummers die steeds erg van elkaar verschillen, maar een gelijkaardig ambitieuze en rijke sound hebben.
De tracks zijn oorspronkelijk geschreven door artiesten waaraan producer Pit Baumgardner enkele muzikale ideeën toestuurde. Hij herbouwde de resultaten tot ze aan elkaar kleefden, en stuurde ze terug naar hun geestelijke vaders, die ze op hun beurt weer herwerkten. Zo ging het op en neer, tot beide partijen tevreden waren en het geheel van songs klonk als een in elkaar klittend, maar heterogeen album.
En dat is gelukt. Daily Lama is geen conceptplaat geworden die zich aan één muziekstijl houdt, maar invloeden bevat uit vele deelgebieden die tegenwoordig erg populair zijn, zeker in een lounge-jasje: jazzy breakbeats, mambo-ritmes en Zuid-Afrikaanse Zulu-grooves. Dat is dan precies ook de kritiek die je op het open project rond de producer kan hebben: dat hij uitgangspunten als jazz en wereldmuziek van een stevige portie glijmiddel voorziet, en zijn concept dus baseert op een erg populaire hedendaagse formule.
Maar het is allemaal wel erg mooi gedaan. Het album ligt meteen gemakkelijk in het gehoor, zonder echter eenheidsworst te zijn geworden. De aandacht die aan elk individueel nummer is gegeven, heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen: de resultaten zijn sober, maar op de juiste momenten diep uitgewerkt.
Live belooft de groep nog een stuk swingender te zijn. Al verwachten we Pit Baumgardner, in een vorig leven monteur van radioprogramma’s, zelf niet achter een instrument: "Ik ben te lui om gitaar te oefenen. Ik zie mezelf meer als een puzzelaar die stukjes muziek bij elkaar brengt in een knappe mozaïek." Wel te bewonderen zijn ondermeer de prachtige stem van Pat Appleton en de gedempte trompetrifjes van Joo Kraus, die zijn sporen al verdiende bij Jazzwork in de jaren ’70.