Het muziekwereldje is een heel veranderlijke plaats. Trends komen en gaan, de laatste jaren sneller dan ooit. Wat hebben we immers al gehad in de jaren ’90? Grunge, de zogenaamde punkrevival, drum ’n bass, de toenemende invloed van elektronica en recentelijk de nu-metal beweging, die nog niet uitgemolken is. Wie een kijkje neemt onder die trendlaag, meer bepaald door de business die uit is op snel geld, stoot op muzikanten die koppig hun eigen weg blijven gaan. Zonder dwangmatig in te spelen op de laatste hype, maar ook zonder kortzichtig een formule te volgen die wordt opgelegd door de ongeschreven regels van de subcultuur. U voelt het al aankomen: Fugazi is een van die zeldzame bands.
Fugazi werd in 1987 opgericht in Washington DC, een stad met een vruchtbare punkunderground. De bandleden hadden toen hun sporen al verdiend in invloedrijke punkbands als Rites of spring en Minor Threat. Intussen zijn we veertien jaar en een aanzienlijke discografie verder. De releases van het Amerikaanse viertal, steevast op het eigen Dischord label, hebben elk een eigen geluid. Vooral sinds Red Medicine uit 1995 werd het groepsgeluid meer en meer vermengd met allerhande nieuwe elementen. Soms geslaagd, soms niet echt beluisterbaar, maar het bleef in elk geval boeiend om te horen hoe de band zich verder ontwikkelde.
Met het nieuwe album The Argument lijkt de experimenteerdrift van de voorbije jaren zijn vruchten afgeworpen te hebben. Het is een zeer gevarieerd werkstuk, gaande van zowel hard naar zacht als van grimmig naar enthousiast. Er wordt sterk geopend met "Cashout", met als ruggengraat het sobere maar effectieve drumwerk van Brendan Carthy. Vervolgens wordt danig van leer getrokken met twee sublieme songs: het melodieuze maar vinnige "Full disclosure" en de energieontlading van "Epic problem", waar stevig op de gitaren wordt geragd en Ian MacKaye zijn mond eens goed openzet. Met "Life and limb" wordt wat gas teruggenomen om ruimte te laten voor de expressieve zang van Guy Picciotto, aangevuld met een bevallige, hese vrouwenstem.
"The kill" is de meest verrassende en misschien ook wel een van de sterkste songs van het album. Indringend, haast dubby baswerk van Joe Lally gecombineerd met een zweverige, slome atmosfeer. Ook op de tweede helft van de plaat blijft het feestje voortduren. "Strangelight" bijvoorbeeld: een ware melodieorgie van stevige gitaren, strijkers en piano. "Elliot Smit," zo riep onze chef strips na het horen van dit nummer, "Of Ex-spectator," met dat moeilijk te verwoorden gebalde vuisten-gevoel. Het combo zet de titelsong rustig in, om dan met een krachtige eindfinale het album af te sluiten.
De conclusie ligt voor de hand: The Argument van begin tot einde. Een aanrader in de overtreffende trap dus en zeker niet allen voor de Fugazifan. Een extra argument voor de aanschaf is bovendien, trouw aan de punkprincipes van de band, de zeer democratische prijs voor zowel cd als vinyl.