Return of the Jedi, The Godfather III, Back to the Future III, er is iets met derde afleveringen in een reeks dat hen niet altijd tot de beste episodes maakt. Ook Danza del Piri-Piri, het derde album van Comité Hypnotisé, ontsnapt er niet aan, maar heeft gelukkig nog veel eigen verdiensten.
Het nieuwe is er ondertussen af, maar Comité Hypnotisé valt voorlopig nog niet in herhaling. Nadat we op album één en twee spaced out versies kregen van respectievelijk zompige Jamaicaanse dub en Midden-Oosterse fluitmuziek, voert Tim Vanhamel ons dit keer nog verder richting het Oosten en trekt daarbij volop de kaart van straight up hiphopbeats en -breaks: Danza del Piri-Piri is een plaat geworden van drumpatronen à gogo. Elf nummers lang krijgen ze de hoofdrol toebedeeld in dit van ritme overborrelende werk. Ze roffelen en schuifelen, starten en stoppen en starten opnieuw, terwijl de cimbalen snedige sneren te verwerken krijgen – luister hoe op “Hail The Boom Boom” de hi hats heftig tekeergaan om de koorzangen van heidense hymnen te ondersteunen.
En het is dat laatste dat dit album vintage Comité Hypnotisé maakt: de chaotische waanzin zoals die over elke basisbeat in microdoses wordt gedrapeerd. Dit album en bij uitbreiding Comité Hypnotisé blijven tot nader order zorgen voor een prettige ontregeling van de banale dagelijkse realiteit – net zoals een misplaatst lolletje in een doorgaans saaie omgeving als een ministerkabinet het journaal kan transformeren tot een licht absurdistisch rariteitenkabinet. Het orgel maakt “Aquarium Breakout” en “Ghoul Theme” wiebeliger dan een cakewalk op de kermis en in “Hoop Rollin’” gaat datzelfde instrument te keer als een derwisj, draaierig zoals wij na een laatste rondje. Kan de besten overkomen. “Exit Twerp” is zowel flamencogitaar als militaire fanfare in één voordeelverpakking. Op “Blind Ear Boogie” laat de nachtboot zijn misthoorn luid galmen, alleen zet hij deze keer niet koers richting Caïro, wel richting onontgonnen terrein – en DJ Shadow staat alvast mee achter het roer, of zo klinkt het althans.
Zo dwaalt onze geest ook bij andere nummers af naar andere artiesten die we hoog hebben zitten. “Woodchopper” is funky als een Beastie Boys-instrumentaaltje ten tijde van “Ill Communication” (en daarom niet te versmaden), terwijl “Battle Of The Sauces” naar Jackie Mittoo neigt – toch nog een reggae-link dus.
Dat klinkt allemaal verdiend positief, maar de eerlijkheid gebiedt ons ook aan te stippen dat Danza del Piri-Piri voorlopig het minste is van de drie platen. Net zoals de vorige twee afleveringen heeft ook dit album peper in zijn gat: het doet dansen op een manier alsof het jeukt waar je niet wil. Het heeft bakken swag, de boogiebusiness is als vanouds in full force én het is uiteraard wel lachen, maar erg diep graaft het allemaal niet. Hoeft dat dan? Uiteraard niet, maar je kan je wel afvragen hoe vaak je dit in de toekomst nog zal opzetten. Parkeer dat onder zorgen voor later.