Toen Christopher McQuarrie in 2015 de Mission Impossible-franchise overnam na een beduidend minder vierde deel (geregisseerd door Brad Bird), leek dat aanvankelijk geen goede zet, want Rogue Nation deed de vrees alleen maar toenemen dat de reeks in eindeloze herhaling begon te vallen. Met Fallout werd er echter plots een tweede adem gevonden, mede dankzij het feit dat er nu bewust werd gespeeld met de lange geschiedenis van de films én omdat het visuele spektakel besloot om de registers verder open te trekken zonder nog veel bekommerd te zijn om geloofwaardigheid of verisimilitude.
Al die kwaliteiten zijn opnieuw aanwezig in Dead Reckoning Part One (uiteraard het eerste deel van een bewust opgezet dubbelluik), dat op inventieve wijze teruggrijpt naar het origineel van Brian De Palma uit 1996 en dat niet alleen inzake personages en situaties, maar ook in het brengen van een variant op de scène in Praag waarmee de avonturen van Tom Cruise als Ethan Hunt geïnitieerd werden.
De plotmechaniek is ditmaal opgezet rond een Artificiële Intelligentie die zich tijdens de ouverture tegen een Russische onderzeeër keert, een bewustzijn lijkt te hebben gekregen en de hele digitale wereldrealiteit bedreigt. De sleutel die de originele behuizing kan openen van wat ondertussen “The Entity” genoemd wordt, is het object waar de geheime diensten van de hele wereld naar op zoek zijn, en uiteraard raken Hunt en zijn vaste team betrokken bij het onontwarbare kluwen aan duistere operaties dat wordt opgezet rond de felbegeerde sleutel.
Zoals in deel zes het script al lang geen poging meer deed om aan de kijker te vragen dit alles ook nog maar een moment serieus te nemen en integendeel inzette op het tot in het absurde doortrekken van de door de franchise zelf opgestelde tradities, zo is ook de toon van Dead Reckoning Part One verrassend luchtig. Een eerste ingewikkelde actie op een luchthaven wordt bewust dermate op de spits gedreven dat de hoogtechnologische spionage een gewild komisch kantje krijgt, en hetzelfde geldt voor een vergadering halverwege die alle partijen samenbrengt en enkel lijkt te bestaan om de makers de kans te geven de draak te steken met eigen jargon en filmstructuur.
Al die wervelende en meeslepende onzin wordt met veel brio gedragen door de vertrouwde cast, aangevuld met een paar nieuwkomers. Hayley Atwell – bekend uit een reeks Marvel-films – is degelijk als een dievegge die tegen wil en dank met Hunt moet optrekken, maar de grote revelatie is Pom Klementieff (Mantis in de Guardians Of The Galaxy-reeks) als een huurmoordenares die naar de naam Paris luistert.
Christopher McQuarrie van zijn kant is zeker even goed op dreef als in de voorganger en brengt de actie vooral efficiënt in beeld zonder al te veel barokke uitschieters. Zijn keuze voor een relatief nieuwe fotografieleider – Fraser Taggart werkte tot nog toe vooral als assistent en heeft als DP slechts twee langspelers op het eigen actief – was gewaagd, maar blijkt wel resultaat op te leveren: een aantal momenten hier zijn zeker met de nodige zorg vormgegeven.