De ‘juniper berry’ (of jeneverbes) is voor gin wat druiven zijn voor wijn. Ze vormen het kerningrediënt van de drank en geven gin een karakteristieke smaak. Zo is het ook de acteerprestatie van Charlotte Rampling die Juniper een innemende film maakt die met een zwart komisch randje zowel zoet als wrang nasmaakt bij de kijker. De Nieuw-Zeelandse regisseur Matthew J. Saville brengt met zijn schrijf- en regiedebuut een verhaal dat niet steunt op verrassingen, maar wel op de diepgaande uitwerking van de complexe relatie tussen een stervende grootmoeder en haar kleinzoon.
Juniper toont hoe een onrustige tienerjongen voor het eerst zijn aan alcohol verslaafde grootmoeder, Ruth, leert kennen wanneer ze bij hen komt logeren om haar gebroken been te genezen. Zijn melancholische gevoelens, gevoed door tienerangst en het verlies van zijn moeder, ebben beetje bij beetje weg terwijl hij leert omgaan met zijn veeleisende en grofgebekte oma. De film wordt gedragen door de nauwkeurig geschreven dialogen tussen Ruth en Sam, vertolkt door George Ferrier in zijn langspeeldebuut. Beide acteurs weten de blik van de camera vast te grijpen en complexe emoties in een enkele uitdrukking te omvatten.
Saville houdt zijn film bewust sober en wijkt af van ingewikkelde verhaallijnen of flitsende cameratechnieken. In de plaats daarvan koos hij ervoor om doorheen de film op enkele elementen te focussen, zoals de kille, schaduwrijke kamers in het grote huis, de innemende blik van Ruth die vaak centraal in beeld gebracht wordt of het geluid van de bel die door merg en been gaat telkens Ruth iets nodig heeft van Sam of haar verpleegster, Sarah (Edith Poor).
Films uit Nieuw-Zeeland staan bekend om de grandioze landschappen van het eiland die als thematisch element gebruikt worden. Ook in Juniper komen de uitgestrekte groene heuvels in de omgeving van het huis regelmatig in beeld. Ze representeren rust en kalmte, maar ook het beklemmende gevoel van slechts een klein individu in een grote wereld te zijn – een gevoel waardoor veel mensen, en ook Ruth, overweldigd worden tegen het einde van hun levensjaren. Deze tegenstelling leeft ook in het hoofdpersonage. Ruth lijkt onoverwinnelijk en kwetsbaar tegelijkertijd wanneer ze haar in haar rolstoel op de hoogste heuvel zetten. Zo staan haar belevenissen als oorlogscorrespondent en wilde verhalen als ongetrouwde vrouw, loodrecht op haar huidige tengere toestand.
Juniper dwingt je verder te kijken dan wat er zich aan de oppervlakte bevindt. Ruth mag dan wel geen lief omaatje zijn, haar brutale opmerkingen en agressieve opstoten weerhouden je er niet van om nieuwsgierig te zijn naar haar leven en met haar mee te voelen. Impliciet lijken haar alcoholisme en asociaal karakter voort te komen uit een vorm van PTSD die ze opliep tijdens haar carrière. Daartegenover ziet Sam eruit als een knappe, zorgeloze tiener. Zijn gevoelens en worstelingen zijn echter heel herkenbaar en nemen je mee op een rollercoaster van angst, verdriet en jeugdig plezier. Ook de setting van de film wordt naadloos verweven in het verhaal, zo toont die niet enkel de Nieuw-Zeelandse landschappen maar ook bijvoorbeeld een traditionele dans uitgevoerd door enkele vrienden van Sam. Toch is er nog tal van ruimte voor verbetering en verraden onder andere de gekunstelde conversaties tussen Sam en zijn vader dat het om een regiedebuut gaat.
Zoals de manier waarop Ruth haar gin drinkt, uit een grote glazen kan half en half gevuld met gin en water met een paar schijfjes citroen, gaat Matthew J. Saville op zoek naar de perfecte balans tussen tragedie en humor. Dit resulteert in een pakkend drama met een wrange komische toets. Maar net zoals Ruth, die het meteen proeft wanneer haar gin met te veel water aangelengd werd, merk je als kijker dat die balans nog niet helemaal gevonden werd en dat Saville misschien te hard steunt op het indrukwekkende acteertalent van zijn hoofdrolspeelster.