De Russische cineast Kirill Serebrennikov – bekend van Petrov’s Flu – kreeg omwille van zijn openlijk geuite kritiek op de regering van Vladimir Poetin en het feit dat hij in verdenking werd gesteld voor fraude, een reisverbod van meerdere jaren opgelegd dat in 2022 werd opgeheven. Serebrennikov komt nu op de proppen met een zwaarwegende biopic die speelt in de late negentiende eeuw en handelt over een vrouw wiens onbeantwoorde liefde verandert in een obsessie.
Emotionele instabiliteit, zelfvernedering en bedrog: het zijn adjectieven die je doorgaans niet automatisch koppelt aan een keurig historisch drama – maar Tchaikovsky’s Wife wijkt dan ook af van deze gebruikelijke vorm en is bepaald geen stoffige geschiedenisles. Al kon de film, die vorig jaar deel uitmaakte van de officiële competitie in Cannes, zelfs aan de Croisette op weinig bijval rekenen.
Zoals de titel reeds weggeeft, is niet Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (Odin Lund Biron), de wereldvermaarde componist van De notenkraker en Het zwanenmeer, de sleutelfiguur uit Tchaikovsky’s Wife. Die centrale rol wordt toebedeeld aan zijn naïeve echtgenote Antonina Miliukova, een aristocrate die langzaam de pedalen verliest wanneer alles erop wijst dat haar man er verdoken homoseksuele contacten op nahoudt. Ken Russell bewerkte hetzelfde verhaal reeds in 1971 in het flamboyante The Music Lovers waarin Glenda Jackson gestalte gaf aan het personage dat hier op verbazingwekkende wijze wordt ingevuld door Alyona Mikhailova, een opkomend talent uit de Russische cinema dat reeds enkele jaren vlijtig aan haar carrière timmert.
Tchaikovsky’s Wife vangt aan met het overlijden van Tchaikovsky, in Sint-Petersburg, anno 1893. Het moment waarop zijn weduwe zich door een rouwende menigte begeeft (bekeken vanuit een hoog camerastandpunt), levert een mooi beeld op bij de presentatie van de filmtitel – waarna de prent vervolgens terugflitst naar het jaar 1872.
Daar volgen we Antonina vanaf het ogenblik dat ze wenst toe te treden tot het conservatorium, en zijn we getuige van haar ontmoeting met Tchaikovsky – wanneer ze helemaal in de ban raakt van de verwaande componist en hem prompt het voorstel doet om met haar te trouwen. Aanvankelijk houdt hij de boot nog af, maar tot Antonina’s verbijstering gaat het muzikale genie uiteindelijk toch door de knieën omdat hij in deze verbintenis een manier ziet om uit de financiële problemen te geraken, alsook de geruchten die over hem verspreid worden (aangaande zijn ware geaardheid) de kop in te drukken. Het is echter een huwelijk dat bij voorbaat al gedoemd is om te mislukken, nog voor het goed en wel begon.
Tijdens de ruim tweeënhalf uur durende film neemt de camera Antonina quasi onophoudelijk in het vizier. Sommige critici menen in de beeldregie van Serebrennikov (een dissident die zijn reputatie onder meer vestigde met theaterwerk en opera) echo’s van Aleksandr Sokurov’s huzarenstukje Russian Ark te ontwaren. Dat is wat veel eer voor een film die zijn ambities niet over de volledige lijn kan waarmaken. De echte ster van Tchaikovsky’s Wife is de oogstrelende fotografie van Vladislav Opelyants (let maar eens op de manier waarop hij gebruik maakt van natuurlijke lichtbronnen), die de actie weet te vatten in kunstig geënsceneerde taferelen vol vloeiende camerabewegingen.