Zoals elk jaar ben ik meer recensies van een televisiereeks begonnen dan ik er heb afgerond (te veel platen vroegen mijn aandacht, mijneer, mevrouw), maar besproken of niet: er is hier weer veel over het scherm gepasseerd. Van post-pandemische cultuurlofzang over futuristische dystopie tot pure fantasie en alles daartussen: niets gebinged, alles netjes één uurtje per avond uitgekeken.
- Station Eleven
We zijn er de afgelopen jaren samen door gegaan, dus komaan, we kunnen dit: een serie over een pandemie dus, en vooral de nasleep daarvan. Station Eleven was die zeldzame mix van traan en lach, pijn en warmte. Ja, er ging veel verloren, maar we leven nog, en dus maken we er het beste van. En dat we daarbij kunst nodig hebben. Want zonder is overleven onvoldoende.
2. The Handmaid’s Tale (seizoen 5)
Het regime in Gilead is nog altijd niet omvergeworpen, dus The Handmaid’s Tale blijft doorgaan. En dat is maar goed ook, want dit zou wel eens een van de beste seizoenen van de serie kunnen zijn. Hoe complex kun je personages maken? Hoe genuanceerd kun je een wraakplot houden? De makers bewijzen de personages die Margaret Atwood bijna veertig jaar geleden bedacht, alle eer.
3. Babylon Berlin (seizoen 4)
Deel vier van deze policier die zijn verhalen vooral gebruikt als excuus om te vertellen hoe het Berlijn van de jaren twintig wel tot een Nazi-overname moest leiden. Het acteerwerk is nog steeds om van te smullen, de art nouveau prachtig, en de plot razend spannend. Ganz toll!
4. The Sandman (seizoen 1)
Visueel en intellectueel indrukwekkend werkstuk, maar ergens bleef het toch te veel cerebrale spielerei, en misten we emotionele lading om echt begeesterd te worden.
5. Kärlek & Anarki (seizoen 2)
Kleine comedyreeks uit Zweden die in zijn tweede seizoen meer en meer hart begon te krijgen. De charmante plagerijen tussen Alex en Sophie maken plaats voor meer drama, en dat gaf Kärlek & Anarki een mooie gevoeligheid.
6. Trainwreck
Drie afleveringen gefascineerd zitten kijken naar de aftakeling van de mensheid. En daar was niet veel meer voor nodig dan een hoop pratende hoofden en wat archiefmateriaal.
7. Borgen: Power & Glory
Ze is minder sympathiek dan tien jaar geleden, klampt zich een beetje te hard vast aan de macht, maar net dat maakt Brigitte Nyborg ergens ook interessanter dan toen. Dat de plot rond het Groenlandse onafhankelijkheidsstreven draaide, maakte het allemaal nog boeiender. Deze toevoeging aan de drie eerdere seizoenen was een blij weerzien.
8. The Umbrella Academy (seizoen 3)
Meer nog dan in zijn vorige seizoenen omarmde The Umbrella Academy in dit derde de ‘utter silliness’ van zijn hele premisse. De ‘grandfather paradox’ rond tijdrijzen wordt al in de eerste aflevering met een grijnslach uitgelegd, wat volgt is nooit helemaal ernstig te nemen, maar oh zo entertainend.
9. Lord Of The Rings: The Rings Of Power / House Of The Dragon (seizoen 1)
De elfen zijn nog steeds irritant perfecte wezens, de dwergen loveable Schotten in zakformaat, en de hobbits – sorry, harfoots – zijn het hart en de ziel van een show wiens visuele identiteit nog altijd tegelijk verbluffend en te afgelikt is. Aan de andere kant hadden we families die elkaar evenveel haten als in het originele Game Of Thrones, maar deze keer was er nog meer incest. Beide series hadden hun verdienste, maar konden nooit verhullen dat ze ‘slechts’ spin-offs waren van betere werken. Wie het beste kan groeien? Ach, ik kijk van beide net zo goed naar het tweede seizoen. We zien wel.
10. Stranger Things (seizoen 4)
Gewoon, omdat Eleven, Mike, Dustin, Steven, Nancy etc. ondertussen huisvrienden zijn geworden. De afleveringen sleepten soms wat aan, de vele plotlijnen waren wat van het goeie te veel, maar jongens, we hebben ons flink geamuseerd. En af en toe gebibberd. En dat was genoeg.
Ontgoocheling van het jaar: Pistol. Omdat punk ook een punkreeks verdiende, niet de gekuiste versie.