Met Atan van Kea duikt Judith Van Istendael de geschiedenis in. Haar nieuwe werk vormt een fascinerende kruising tussen historische vertelling en een persoonlijk relaas.
Is het een historische strip of niet? Die vraag dient zich onwillekeurig aan bij het openslaan van Atan van Kea. Niet dat het er écht toe doet, natuurlijk, maar het is nu eenmaal de aard van het beestje om dingen te willen labelen. Wel, Atan is geen Alex, zoveel is duidelijk. Hoewel Van Istendael haar verhaal situeert in de Cycladische beschaving, die tussen 3.000 en 2.000 voor Christus in Griekenland terug te vinden was, hoedt ze zich ervoor een geschiedenisles op te dreunen. Je krijgt als lezer wat context mee, daar leer je zoveel of zo weinig mee bij als je zelf wilt.
Het verhaal draait immers in de eerste plaats rond Atan, een jonge dromer, die graag in de weer is met klei, waarvan hij beeldjes maakt. Dat brengt natuurlijk geen voedsel op tafel. Maar zijn talent wordt erkend door een oude wijze dame in de gemeenschap, die voorstelt hem naar Naxos te sturen, waar hij zijn talent kan ontplooien. Van klei gaat het naar steen, onder een stralend blauwe hemel.
Je ziet hoe Atan groeit als artiest, met alle onzekerheden die daarbij komen kijken. En als mens. Je kan niet van werk alleen leven, er moet ook gefeest en gedronken worden, de liefde moet verkend. En met die groei zitten we bij de kern van Atan van Kea. Vanistendael heeft een coming of age-verhaal getekend, om eens een beladen begrip van stal te halen. We zien een jongeman tijdens een cruciaal jaar in zijn leven. Dat zich dat duizenden jaren geleden afspeelt, doet er eigenlijk niet zoveel toe. Er zijn altijd Atans geweest en het moet al heel erg gek lopen als er niet altijd Atans zullen zijn.
Vanistendael brengt het verhaal bovendien op een heel speelse, bijna vrijblijvende manier. De tekeningen zweven over het blad, de lijnen geven net zo’n levenslustige indruk als het hoofdpersonage. De kunst die in de Cycladen geproduceerd werd, vormt daarbij een schakel tussen fictie en realiteit. Voor Vanistendael betekent het boek een fascinerende stap in haar oeuvre. Atan van Kea voelt luchtig, maar wanneer het boek ten einde is, ben je desalniettemin onder de indruk van het verhaal. Knap werk.