Een jaar nadat Michel Franco ons de harde, maar inhoudelijk fletse thriller Nuevo Orden voorschotelde, keert de Mexicaan terug met een iets subtielere film. Voor Sundown deed de regisseur een tweede maal beroep op de ervaren Tim Roth, die deze korte, maar krachtige karakterstudie met een minimum aan woorden weet te dragen.
Neil Bennett (Roth) verblijft luxueus in Acapulco met zijn zus Alice (Charlotte Gainsbourg) en haar twee kinderen. Iedereen heeft het naar zijn zin, behalve Neil, wiens afwezige blik in het openingsshot lijkt te verraden dat hij liever elders zou zijn. Dan komt er een telefoontje van het thuisfront met de melding dat hun moeder overleden is. Alice wil zo snel mogelijk terug naar Londen om alle formaliteiten te regelen en afscheid te nemen, maar eens aangekomen op de luchthaven is Neil – opzettelijk, zo blijkt – zijn paspoort kwijtgeraakt waardoor hij zijn verblijf in Mexico moet verlengen. Het luxeresort ruimt plaats voor een aftandse logeerplek aan een veel drukker strand, en terwijl Alice op weg naar huis is, zit Neil al met de voetjes in het water volledige emmers bier naar binnen kappen.
Of Neil een sociopaat is of simpelweg een existentiële crisis doormaakt, is aanvankelijk giswerk, maar helemaal aan het einde komt Franco – ietwat onnodig – wel met een mogelijke verklaring. Roth speelt dat personage met ingetogen kracht en laat de kijker constant in het ongewisse over wie hij nu eigenlijk is. Hij slentert in een roes van alcohol van het strand naar de nachtwinkel voor een laatste biertje, lijkt nauwelijks aangedaan als blijkt dat zijn spullen uit zijn kamer gestolen werden en bergt zijn smartphone op in het nachtkastje omdat hij even genoeg heeft van Alice haar onophoudelijke oproepen en berichtjes. Het maakt hem niet sympathiek, maar hij is anderzijds ook niet door en door slecht. Bovendien horen we hem even later tegen zijn vakantielief Berenice (Iazua Larios) bevestigen hoe veel hij van zijn familie houdt, en dat klinkt dan ook niet geveinsd. Neil is als een kruising tussen “The Dude” uit The Big Lebowski en het personage van Meuresault uit Albert Camus’ boek L’Etranger (The Outsider). Ook die laatste had immers het leven gereduceerd tot iets volstrekt banaal nadat zijn moeder was overleden en ging zich steeds vreemder gedragen.
De Belg Yves Cape levert opnieuw prachtig werk met eenvoudige, maar sfeervolle fotografie. Het contrast tussen overbelichte strandscènes en de eerder onderbelichte binnen- en avondscènes capteren perfect de dualiteit van de Mexicaanse badplaats: relaxed en gastvrij, maar met een criminele onderbuik waarin het oppassen geblazen is voordat je iemand zomaar vertrouwt. Ook creëren de observerende ‘long shots’ een uiterst afstandelijke sfeer die bij het karakter van het hoofdpersonage passen, en het feit dat hierbij de camera vaak op een vast punt blijft staan, versterkt de ongemakkelijke situaties die we moeten aanschouwen.
Het is dan weer niet zo verrassend dat de regisseur opnieuw zijn gekende nihilistisch kantje laat zien in de vorm van enkele bloederige aanslagen. Die compromisloze inkijk in de gewelddadige gevolgen van het sociale en economische klimaat in Mexico keren vaak terug in het werk van Franco – en toegegeven – de manier waarop hij het hier inpast in zijn narratieve structuur voelt minder wrang aan als in Nuevo Orden. Anderzijds voel je wel dat deze scènes het mysterieuze ritme van de prent (zeker omdat de eindaftiteling na een uur en een kwart over het scherm rolt) onnodig een beetje onderuit halen. “Some men just want to watch the world burn”, zei Michael Caine in The Dark Knight. Dat geldt misschien ook wel een beetje voor Michel Franco.