Het jaar was 1984 en eind maart kwam een luchtige avonturenfilm in de zalen over een schrijfster van flutromannetjes die zelf verzeild raakt in het soort exotisch avontuur waar ze eigenlijk alleen over droomt in haar veilige New Yorkse woning. Iedereen zag de film als een aperitiefje bij het toen nakende Indiana Jones and the Temple of Doom, maar Romancing the Stone met Kathleen Turner en Michael Douglas bleek niet alleen amusant en degelijk vakwerk, maar werd ook een hit en kende al snel een vervolg. The Lost City met Sandra Bullock en Channing Tatum, maakt er geen geheim van dat Romancing the Stone een inspiratie vormde (valt ook moeilijk te ontkennen) maar toont vooral hoe hetzelfde gegeven in de juiste handen goede cinema oplevert en in de verkeerde handen absolute banaliteit.
Sommige Amerikaanse critici hadden het onbegrijpelijkerwijze over een film in de grote traditie van Romancing the Stone en Raiders of the Lost Ark. Die laatste krijgt een knipoog in de openingsscène en in een flauwe achtervolging, terwijl The Lost City dan weer opent met een moment dat nagenoeg identiek is aan de tegenhanger uit 1984. Daarin verliest een schrijfster zich opnieuw in de fantasiewereld van haar eigen boeken. Ook de rest van de plot is een schaamteloze kopie van de film van Robert Zemeckis en dat wordt gevierd met een eindeloze reeks verwijzingen: van een affiche met de tekst ‘romancing the page’ tot grapjes over de katten die het appartement van Turner bevolkten in 1984 en zelfs een knipoog naar de ‘the little mule’ waarin Turner en Douglas op een bepaald moment aan het gevaar ontsnapten.
Helaas zijn Sandra Bullock en Channing Tatum géén Kathleen Turner en Michael Douglas en is Daniel Radcliffe als de schurk van dienst géén Danny DeVito. De chemie tussen de hoofdrolspelers is onbestaande en de dialogen om van te huilen. Het script van Romancing the Stone was geen Schopenhauer, maar het gebekvecht hier en de obligate grapjes over ‘social media’ zijn ronduit vervelend. Wanneer de film halverwege ook begint zelfbewust te doen over het respecteren van ‘woke’ thema’s (‘I’m a woman, I can’t mansplain this to you’) wordt het allemaal een beetje beschamend. The Lost City heeft absoluut de komische finesse niet om met dit soort grapjes weg te komen.
Het ergst van alles is dat dit een avonturenprent zou moeten zijn: verborgen schatten, gevaarlijke jungles en rechtlijnige schurken. Alleen levert dat allemaal niet de minste magie op en slaagt het duo achter de camera – de broers Aaron en Adam Nee – er warempel niet in om ook maar een enkele amusante actiescène op het scherm te toveren. Voor een film met dergelijk opzet is de actie trouwens opvallend schaars gedoseerd, wat wil zeggen dat de rest van de tijd gespendeerd wordt aan de zoutloze gesprekken en een romantische insteek die in de verste verte niet werkt.
De overdreven gladde, digitale fotografie zorgt er bovendien voor dat het er allemaal ook nog eens foeilelijk uitziet en bezit even weinig persoonlijkheid als de rest van dit verwaarloosbare onding.