In 2019 sloot Brusselaar Fabrice Du Welz zijn geslaagde Ardennen-trilogie (die begon met het inmiddels tot cultstatus verheven Calvaire) af met de coming-of-age thriller Adoration. Daarvoor had de regisseur, zij het met wisselend succes, met Vinyan, Colt 45 en Message From The King al enkele buitenlandse avonturen ondernomen in respectievelijk Thailand, Frankrijk en de Verenigde Staten. Maar kijk, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en met Inexorable keert hij terug naar de vertrouwde, met bossen bezaaide heuvels in het Zuid-Oosten van ons land.
Laurent (Benoît Poelvoorde) kruipt in de huid van schrijver Marcel Bellmer die jaren na de uitgave van zijn eerste boek Inexorable opnieuw inspiratie hoopt te vinden in het enorme landhuis dat hij erfde van zijn schoonvader, tevens de uitgever van zijn werk. Als de hond van het gezin ervandoor gaat en plots teruggebracht wordt door de ouderloze en dolende Gloria, is dat reden genoeg haar onderdak te bieden, tot grote vreugde van dochter Lucie (Janaïna Halloy) die in haar de grote zus ziet die ze altijd al wilde. Gloria, met ijzingwekkende doeltreffendheid gespeeld door Alba Gaïa Bellugi, is daar echter niet per toeval en probeert bewust het gezin te infiltreren, wat natuurlijk doet denken aan het fel bejubelde Oscar-prijzenbeest Parasite (ook hier wordt de dienstmeid vakkundig op non-actief gezet in het voordeel van de indringer). Eens de kaarten geschud zijn en Gloria een dubbele agenda steeds moeilijker kan verbergen, lijkt er ook geen weg terug uit de tragedie die eigenlijk al vanaf het begin van de film om de hoek loerde. De gehanteerde beeldtaal is immers trouw aan de clichés van het genre, zoals de wagen van het gezin die vanuit vogelperspectief gevolgd wordt als die zich langzaam doorheen de bossen kronkelt op weg naar hun nieuwe thuis. De eindbestemming van dat soort autoritjes is zelden een oord van vrede en rust, ook al doen het riante huis en de natuurpracht anders vermoeden, dat wist ook Stanley Kubrick al met The Shining. De Ardennen zijn dus ook deze keer een belangrijk onderdeel van de sfeerzetting: adembenemend mooi maar tegelijkertijd gaat er een zekere dreiging uit van de desolate en dichtbegroeide bossen die het gezin lijken te isoleren van de bewoonde wereld.
Du Welz is bijzonder effectief in het traag opbouwen van spanning en voorziet zijn film van de vertrouwde injecties van ‘off-beat’ momentjes waaronder een bedenkelijke seksscène, uitbarstingen van zelfverminking en – ietwat luchtiger van aard – het anarchistisch muzikaal nummertje van de dochter des huizes tijdens een tuinfeest. Het is dat soort scènes die Inexorable, ondanks het geflirt met de conventies, toch weten te voorzien van een zekere onvoorspelbaarheid en daardoor weet te verheffen boven de standaard thriller. Wankele, menselijke relaties gevoed door manipulatie en ziekelijke obsessie zijn een vaak terugkerend gegeven in het werk van Du Welz, en de grote kracht van Inexorable schuilt dan ook in de noodlottige naïviteit van de personages. Zowel Marcel als Gloria denken dat ze de situatie meester zijn, of die op z’n minst kunnen veranderen tot iets minder erg. Wij weten natuurlijk wel beter.
Manuel Dacosse, na Alleluia en Adorable voor een derde keer achter de camera, weet dit alles ook knap te verpakken door idyllische tableaus in natuurlijk omgevingslicht af te wisselen met desoriënterende bewegingen en intensief gebruik van roodfilters (een terugkerend element in Du Welz’ werk) voor die momenten waarin situaties dreigen te escaleren, dit alles volledig gedraaid met analoge film wat wederom een mooie beeldkorrel oplevert. Misschien missen we ergens de eigenzinnige en surreële insteek die we zagen in Calvaire, Vinyan of Alleluia maar desondanks heeft Du Welz een eigen stem gevonden met als resultaat een heerlijk broeierige en knap gemaakte genrefilm om toe te voegen aan zijn CV.