Twee platen lang lachte het succes hen toe, maar met de derde ging het mis: beautifulgarbage ging kopje onder, en Garbage tegen het canvas. Daar hadden twee torens mee te maken, die per se tegen de vlakte moesten, maar ook intern was de band leeg gevochten tegen een label dat hen niet begreep. Twintig jaar later brengen Manson en co ook dit album toch opnieuw uit. Omdat het nooit te laat is voor een rechtzetting. Maar wat was er precies gebeurd?
Eigenlijk zou Garbage gewoon wat extra nummers opnemen voor een verzamelaar vol B-kantjes. Na miljoenen verkochte exemplaren van hun debuut en opvolger Version 2.0 leek dat een goeie stoplap, redeneerde hun label Almo Sounds, dat net op dat moment verkocht werd aan het grote Universal. Het idee werd in de koelkast gestopt. “Dan maken we gewoon ons derde album”, schokschouderde een band die nooit echt opkeek van de dingen. “Silence Is Golden” en “Til The Day That I Die” hadden ze al, er zouden nog wel wat songs volgen. Kwam goed.
De band was op zijn gemak. “Met Version 2.0 hadden we onszelf bewezen. Getoond dat we niet gewoon wat geluk hadden gehad met ons debuut”, zei producer-drummer Butch Vig destijds in een online-interview. “We dachten nu dat we er wel even zouden zijn, en dat nam heel veel druk weg die we bij die tweede plaat wel hadden gevoeld. Voordien waren we vaak meer aan het zoeken hoe we die songs van ons eerste album moesten spelen, nu waren we een goeie liveband geworden. We hadden geleerd hoe we er plezier in vonden en we konden van onze optredens feesten maken voor het publiek. ”
En dus ging Garbage aan de slag met diverse invloeden. Het was het 2001 van The Neptunes, Timbaland en Missy Elliot, natuurlijk sloop er hiphop in het geluid. Maar ook oudere muziek – dit was uiteindelijk een band van muzikanten die al meeging sinds de vroege jaren tachtig – vond zijn weg naar de nieuwe plaat. Prince, The Rolling Stones, girl groups uit de jaren zestig en hun producer Phil Spector; je hoorde het allemaal terug op beautifulgarbage.
“Het enige plan was dat we deze keer anders wilden klinken”, wist gitarist Duke Erikson in 2002 te vertellen aan Sound On Sound. “We wilden wat dingetjes proberen. Meer visie was er niet: we stonden open voor wat er gebeurde en jamden wat. Na twintig maanden touren met Version 2.0 zagen we dat wel zitten; gewoon de chemie van de optredens vasthouden. Zo namen we ook “Shut Your Mouth” op. We speelden drie uur lang en Shirley zong spontaan wat in haar opkwam.”
Het hotel uit The Shining
De Shirley in kwestie was nog altijd Shirley Manson. En die hield tijdens de opnames een wekelijkse blog blij over de werkzaamheden. Dat was nieuw in 2001. Ondertussen ging ze ook stilletjes kapot, maar dat wist niemand. Na jaren van touren was haar huwelijk met kunstenaar Eddie Farrell op sterven na dood en daar zat ze dan: kamperend in een groezelig hotel in Madison, Wisconsin, dicht bij Vigs studio. Het hol van Pluto was spannender. “Het had iets van dat hotel uit The Shining“, zou ze later zeggen. “Een beetje een rare plek om je donkerste momenten door te brengen, maar hé, het was niet ver wandelen naar de studio.”
Beautifulgarbage werd ook een raar album. Eentje dat behoorlijk poppy klonk, maar waar je vooral de teksten niet van mocht lezen als je dat gevoel wilde vasthouden. In opener “Shut Your Mouth” ging Manson de strijd aan met de loudmouth in zichzelf, in de ingetogen nummers “So Like A Rose” en “Cup Of Coffee” legde ze haar hart op tafel. Het zouden de blootste songs worden die ze ooit inzong. Aan de andere kant waren er “Androgyny” en “Cherry Lips”, twee songs waarin Manson het genderbenden bezong en aanmoedigde – iets waarover ze pas recenter explicieter zou worden: ook zij ziet zich als non-binair. Een non-binaire, androgyne vamp dan, want dat zelfvertrouwen had ze nu wel gekregen.
En was dit dan de popplaat van Garbage, het bleef wel vuile pop, waarin de aloude weerhaakjes behouden bleven. “Silence Is Golden” eindigde in een wall of sound, de gitaren in “Till The Day That I Die” knarsten nog steeds, de door hiphop beïnvloede ritmes bleven pompen. Zelfs de krachtige girl groupmelodieën van “Breaking Up The Girl” hadden uiteindelijk een flink gevecht te leveren tegen de beukende drums van Vig.
Geen ruimte voor breekbaarheid
“Om eerlijk te zijn? Van al onze platen is dit degene die behoorlijk wat slechte herinneringen bovenhaalt”, liet Manson later optekenen. “Maar als muzikant was het interessant. Ik heb veel geleerd. Eigenlijk was het bevrijdend. Op een bepaald moment heb ik zelfs mijn haar afgeschoren, en dat voelde alsof ik mijn ketenen had afgegooid.”
Dat van dat haar was natuurlijk een opgestoken vinger naar Universal, dat plots besefte dat die poppy geldmachine misschien niet zo kneedbaar was als gehoopt. Hadden ze een van de grootste vrouwelijke sterren van de jaren negentig binnengehaald, ging die even haar imago om zeep helpen. Maar zo was het wel. “Het ging niet goed, neen”, geeft de zangeres nu toe. “Mijn hart lag in stukken, ik ging door die scheiding en het was gewoon fucking zwaar. Maar als je een album hebt te verkopen, is er geen ruimte voor dat soort breekbaarheid.”
“We werden overspoeld”, zou ze zich later in The Guardian herinneren. “Toen we begonnen, waren we getekend bij een klein indielabel en hadden we veel vrijheid. En plots werden we als om het even welk product verkocht aan een platenfirma die geen zak gaf om onze muziek, onze carrière of wie wij als mensen waren. Het was een nachtmerrie. Ze hadden van die bedrijfsmatige verwachtingen van ons, terwijl het ons geen bal kon schelen of we de grootste band ter wereld waren of niet. Maar voor hen was het alles of niets. Als je niet de grootste was, was je waardeloos. En dat is geen principe waar ik achter sta. Al mijn helden – van Patti Smith tot Siouxsie Sioux – verkochten voor geen meter. Ik vind het verschrikkelijk om te bedenken dat we meer hebben verkocht dan de groepen waar wij van hielden.”
Zo voelden Butch Vig, Duke Erikson en gitarist Steve Marker – uiteindelijk ook maar oude punkers – het ook aan. “En toch liep het mis”, zuchtte Manson in datzelfde interview. “We raakten verstrikt in die kapitalistische verwachtingen en werden er ziek van. Het zoog alle vreugde uit ons en dus keerden we ons maar tegen elkaar. Alle ontgoochelingen en frustraties hebben we op elkaar uitgewerkt.”
Crisisvergadering
De “Imperiale fase”, zo omschreef Neil Tennant van Pet Shop Boys ooit mooi die periode dat je als band met alles wegkomt; de hits blijven komen, de gebraden vogels vliegen je in de mond. Maar het zit in dat woordje ‘fase’: het stopt. Ook voor Garbage. Net voor de groep op Top Of The Pops zou optreden, werd een crisisvergadering belegd met slecht nieuws. Zestien singles had de groep op het invloedrijke Britse Radio 1 gekregen, de zeventiende kon er niet bij. “Androgyny”, de lead single voor beautifulgarbage haalde de playlist niet. En dat zorgde voor paniek. “Ik wist toen al dat die plaat voorbij was. Nog voor ze van de grond was gekomen”, gaf Manson jaren later toe aan The Scotsman.
Op enola.be stak ze het in 2016 op de aanslagen van Elf September. “We zouden de promotie van beautifulgarbage beginnen op twaalf september. We stonden klaar om te vertrekken naar Londen, die ochtend van de elfde, en je weet wat voor obsceniteit er toen is gebeurd. Dat heeft onze campagne meteen de das omgedaan. Het was voorbij, en dat was het begin van een heel erg moeilijke periode waar we nooit echt helemaal van terug zijn gekomen. Ik denk nog altijd over beautifulgarbage als ‘de plaat die verdween’. Tegen dat de wereld opnieuw op zijn pootjes was gevallen, was hij een half jaar oud en wilde niemand er nog over schrijven. The Strokes en The White Stripes waren opgedoken en wij waren oud nieuws. Dat was min of meer het einde van onze glorieuze periode en we zijn nooit teruggekeerd op dat niveau.”
Het moest dus wel fout lopen. “Heel die toestand heeft voor veel verwarring gezorgd in ons kamp. We wisten niet wat ons was overkomen. Alsof we geblinddoekt waren rondgedraaid en dan de deur maar moesten weten te vinden. We zijn als gewonde koeien door de opnames van ons vierde album en de tour erna gestommeld en godzijdank hadden we daarna de tegenwoordigheid van geest om op te houden: letterlijk stoppen en naar huis gaan. Ik weet het nog: het was ergens in 2005 in Australië, dat gesprek.”
Het was het begin van de jaren nul. Terwijl New York het stof van zich afklopte, gebeurde er nog iets: de wereld had het downloaden ontdekt, de muziekbusiness zag zijn inkomsten dalen en raakte langzamerhand in paniek. Ook de bands voelden de impact, zagen de vertrouwde inkomsten zakken. En dat deed pijn. “Het heeft ons veel tijd gekost”, vertelde Manson vijf jaar geleden, “maar tegen onze comebackplaat Not Your Kind Of People hadden we eindelijk begrepen dat het niets met ons te maken had. Iedereen had die dalende albumverkoop gezien, elke artiest ter wereld. We konden dus stoppen met dat persoonlijk op te nemen, inzien dat we een goeie groep waren die graag samen speelt, en dat we dus maar beter terug aan het werk konden gaan: muziek maken gewoon om de muziek. En dàt is min of meer ook hoe we ons Tweede Bedrijf hebben benaderd. We proberen geen te grote monsters meer te zijn voor onszelf en gewoon te genieten van wat we hebben.”
En dus is er nu die reissue. Omdat beautifulgarbage geen slechte plaat was en zijn publiek nog altijd verdient. Of zoals Manson besluit: “We zijn twintig jaar verder, we spelen live nog steeds heel wat nummers van op die plaat. Meer nog: sommige van die songs zijn ons het meest dierbaar.”