Terwijl Paul Verhoeven – geholpen door een uitstekende vertolking van Isabelle Hupert – met Elle een behoorlijk subtiele film afleverde over vrouwelijke seksualiteit, keert hij met Benedetta zichtbaar terug naar de provocerende elementen die zijn vroege Hollandse periode kenmerkten. Benedetta zorgde dan ook voor de nodige controverse op het filmfestival van Cannes, waar de film in wereldpremière ging.
De consternatie wordt vooral veroorzaakt door het feit dat dit een prent is over katholieke nonnen die zich overgeven aan lesbische liefde en perfide onderlinge machtsspelletjes. Terwijl ‘nunsploitationfilms’ vooral een curiosum zijn uit de jaren negentienzeventig (met daartussen hier en daar een prestigieuze cultfilm als Ken Russels The Devils), is het minder evident dat een grote internationale productie zich aan dit genre waagt. Verhoeven is op dat vlak niet aan zijn proefstuk toe – getuige zijn indertijd als zeer pikant ervaren exploten als Turks Fruit en Spetters – al moet het gezegd dat de regisseur ontegensprekelijk zijn beste werk afleverde wanneer hij veraf bleef van dat soort sensaties en inzette op ironie en zwarte humor en ook zijn vakmanschap als cineast liet primeren in films als Robocop of Starship Troopers.
Benedetta tapt duidelijk uit een ander vaatje met een verhaal over de jonge protagoniste Benedetta Carlini (Virginie Efira in een rol vaag gebaseerd op een historische figuur) die opgroeit in een streng klooster, maar gefascineerd raakt door de sensualiteit van de nieuw novice Bartolomea. Tussen beiden ontstaat een passionele relatie die onder hoogspanning komt te staan wanneer Benedetta beweert te zijn gezegend met stigmata en op basis daarvan aanspraak maakt op het leiderschap van het klooster.
De film is gelardeerd met uitzinnige Bijbelse symboliek (ook al een element in Verhoevens De Vierde Man) en dito visioenen waarin Christus verschijnt, maar ook met uitwassen als de pest en schimmige kerkoversten die niet moeten onderdoen voor de wellustige zusters. Dat had kunnen een barok festijn opleveren, maar helaas blijft het allemaal steken in pure ‘camp’. Benedetta weet nooit goed welke toon de film nu eigenlijk wil aanslaan en kiest dan maar voor een allegaartje van sensationele momenten die vaak onbedoeld op de lachspieren werken.
Beter gesteld is het met de visuele flair van deze onevenwichtige film die bij momenten mooie referenties bevat aan middeleeuwse iconen, met dank aan de knappe fotografie van Jeanne Lapoirie. Aan de andere kant van die fraaie vistas staan al te banaal ogende seksscènes die eruitzien als goedkope reclamespots. Dat is een tekenend euvel voor een film die op geen enkel moment samen lijkt te smelten tot een echt geheel. Los van het bewust sensationele onderwerp blijkt er nauwelijks een stuwende verhalende kracht te zijn en evenmin een overkoepelende visie op hoe de film nu eigenlijk wil ogen of welke esthetiek wordt nagestreefd.
Blijft over een copieuze portie gratuit naakt, een enkele sappige geseling, een paar opvallend knappe ‘tableaus’ en behoorlijk wat ‘overacting’. Een echt orgelpunt van Verhoevens loopbaan kan je dit dus zeker niet noemen en de man heeft zeker veel interessanter werk afgeleverd dan deze toch vooral lauwe bedoening.