Nieuwe invalshoeken vinden om verhalen rond de Tweede Wereldoorlog te vertellen is een nagenoeg onmogelijke opdracht geworden. Vaak komt het erop aan, ruim 75 jaar na het omslaan van een van de donkerste bladzijden uit de geschiedenisboeken, om een zo sterk mogelijk verhaal te vertellen. De gebroeders Rubinstein is er zo eentje.
De eerste twee afleveringen van wat een negendelige reeks moet worden, liggen nu in de winkel en brengen het verhaal van Mozes en Salomon Rubinstein, voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. De jongemannen groeien op in een Franse arbeiderswijk waar vooral mijnwerkers wonen. Hun vader is de kleermaker van de buurt, de jongens doen het goed op school en lijken zo, in tegenstelling tot de rest van hun omgeving, niet voorbestemd voor een leven onder de grond. Wanneer Mozes in een door zijn vader vervaardigd pak de straat op gaat, volstaat dat om giftige reacties te ontlokken. Als niet veel later Salomon verdacht wordt van geweldpleging, wordt het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces zonder al te veel discussie aan de kant geschoven en krijgt de Joodse familie te maken met volkswoede.
Dat blijkt helaas nog maar een voorsmaakje van wat in de eerste helft van de jaren 40 te gebeuren staat. De twee broers belanden in Sobibór, een vernietigingskamp waar de nazi’s bijzonder efficiënt te werk gaan: nauwelijks 500 van de 170.000 gevangenen die in het kamp belandden, overleefden de terreur. Het maakt niet uit hoe vaak de gruwel van de kampen en het sadisme van de bewakers al beschreven werd in documentaires en in literatuur, het blijft ook nu naar de keel grijpen wanneer een trein vol onschuldigen in de handen van niets ontziende SS-officieren valt. De gebroeders Rubinstein komen levend uit de oorlog. Hoe, dat is een vraag die in de komende stripdelen beantwoord zal worden. Maar wat wel al duidelijk is, is dat ze naar de VS migreren en hopen op een carrière in Hollywood, een plaats waar weinigen op hen zitten te wachten.
De gebroeders Rubinstein is een vlot vertelde, grafisch knappe nieuwe reeks, waarmee de tekenaars van 14-18 opnieuw tonen dat ze op pakkende wijze een donkere geschiedenis aan het papier kunnen toevertrouwen. Scenarist Brunschwig mag dan in het Nederlandse taalgebied geen ronkende naam zijn – hij liet zich hier vooral opmerken dankzij scenario’s voor XIII Mystery en Bob Morane, maar schreef daarnaast een indrukwekkend oeuvre bij elkaar dat vooral in de Franstalige wereld opgemerkt werd. Met De gebroeders Rubinstein vestigt hij hopelijk ook hier definitief zijn naam als scenarist.