Eerder dit jaar zorgden scenarist Cédric Simon en tekenaar Eric Stalner voor de aangename verrassing genaamd Eugénie, het eerste deel van het tweeluik De vreemde vogel. Met De grote Sarah wordt het verhaal afgerond.
De grote Sarah, dat kan er uiteraard maar eentje zijn: Sarah Bernhardt, de Franse actrice die de stripliefhebber vast kent van het naar haar vernoemde album van Lucky Luke of uit Madame Sarah, van Robert en Bertrand. Bernhardt was een tijdgenoot van Eugénie, het hoofdpersonage van De vreemde vogel. Maar daar houden de gelijkenissen zowat op. Wanneer hun levens elkaar kruisen, is Bernhardt immers een gevestigde waarde die tot de toplaag van de Parijse bevolking hoort.
Eugénie woont in dezelfde stad, maar leeft in een compleet andere wereld. De jongedame heeft haar thuis in de zogenaamde Zone, het braakliggend terrein net buiten Parijs, waar inwoners voor wie de reguliere woningmarkt geen uitkomst biedt, een onderkomen vinden in woonwagens of zelf in elkaar geknutselde vormen van huisvesting. Vanuit dit ondertussen van de kaart geveegde oord ritselen en sjacheren Eugénie en haar gezellen zich een bestaan bij elkaar, dat meer op overleven dan leven lijkt.
Toch is er één raakvlak tussen de twee Parisiennes: Eugénie beleefde haar jongste kinderjaren immers in een theater, De Vreemde Vogel, de thuis van haar ouders. Een brand maakte een einde aan die mooie kindertijd, waarna ze onderdak vond bij Arthur, die de rol van grootvader op zich nam.
Aan het einde van het eerste deel volgt een ontmoeting tussen Eugénie en Bernhardt. Hartelijk gaat het er niet aan toe: Eugénie is een jong talent dat droomt van successen en een beter leven terwijl Bernhardt, een gevestigde waarde, op het punt in haar carrière is beland waarop de vedette het van de artiest overneemt en elke wens een bevel wordt.
Dat aspect wordt in De grote Sarah verder uitgediept en geeft de auteurs de kans zowaar met een plotgedreven verhaal op de proppen te komen. Waar het eerste boek vooral een tot de verbeelding sprekende sfeerschets van het leven in de lichtstad ten tijde van het voorlaatste fin de sciècle vormde, worden alle losse eindjes nu op ingenieuze wijze aan elkaar geknoopt.
Wanneer beide boeken in een ruk gelezen worden, werkt die aanpak ongetwijfeld prima. Als er maanden en bijhorende hoge verwachtingen tussen zitten, is het soms moeilijk om even warm te lopen voor het nieuwe album. Maar niet getreurd: De vreemde vogel is een bijzonder knap tweeluik dat meer doet dan zomaar wat verstrooiing bieden.