Terwijl de zalen eindelijk weer zijn geopend, schreef UFK/UCC (Unie van de Filmkritiek) voorzitter Marc Bussens nog een recensie voor Enola over My Name is Baghdad dat via streaming in België te zien is.
My Name Is Baghdad (Meu Nome é Bagdá) is de tweede langspeelfilm van de Braziliaanse regisseuse Caru Alves de Souza die in 2013 debuteerde met de intrigerende prent Under Age (De Menor) over jeugdcriminaliteit in Santos, Brazilië.
In My Name Is Baghdad volgt ze opnieuw jongelui en meer bepaald opgeschoten tieners bij wie ze specifiek inzoomt op het seksisme binnen hun leefwereld. De film speelt zich dit keer af in een arbeidersbuurt in de buitenwijken van São Paulo. De cineaste focust zich op de 17-jarige Bagdá die op haar skateboard de verpauperde straten in een krottenwijk doorkruist. Als enig meisje maakt ze deel uit van een masculiene skatersgroep en thuis groeit ze op tussen heel geverseerde en onafhankelijke vrouwen omringd door een marginaal netwerk waardoor ze gewild buiten het dagdagelijkse gecompliceerde leven staan. Als ze niet op het afgeleefde skatepark is dan bevindt Bagdá zich in het beautysalon om de hoek dat wordt gerund door twee transseksuele vrienden van haar moeder.
De scènes thuis en in het salon zorgen voor een enorme dynamiek en energie in de film en bevatten bovendien veel humor en positieve daadkracht waardoor de scènes waarin Bagdá wordt geconfronteerd met seksisme, gendergeweld, machismo en discriminatie, extra hard aankomen. Dit nuchter en helder coming-of-age-portret gaat ook over wat iemand jong doormaakt die zich in een stringent toxische omgeving van mannelijke oppressie bevindt. Door het verkennen, beleven en ondervinden van de contextuele leefsituatie groeit Bagdá gestaag uit tot een kranige jonge vrouw met een obstinate persoonlijkheid. De expressieve jonge actrice Grace Orsato debuteert in de huid van Bagdá en acteert zo ongelooflijk naturel dat ze er moeiteloos in slaagt om doorleefde maturiteit in haar personage te leggen. Haar opmerkelijke prestatie is doordrenkt van karakter, moed en overreding. Haar vurige geëngageerdheid spat van het scherm. Tegelijk speelt ze haar rol ook met een indringende dosis ingetogenheid en onderdrukking. De scène waarin ze wordt geconfronteerd met politiegeweld is een staaltje van persuasief acteren op basis van opgekropte woede.
Daarenboven is de beeldvoering authentiek en voelt organisch aan. De cineaste kiest voor een uitgelezen subjectieve ‘handheld’ cameravoering, frequente ‘longtakes’, functionele slow motion en een dynamische montage, waardoor de beduidende boodschap van de film – overleven impliceert innerlijke kracht, gericht verzet, hechte samenhorigheid én doortastende individualiteit – wordt geaccentueerd en bovendien scherp binnenkomt bij de toeschouwer.
De talrijke muzikale nummers in deze levensechte kroniek voorzien het narratieve van popsequenties die je meevoeren in Bagdá’s innerlijke wereld die tegelijk magisch en kwetsbaar is en ook vol twijfels en dromen steekt. My Name Is Baghdad heeft daarenboven een uitgelezen gedesatureerde look wat bijdraagt tot het troosteloze van de omgeving waarin het hoofdpersonage zich bevindt en beweegt. De film komt bijgevolg terecht in het rijtje van films en series als Skate Kitchen en Betty waarin vrouwelijkheid telkens op een onbevangen manier wordt verkend. Het is beslist een film die onder de huid kruipt en blijft nazinderen. My Name Is Baghdad won overigens onder meer (en terecht) de ‘Generation 14plus-competitie’ op het afgelopen filmfestival van Berlijn. Een ongekunsteld en naturalistisch pareltje zoals er té weinig worden gemaakt.