Op hun EP Dansu serveren Aili x Transistorcake een okselfrisse combo van designer meets vintage speelheid, die zowel de muziekliefhebber als de stijlgoeroe in ons vrolijk stemt.
Het is tekenend voor de muziek op deze EP dat Aili en Orson Wouters – de echte naam van Transistorcake – elkaar leerden kennen op een feestje. Ideeën kaatsten lange tijd als pingpongballetjes heen en weer, maar pas tijdens de lockdown groeiden ze uit tot deze vrolijk stuiterende nummers. Wouters bleek de ideale partner in crime om de ideeën van de Japans-Belgische Aili in muziek om te zetten: hij schopte het met zijn eerste single in 2013 al meteen tot op de soundtrack van Grand Theft Auto en dat is niet iedereen gegeven.
Transistorcake’s beats klinken als kosmische Kraut-disco die zo uit de DEEWEE-stal lijkt weggelopen. “Dansu” doet ons met honderd hartslagen per minuut smachten naar een onbereikbare dansvloer, en drijft met zijn elastische baslijn de temperatuur gestaag op naar wat moet komen. “Oki” drijft op de klassieke sound van een 303 drumcomputer die ook Transistorcake’s vorige Cocktail EP van een stijlvolle ruggengraat voorzag, terwijl “Genki” frisse druppels acidhouse laat uiteenspatten op een vettig basriedeltje. Engels-Japanse leenwoorden (gairaigo) maken het geheel af. De sérieux waarmee de licht kitscherige afsluiter “Futsu” synths, percussie en absurde teksten combineert, maakt dit tot het gepaste slotakkoord voor deze EP.
Voeg daarbij de naïeve en lichtjes bevreemdende teksten van Aili en je hebt een recept voor moeilijk te plaatsen muziek die evenzeer naar grimmige dansvloeren als hippe dakterras-poolparties lonkt. Dat Aili zich in het Japans uitdrukt heeft te maken met een mindset: ze verliet het land van haar ouders toen ze zeven was en drukt zich in die taal uit met de directe zeggingskracht van een kind. “Mama bochi bochi futsu” klinkt inderdaad kinderlijk simpel, maar toch zijn wij hier even zeer als u lost in translation. “Pari Pari” knispert dan weer krokant als een Japanse tonkatsu (een soort schnitzel, zo zegt men ons). Wie zich bij zulke dingen te veel vragen stelt zoekt het te ver. Het klinkt alvast cool en je moet het eerder aanvoelen dan begrijpen, zullen we maar zeggen. Gelukkig is een dansvloer niet gemaakt om te denken, maar om te voelen: “Oki” verknipt de gebrekkige communicatie nog verder, tot enkel de universele waarheid van dansen en sjansen zich openbaart.
Net zoals kinderen bloedserieus zijn wanneer ze spelen, klinkt Dansu EP tegelijk bedrieglijk simpel, ingenieus en nooit gemakzuchtig. Fijn plaatje.