Na vier lange jaren is STUFF. terug van wat alweer een reis doorheen de ruimte moet zijn geweest. Ze vragen onze leider te spreken en brengen op T(h)reats hun even dreigende als zalvende boodschap glashelder over – en dat nog steeds allemaal zonder er één woord aan vuil te maken. Faut le faire.
Aan hun formule heeft de band niet gemorreld. Het debuut voelde als een superbe liveregistratie, old dreams was een afgevijld studioproject en T(h)reats is de synthese van beide werkwijzen. Zochten ze bij het begin van de opnames nog een nieuwe richting, dan kwamen deze vijf topmuzikanten onvermijdelijk tot hun essentie. STUFF. grossiert nu eenmaal in grooves met de grote G, zij het dat die even snel van richting veranderen als ministers die erop staan verantwoordelijkheid binnen hun bevoegdheid te nemen. Het verschil is dat het bochtenparcours van STUFF. niet tot wanhopen noopt.
Zo lijkt “Honu” bij momenten alle richtingen uit te waaieren om daarna weer meticuleus samen te klitten als atomen in de oersoep en te evolueren tot “Cumulus”. Synthesizerstoten jagen hier als bliksems door het zwerk, blieps regenen als druppels neer, waarna de percussie het op de achtergrond overneemt. Dit is een topnummer dat vol vaart roetsjt, gas terugneemt en terug naar hyperspeed springt. Ze laten ons alle hoeken van de kamer zien en dát is wat van STUFF. zulke goeie – euh – stuff maakt.
Ze beweren niet bewust filmische muziek te maken, maar de band lanceert de geest weerom diep into outer space, in een baan rond de nieuwe planeten die ze op het vorige album ontdekt hadden. “Cigogne” snuffelt eerst nog voorzichtig aan de nieuwe lederen bekleding van het ruimtetuig, maar na twee minuten steekt de bas vrijpostig de motor aan en zijn we vertrokken. “Finding Mu” boort met intense en dissonante blazers en synths in op je schedelpan als een tandartsenboor in de handen van een cyborg die met karakterstoornissen kampt wegens kortgesloten bedrading. “Kwibus” stuitert van het ene op het andere ritme als een metronoom met een identiteitscrisis. Net op het moment dat het boeltje op het punt staat te imploderen trekt het geheel zich steeds weer recht.
T(h)reats gaat zoals in Stanislaw Lem’s sci-fi roman Solaris in gesprek met de buitenaardse werelden en weet een live verbinding op te zetten. Blieps, sweeps en god weet wat nog komen samen tot een ontroerende liefdesbrief, doordrenkt in ruimtetranen van onafscheidelijke pulsars en quasars, zoals in “OB499” of afsluiter “Loomy”.
En zo staan we voor de derde keer in beate bewondering voor STUFF. dat met T(h)reats slaat en zalft, knettert en blaast en evenveel houvast als vernieuwing biedt.