Een eerbetoon aan de oerdebiele Spandex Metal van de jaren tachtig, want waarom niet, nu Weezer het leven en alles wat daarbij komt kijken – een carrière, bijvoorbeeld – toch al lang als één grote grap beschouwt? Van Weezer, dus. Omdat de tong nooit genoeg in de kaak geplant kan worden, en een triomf zich blijkbaar in onverwachte hoeken kan schuilhouden.
In de podcast Songexploder vertelt Rivers Cuomo hoe hij gitaarsolo’s bedenkt door ze eerst al gillend en schreeuwend in zijn studio te zingen. Pas daarna zoekt hij hoe dat ook op snaren kan gespeeld worden. Het getuigt van een toewijding aan ‘dé solo’ die Van Weezer bijna evident maakt. Want als de nieuwste Weezer één ding is, dan wel een langgerekte liefdesbrief aan de uitzinnige hardrock van de eighties, toen permanenten in de uitverkoop stonden en goeie smaak slechts optioneel was.
Elk nummer hier is geschreven om trampolinespringend, met geheven vuist, meegezongen te worden. Als dat klinkt als elke Weezerplaat – elke goeie Weezerplaat – dan is dat omdat ook Van Weezer, enkele productionele knipoogjes naar de plastieken tijden van weleer niet te na gesproken, klinkt als een Weezerplaat: eentje met ingehouden strofes, hooks en uitgelaten refreinen. Als meebrulbare slackerpop, quoi.
Toch is het niet moeilijk om Cuomo in “The End Of The Game” te zien duckwalken dat het geen zicht is. Het uitzinnige “I Need Some Of That” ontploft met het soort theatrale gitaarvuurwerk waar Bon Jovi, Van Halen en consoorten zo goed in waren. Waarna we telkens toch opnieuw uitkomen bij een refrein dat vintage Weezer is. Van Weezer? Belachelijk toepasselijke titel. Je voelt ook meteen waarom de groep deze plaat nog even inhield ten voordele van – je moet iets met zo’n lockdown – het met orkest opgenomen OK Human: Van Weezer smeekt om festivalweiden, menselijk zweet en gutsend bier.
Hou vol, het komt er van, jongens.
In afwachting moet het meubilair er dan maar aan geloven wanneer voor de derde keer de donderende Iron Maidenintro van “Blue Dream” door de woonkamer galoppeert. Niet eens zo’n goed nummer, maar dié gitáár! Rondedansjes bij “Sheila Can Do It” (“If Sheila can do it / I can do it”). Dolle pret bij de gitaarhysterie van opener “Hero”, de start-stopspelletjes van “All Of The Good Ones”. En dan is er nog dat ene nummer, waarvan de titel boekdelen spreekt.
“Could I have 1 more hit? / I promise I’ll quit” pleit Cuomo in “1 More Hit”, over een riff die zonder blozen van Metallica is gepikt, en hij doet het zo aanstekelijk dat je denkt “zeg maar dag met het handje, dit is hem.” En ja, het gaat eigenlijk over drugs, maar wij gaan geen goed bruggetje laten liggen omdat een artist dat deed. Het is gek, en niemand had het kunnen bedenken, maar er was dus gewoon een scheut hair metal vandoen. Dit is de Weezer waar elke fan sinds De Blauwe op wachtte.