Er zijn zo van die labels die koppig hun eigen ding blijven doen, los van hypes of de waan van de dag. Labels die aandacht geven aan muzikanten die zich in de marge ophouden. Zo ook het Belgische New Wave Of Jazz, bestierd door gitarist Dirk Serries. Op drie nieuwe releases krijgt de muzikale avonturier wederom waar voor zijn of haar geld.
Arvind Ganga & Riccardo Marogna :: Ballads From The Wrecked Ship
Beide muzikanten zijn al enige tijd actief in de improv scene van Den Haag, maar toch is dit pas de eerste keer dat ze een gezamenlijk album uitbrengen. Gitarist Arvind Ganga verwerkt de meest uiteenlopende invloeden in z’n muziek, van noise tot Noord-Indische raga’s, en is actief in allerhande muzikale bezettingen – voornamelijk duo’s – waarbij Onno Govaert (Cactus Truck) waarschijnlijk de bekendste van z’n muzikale partners is. Saxofonist Riccardo Marogna is oorspronkelijk afkomstig uit het Italiaanse Verona, maar ondertussen al een tijd actief in Nederland. Net als Ganga is hij betrokken bij allerlei projecten (onder andere met Seppe Gebruers en Gonçalo Almeida) en daarnaast zit hij in de muzikale academische wereld. Naast saxofoon en basklarinet verwerkt hij elektronische effecten in z’n muziek.
Op Ballads From The Wrecked Ship gaan beide heren met elkaar in een compromisloze dialoog. De muziek is vaak erg abstract, een samenspel van rustige stukken en momenten vol chaos. Het ene moment zitten Ganga en Riccardo verdiept in gefriemel en gekraak, om daarna uit te pakken met puntige energiestoten. Op “Phantoon” laat het duo de pretentie van ‘muziek’ ver achter zich, maar daartegenover staat dan “The Limp Leaves Waited For Rain, While The Black Clouds Gathered Far Distant, Over Himavant”, waar het duo onder impuls van Ganga een gedeconstrueerde vorm van americana brengt.
Ondanks die eerste samenwerking voelt het samenspel tussen Ganga en Marogna meteen heel opvallend natuurlijk aan. Dit zijn verwante, zoekende zielen. Geen eenvoudig te behappen muziek, maar voor wie zoekt naar iets dat de traditionele paden radicaal achter zich laat, heeft dit album heel wat boeiends te bieden.
Pierre Gerard :: Pieces Of Apparatus
De Belg Pierre Gerard is een muzikant die zich ophoudt in de marge van de vrije improvisatie, een genre dat zelf al een kleine niche inneemt. Gerard gaat intuïtief te werk en is vooral in de weer met akoestische instrumenten en gitaar, en allerlei (bij voorkeur houten) objecten. Hoewel hij al een hele reeks albums uitbracht, gebeurde dat veelal op heel erg kleine labels of in eigen beheer, vaak in zeer kleine oplagen.
Er is het befaamde citaat van Miles Davis waarin hij stelde dat stilte belangrijker is dan geluid in muziek. Het is een denkwijze die Gerard bijna tot in het extreme doortrekt. Niet alleen is er tussen de verschillende nummers telkens weer een lange stilte, ook tijdens de vijf stukken waaruit Pieces Of Apparatus bestaat is die stilte alomtegenwoordig. De nummers bestaan uit eenvoudige, schijnbaar los van elkaar staande op gitaar gespeelde noten. Het zijn stuk voor stuk hermetische stukken – met mysterieuze titels als “En Plein Rose d’un Bois Lisse”– waarin Gerard de luisteraar uitdaagt.
Veel structuur of houvast krijg je hier niet. Dit is zoals ambient in slow motion, waarbij Gerard de individuele noten als het ware savoureert. Zelfs binnen de context van de catalogus van het label is deze Pieces Of Apparatus een uitdagende sessie.
Alan Wilkinson & Dirk Serries :: One In The Eye
De derde plaat is een samenwerking tussen gitarist (en labelbaas) Dirk Serries en rietblazer Alan Wilkinson. Beide heren speelden al eerder samen op een release van het label, met name op Double Vortex, waar ze deel uitmaakten van een kwintet dat verder nog bestond uit Andrew Lisle, John Dikeman, en Colin Webster. De Brit Wilkinson is een centrale figuur binnen de Britse geïmproviseerde muziek die in het verleden samenspeelde met artiesten als Thurston Moore en Peter Brötzmann. One In The Eye bestaat eigenlijk uit twee in elkaars verlengde liggende delen: een dat in de studio werd opgenomen en een concertregistratie van een optreden in de Londense Hundred Years Gallery in januari ‘20.
Eerder dit jaar bracht Serries al voor de eerste keer een volledig op akoestische gitaar ingespeeld soloalbum uit en ook hier doet hij het volledig akoestisch. Hoewel Wilkinson erom bekend staat om een orkaan van kracht te zijn, houdt hij die oerkracht hier in bedwang. Het soms hoekige, scherpe gitaarspel van Serries is knap verweven met de saxofoon en basklarinet van Wilkinson, die soms schriel klinkt om dan even later alweer warm aan te voelen.
In tegenstelling tot de andere twee releases schrijven Wilkinson en Serries zich hier wel in ineen halve eeuw free jazz-traditie. De muziek is een zoektocht tussen melodie en dissonantie, waarbij de heren vol overgave – getuige de schreeuwende vocalen van Wilkinson op “Pull The Other One” – op zoek gaan naar een uniek geluid. Het is niet altijd een geval van vol gas geven (“Hand Over Fist” is bijvoorbeeld een behoorlijk rustig nummer), maar het resultaat is een plaat die tegelijk vertrouwd en uitdagend aanvoelt. Een visitekaartje van twee muzikanten voor wie stilstaan achteruitgaan is.