De hele maand december blikt enola terug op het afgelopen jaar met de interviewreeks DIT WAS 2020. Daarin laten we artiesten aan het woord die het jaar maakten of wier plaat onterecht onopgemerkt de vergetelheid indook.
2020 zou het jaar van Greg Dulli worden. Eerst in februari de prima nieuwe plaat Random Desire, daarna een Europese tour met concerten in Muziekodroom en Trix eind maart. Of wat later. Of… wel, u weet hoe het liep.
Om de nieuwe plaat en die concerten die nooit plaatsvonden aan te kondigen, kwam Dulli goed een jaar geleden naar Brussel afgezakt. Dan was die man, die er zijn hand niet voor omdraait perslui in tranen te laten vertrekken, eindelijk eens goed gezind, konden we niks aanvangen met wat hij te vertellen had. Alvorens het jaar van de hoop aanbreekt toch het verhaal van een van de platen van 2020.
enola: Om met het begin te beginnen: Random Desire opent wel heel gezwind, met “Pantomima”.
Greg Dulli: “Mensen zijn verrast als ik dit zeg, maar voor mij is “Pantomima” een showtune. Het nummer is ontstaan met een baslijn. Het was onmogelijk om er een donkere song van te maken dus hebben we er die handclaps aan toegevoegd, zodat het klinkt als een nummer uit een musical. De song wilde kleur hebben. Je kan in elk hoekje zoeken, maar er zit niks duisters in. Ik ben zelf benieuwd hoe we het live gaan brengen. In mijn hoofd zie ik er choreografieën bij.”
enola: Het donkere laat echter niet lang op zich wachten: wanneer “Marry Me” langskomt, wordt je keel bijna dichtgeknepen.
Dulli: “Tja, duisternis is natuurlijk nooit ver weg. Toen ik over de volgorde van de songs nadacht, wist ik eerst niet goed waar ik met “Marry Me” naartoe moest. De eerste twee nummers zijn een beetje uptempo, maar door de manier waarop de rest van de tracklist loopt, moest dit nummer wel op deze plek komen. Vooraan, als een soort contrapunt.”
enola: Is “Marry Me” een liefdesnummer?
Dulli: “Deels, ja. Het afgelopen jaar heb ik bepaalde dingen gevoeld, onder meer herinneringen die terug kwamen bovendrijven. Zo was er een meisje waar ik begin jaren 2000, ergens rond de tijd van Blackberry Belle (van Twilight Singers, uit 2003, red.), mee samen was. Later verwaterde het contact en ondertussen is ze gestorven. Ik heb nooit de kans gehad om afscheid te nemen en dat zit me dwars. Het is lang geleden, maar als je iets niet helemaal hebt kunnen afsluiten, blijft dat sluimeren. Als je ’t mij vraagt, dan is “Marry Me” misschien een manier om met haar te communiceren.”
enola: In 2017 overleed ook Dave Rosser, die met u in verschillende bands speelde.
Dulli: “Ik woon al twintig jaar in Los Angeles, maar heb een tweede huis in New Orleans. Sinds Dave gestorven is, kom ik daar bijna nooit meer. Ik heb onlangs beseft dat Dave de reden was waarom ik er zoveel tijd doorbracht. We speelden voortdurend muziek. Met hem heb ik meer tijd doorgebracht dan met eender wie op deze planeet. Meer dan tien jaar lang was hij mijn broer. En nu is er in New Orleans een leegte. Daar moet ik overheen zien te geraken. (Denkt) Of niet.”
“Het jaar dat Dave ziek werd, ging ik er vaak heen. Ik heb op een jaar tijd zestig vluchten genomen. Toen is het tot me doorgedrongen dat ik, op een jaar na, al zestien jaar lang aan het toeren was. Daarom heb ik in 2019 vrijaf genomen. Ik ben amper buiten California geweest. Ik ging van zestig vluchten naar vier. Als ik ergens niet naartoe kon rijden, ging ik niet.”
enola: Uw label zegt dat Random Desire uw solodebuut is, terwijl er natuurlijk al Amber Headlights uit 2001 was.
Dulli: “Oh, maar ik hou er wel van om interviews te geven, hoor. Al vond ik het minder aangenaam om om 4u45 op te staan voor m’n vlucht vanuit Madrid naar hier. En wat Amber Headlights betreft: dat is geen soloplaat. (grijnst triomfantelijk) Het is Greg Dulli’s Amber Headlights. Die plaat zou een Twilight Singers-album worden, maar ik heb uiteindelijk mijn naam er op gezet zodat het publiek zou weten van wie ze was.
“Het grappige is dat mensen nu soms boos worden omdat ze denken dat de marketinglui van mijn label foute informatie de wereld insturen. (lacht) Denken ze dat ik dat niet gezien heb? Dat ik niet mijn goedkeuring gegeven heb om Random Desire te promoten als mijn solodebuut? Er zijn trouwens geen regels in rock-‘n-roll, dus om hen te jennen doop ik mijn volgende plaat misschien wel Solodebut.”
enola: Dat er geen regels in rock-‘n-roll zijn, is duidelijk belangrijk voor u: u zei het ook al in een interview toen twaalf jaar geleden Saturnalia verscheen.
Dulli: “Dat is de reden waarom ik hiermee begonnen ben. Er zijn geen regels. Ik doe dit opdat ik geen baas zou hebben, dat geen mens me kan vertellen wat ik moet doen. Ik doe het voor de vrijheid die een artiestenleven met zich meebrengt. Ik heb geen gewone job meer gehad na mijn 25ste. En ja, ik geniet er ook van om anderen wat te jennen, simpelweg door iets solodebuut te noemen. Ik ben nog niet klaar met het fucken met de mensen.” (lacht)
enola: U hoeft dit bovendien niet te doen, blijkt uit een interview dat Mark Lanegan aan Joseph Arthur gaf. Daarin noemde Lanegan u in de eerste plaats een succesvol zakenman die, in tegenstelling tot hem, niet moet toeren om te overleven.
Dulli: “Het klopt dat ik dit niet moét doen, ik heb inderdaad andere business die goed draait. Ik maak muziek omdat ik dat wil. Maar vergis je niet: Lanegan houdt er net zo goed van. Ik ben met hem op tournee geweest, en hij is er dol op. Ik ook, maar iets minder fanatiek dan hem. Ik hou er niet van om een heel jaar van huis te zijn. Mark speelt honderdvijftig shows per jaar. Ik zou de helft doen en me beperken tot grote steden, terwijl Mark ook in alle kleine plaatsjes wil spelen.”
enola: Houden jullie contact als jullie allebei de baan op zijn?
Dulli: “Mark en ik doen elk ons eigen ding, maar we houden contact. Hij weet dat ik in Europa ben, maar niet dat ik vandaag in België vertoef. Misschien verras ik hem wel. Hoe lang is het van hier rijden naar Turnhout? We hebben vorig jaar samen in de studio gezeten en een cover van Bob Dylans “Girl From The North Country” opgenomen. Vroeg of laat zal ik die uitbrengen (het nummer verscheen afgelopen augustus online, red). Op een dag zullen we ook weer samenwerken, maar niet onmiddellijk: we hebben al veel bezigheden. Ik heb deze plaat en een aankomende tournee. Mark is boeken aan het schrijven en werkt met zijn vrouw aan een nieuw muzikaal project.”
enola: Iets heel erg elektronisch, schijnt het?
Dulli: “Extreem elektronisch. Alles wat Lanegan tot nu toe gedaan heeft op elektronisch vlak, komt nog niet in de buurt van hoe elektronisch dit wordt. Mark probeert de dingen altijd tot het uiterste te drijven. Op alle vlakken, ook het toeren. Daar zouden we het eens over moeten hebben als we opnieuw samen zouden spelen.”
enola: Wat doet u eigenlijk tussen het einde van de interviewsessies die u nu heeft en het moment dat het album eindelijk verschijnt en de tournee begint? Daar gaapt een gat van enkele maanden. Werkt u aan nieuwe nummers?
Dulli: “Momenteel werk ik aan nieuwe songs, maar weet je wat echt het volgende is op de planning? Volgende week als ik thuis kom, ga ik golf spelen met Buzz Osborne (van The Melvins, red.).”
enola: Dat lijkt iemand die je je moeilijk op een golfbaan kunt voorstellen.
Dulli: (grijnst) “Oh, let me show you.” (scrolt door zijn telefoon en toont de Melvins-frontman in vol golfornaat).
enola: Daar heb je een potentiële hoesfoto.
Dulli: “Yeah. Dat niet alleen: Buzz is geweldig op de golfbaan. Ik ben niet echt slecht, maar Buzz is buitengewoon. Hij geeft me constant tips om mijn spel te verbeteren. Dit jaar heb ik mijn eerste hole-in-one gehaald, terwijl hij er zeker zes, misschien wel acht gescoord heeft. Buzz is dus een pak beter dan ik, maar het blijft cool om met hem rond te hangen.”
enola: Interessant, want hij heeft een uitstraling die je een stap achteruit doet zetten.
Dulli: “Ja, Lanegan heeft dat effect ook op mensen. Het is de houding die ze uitstralen. Maar ook Mark is een heel zachte, grappige mens.”
enola: U heeft zelf ook wat de reputatie dat mensen schrikken als u ergens binnenkomt.
Dulli: “Ik ben nochtans een pussycat.”
enola: Hoe komt dat dan, denkt u?
Dulli: “Goh, ik heb net als Mark en Buzz zelfvertrouwen, en soms maakt dat mensen nerveus. Zeker in het geval van Mark. Hij is de Clint Eastwood van ons drie. Je ziet hem niet makkelijk glimlachen, maar als hij het doet, is het een heel mooie glimlach. Ik ken hem op een manier dat weinig mensen hem kennen. En Buzz, wel, die laat zich niet op zijn kop zitten. Ik ook niet. Niemand van ons takes any shit.”
enola: Als u nu naar de jonge Greg Dulli kijkt, hoe bent u dan veranderd na zowat dertig jaar in het vak?
Dulli: “Door alles wat er gebeurd is, met mijn demonen enzovoort, denk ik dat er niet alleen iets creatiefs gebloeid is. Er is ook een onbevreesdheid ontstaan. Het klinkt misschien bizar, maar eigenlijk was ik vroeger enorm verlegen. Ik kon perfect het podium opstappen en mijn rol spelen, maar zodra ik naast het podium mensen moest ontmoeten, freakte ik. Nu kan ik fans spreken, hun complimenten aanvaarden en met hen op foto gaan. Vroeger keek ik gespannen rond, op zoek naar de uitgang. Het besef is gegroeid dat ik niet bang hoef te zijn van mensen.”
enola: U klinkt zeer gedreven, alsof u niet kan wachten om er tegenaan te gaan.
Dulli: “Tot ik niet meer kan. Of tot we eindelijk die nieuwe Gutter Twins-plaat maken. (lacht) Wat we uiteindelijk ook zullen doen. Niet morgen, misschien zelfs niet binnen drie jaar, maar de dag zal komen en ze zal heel anders klinken dan ons eerste album. Mark zei onlangs: ‘Laten we gewoon een akoestische plaat maken, hier en nu, jij en ik’. Dat zou cool zijn. En het is ook een mogelijkheid.”
“Ik ga in ieder geval het verleden niet uitmelken. Ik zit in een positie waarin ik kan zeggen dat als het ooit zover komt, ik gewoon kan stoppen. Want ik hoef dit niet te doen. Ik kan me gewoon met mijn zaken bezig houden en weg blijven van muziek. Als ik zie hoe U2 voor het tweede jaar op rij The Joshua Tree speelt … (zucht) Ze doen natuurlijk wat ze willen, maar als ik hun power had, zou ik zeggen: hier is een nieuwe plaat en desnoods in kleinere zalen gaan spelen. Maar ik snap het wel. Ze stellen veel mensen tewerk, moeten de machine draaiende houden. Ik niet. Ik hoef ook geen hits te spelen zoals zij doen, want ik heb er geen.”
enola: “Gentlemen” was toch een bescheiden hit?
Dulli: “Dat was een cultgegeven. Daar zijn nog geen 200.000 stuks van verkocht. Voor mij heb je een hit bij een miljoen exemplaren.”
“Begrijp me niet verkeerd: als ik een hit zou scoren, zou ik buiten mezelf zijn. Maar ik ben ondertussen al wat ouder en wil niet dat het me opvreet of in een drugverslaafde asshole verandert. Het zou gewoon een nieuwe ervaring zijn.”