Naomi. Wie De smokkelaar ter hand nam, kent haar vast nog. Milan Hulsing, stilaan een van de hedendaagse toppers van het Nederlandse beeldverhaal, neemt nog geen afscheid van zijn personage. Onder de titel Spaans rood ligt nu het eerste deel van Naomi vertelt in de winkel.
Het is nog maar een goed jaar geleden dat Hulsing met De smokkelaar een nieuw hoogtepunt in zijn gestaag groeiende oeuvre afleverde. De Nederlander wist eerder al te overtuigen met werk als Wat Fred niet wist en zijn bewerking van De aanslag. Met Spaans rood verschijnt een nieuw boek dat aanknoopt bij het voorgaande, maar tegelijk toch iets helemaal anders is.
De lezer wordt gedropt in St. Barnabas, een stip op de kaart waar je zo overheen kijkt. Het is een vlekje in de Atlantische Oceaan waar je bijvoorbeeld kan aanspoelen in een poging een collectie boeken van de verdrinkingsdood te redden, of om zelf te verdrinken in verhalen. Die worden aangeleerd door Naomi en gretig beluisterd en gelezen door haar vriendin Katja én door de schooljuf. Die laatste heeft verder voorkeuren voor stiekem vertier op het strand en het werk van Henry Miller.
Naomi komt met verhalen aanzetten waarin opmerkelijke en sinistere figuren de dienst uitmaken. Over een pennenlikker die in de bioscoop inspiratie opdoet voor zijn succesvolle krantenstukjes, over een dialogenschrijver die het verwijt krijgt te veel te neigen naar de stukjesschrijver uit het dagblad. Ingenieus knutselt de jonge schrijfster een plot in elkaar. Van spanning doordrongen nachten in het Caraïbische gebied worden door Naomi sfeervol beschreven en op dito wijze door Hulsing in beeld gebracht.
Op die manier ontstaat een spel met narratieven, waarbij het niet altijd even duidelijk is wat waar is en wat verzonnen. Geeft dat? Neen: de sfeerschepping komt op de eerste plaats in Spaans rood en het verhaal dat daar rond geweven wordt, kan gerust enigszins van de geijkte paden afwijken. Het enige mogelijke gevolg is dat je het boek opnieuw ter hand neemt, en dat is in dit geval vooral een verlenging van de feestvreugde.
Hulsings beschikt over het vermogen om een wereld op te bouwen waar je als lezer in wil ronddolen. Je hoeft zelfs nog nooit in het Caraïbische gebied geweest te zijn om de temperatuur van de pagina’s te voelen stralen. Hulsing maakt gebruik van de beeldtaal die je bij de regio associeert, en doet dat op meesterlijke wijze.
Wanneer de jonge Katja peinzend onder een stralende zon op het strand voor zich uit staart en, gevraagd naar waar ze aan denkt, antwoordt: “de dood”, is het bovendien moeilijk om niet aan Hugo Pratt te denken.
Hulsings universum heeft weliswaar raakvlakken met dat van de Italiaan, toch is het een geheel eigen wereld, stemmig in beeld gebracht door de tekenaar, die een subtiele ruislaag in zijn kleurschakeringen legt, zodat ze dezelfde uitstraling krijgen als vintage dia’s. In afwachting van een nieuw deel, zien we niet op tegen het opnieuw onderdompelen in dit heerlijke Spaans rood.