‘Wat je zelf doet, doe je beter’, bezorgt iedereen die ooit een woonst verbouwde rillingen over de onderrug, maar de output van de nieuwe generatie beatbriquoleurs verraadt een verregaande dedication aan Roger van Dobbit. Laat de fijne compilatie All Things Considered, Vol. 1 een geschikte gatekeeper en kwaliteitsfilter zijn wanneer je geconfronteerd wordt met een overvloed aan jonge avontuurlijke producers.
Het Duitse Jakarta Records staat al vijftien jaar garant voor de betere mellow beats en ietwat mank lopende hiphop en hun nieuwe verzamelaar All Things Considered, Vol. 1 brengt veertien jonge zogeheten ‘bedroom producers’ bij elkaar. Het label heeft al vaker bewezen een goede neus te hebben voor aanstormend talent – op vroegere verzamelaars verschenen een piepjonge Mura Masa en Oddisee – dus het loont altijd de moeite om hun tips uit te checken.
Het eerste waar je een goede verzamelaar aan herkent is dat het niet opvalt wanneer je er naar luistert. Het is de verdienste van de Australische Ta-ku, zelf producer van lofi-beats, om hier een sterke eenheid uit verscheidenheid te hebben samengesteld. De veertien producers – met een leeftijd van tieners tot jonge dertigers – komen uit de evenveel windstreken die de wereld rijk is: eevee uit Nederland staat onbekommerd en als geestesgenoot naast de Finse Idealism en de Amerikaanse tiener Peachy! met aziatische roots.
Wat we hier voorgeschoteld krijgen zijn zacht sudderende brokjes muziek die meer drijven op sfeer en gemoed dan op richting en melodie. Het aantal bpm zal gemiddeld genomen niet gaan boven de hartslag van een ronderenner in rust, maar toch zijn er lichte golvingen te bespeuren. Zo gaat in “Lone rider” van Laguna het tempo een zeldzame keer voorzichtig de hoogte in en veroorzaakt “Keep Her” van Matt McWaters enige deining om gevolgd te worden door uitdijende waterkringen en droppelende regen in “Looking Back” van Pastels.
Voorts maakt een goede verzamelaar de luisteraar hongerig naar meer en prikkelt ze de fantasie. De slaapkamer is immers waar spannende dingen gebeuren en laat dat nu net het werkterrein zijn van de hier verzamelde producers. Het is altijd fijn om op onverwachte geluiden te stoten, zoals die valse blazer die zoemt als een mug rond je oren in “Serenity” van eevee of die gammele piano op Wun Two’s “Blue Avocado”. Ze zijn allemaal nét een tikkeltje off key en dat maakt het interessant. Het is niet wat we gewoon zijn te horen op de radio en het nodigt uit om de rest van hun producties te checken.
Voor de rest knisperen de beats gezapig als drogende houtblokken in een open haard en gaan de bassen dieper dan John Holmes op een doordeweekse werkdag. Sommige tics die horen bij het ‘genre’ van bedroom producing worden niet geschuwd: “Aqua” van SwuM is voor wie zijn beats graag crispy heeft als vers gebakken ontbijtspek bij zijn pistolet. Handclaps worden gul rondgestrooid en het warme geruis van een naald op vinyl werkt als een instagramfilter op muziek. Je weet dat het fake is, maar het werkt wel – net als die publieksgeluidsband op sportwedstrijden tijdens de Covid-pandemie.
Ach, het is niet het warme water dat hier wordt uitgevonden, maar het ademt wel allemaal natuurlijke klasse uit. Zoals Roberto Martinez oog moet hebben voor de nieuw opkomende sterren en met wisselend succes moet roteren, zo zullen ook niet al deze beatbakkers succesvol worden. Ondertussen leveren ze hier wel een leuke soundtrack om in de zetel te vegeteren terwijl je avondklok-proof binnen blijft.