“Life imitates art”, grinnikt Johannes Genard wanneer hij na nauwelijks één nummer verwijst naar het nieuwe album Things That Don’t Go Right. School Is Cool speelde vrijdagavond desondanks zo’n zinderende show dat het heel even leek alsof ze eigenhandig het jaar zouden redden.
“Wie heeft ons deze zomer gezien maar vond onze akoestische set té mooi en subtiel? Dan is dit concert voor u! We zijn terug voltallig en Matthias staat te springen om zijn drumstel kapot te meppen.” Johannes Genard had ongetwijfeld onze lichte frustratie over het nogal ingehouden optreden van School Is Cool afgelopen zomer in het OLT gelezen en wilde ons via zijn Facebook geruststellen. Dat was dan meteen gelukt.
Mogen we dit een revanche noemen? Natuurlijk, maar dat heeft niets te maken met die ondanks alles behoorlijk briljante Unplugged-set. Als School Is Cool ergens beef mee heeft, dan met dit kutjaar, dat de release van hun knappe vierde plaat Things That Don’t Go Right vakkundig saboteerde. Zes maanden lang moest de groep wachten op deze avond, het moment dat alle duivels nog eens los mochten. En als dat dan moet voor pluchen cultuurcentrumstoeltjes die het “iedereen Milow” van deze zomer nog wat verder ademen, dan zij dat zo.
Dit is School Is Cool zoals het moet zijn. Van de teugel. Uitgelaten. Ondanks de immer voortschrijdende leeftijd eeuwig jeugdig aanstormend. En voor de gelegenheid: zwelgend in een jaren tachtig-geluid dat hen zit als gegoten; hell, al voor tweede nummer “Run Run Run Run Run” telt Genard af zoals alleen Bruce Springsteen dat kan. En dan moeten de synths en de exotische percussie van “Thunder & Lightning” nog volgen.
Voor de goede orde: dat was pas de derde single van Things That Don’t Go Right. Dat wil zeggen dat er nog twee betere nummers op die plaat staan, waar dit al voelt als het soort anthem waar een kleine carrière op kan worden gebouwd. School Is Cool kan beter. Met “Halfway Line”, bijvoorbeeld, waar de groep nu slim het fistpumpmoment al in de staccato-intro smokkelt zodat we metéén mee zijn tegen dat het refrein komt. Gitaarsolo? “Gitaarsolo!”, zegt Genard. Zo eentje met dat typische plastieken jaren tachtig-geluid, want ja.
“Fifty Percent” heeft een gitaartje en de galm van het prille U2 gestolen, de synths komen van rivalen Simple Minds. Dit is de Live Aid-fase van School Is Cool, het onbeschaamd omarmen van stadionbombast en daar met volle teugen van genieten. Hashtag: #NoShame. “If So” spat zo uit de boxen dat we bijna bang zijn voor de infrastructuur van Trix. Wat een bom, wat een speelplezier. Dit is een band die nood had aan deze ontlading, al moet meezingen nog altijd ontmoedigd worden. Genard, in de aanloop naar vandaag zelf tweemaal getest op corona, haalt de schouders op; “What happens in the mondmasker stays hopelijk in the mondmasker.”
Dit is niet alleen een goeie groep, dit is ook een fucking competente bende muzikanten, die hun hand niet omdraaien voor een Mark Knopfler-solo en een weemoedige folkviool (“I’m Not Fine”, met Michaël Lamiroy in een glansrol), die met elkaar kunnen lachen als toetseniste Hanne Torfs – meer en meer de Stevie Nicks van deze band – even een intro in de soep lijkt te doen draaien (“Het is onze fout, niet die van haar”), maar ook de onstuimige ongein van “New Kids In Town” nog altijd even enthousiast kunnen brengen.
Het slotakkoord is voor een “Close” dat live nog beter werkt dan het al op de radio deed. Het is scheuren op een denkbeeldige motor op een al even imaginaire highway ergens in de midwest en dat is het meeste wat we op dit moment van het leven kunnen maken. Meezingen? Ons mondmasker weet van niets. En een terugkeer die eindigt met topnummer “The World Is Gonna End Tonight” heeft niet de naam “bisronde” maar “Triomf” nodig.
Ach, wie heeft internationale acts nodig als we bands als deze kunnen zien? Stof het Sportpaleis maar af; School Is Cool is er klaar voor.