Dansen, dansen, dansen! Smachten, smachten, smachten! Faces on TV stapt van het duister op Night Funeral volledig into the light op de nieuwe ep Keep Me Close, die zowel de meer ingetogen als de uitbundige kant van frontman Jasper Maekelberg in de verf zet.
Met zijn debuutplaat onder de arm trok Faces on TV samen met Balthazar op tournee. Het was daar, op het podium, dat het meer duistere en hermetische debuutalbum openbloeide. De nummers kregen extra zuurstof ingeblazen en kregen de kans om te groeien. Maekelberg hield deze vibe vast en schreef tussen het optreden en wachten door nieuwe nummers, die hij nu samenbrengt op zijn Keep Me Close.
De ep breidt het palet van Faces on TV aanzienlijk uit. Jasper Maekelberg laat – zowel als producent als als muzikant – zijn nummers veelal drijven op percussie en ritme. Opener “Womba” wil vooral dansen en toont een grote liefde voor Talking Heads, aangevuld met flespercussie en funky gitaarlicks à la Bowies “Fame”. Gooi hierover nog scheutje Graceland van Paul Simon en je krijgt een rijk gearrangeerd topnummer dat nog voor je het kan openkrabben losbarst op de momenten dat het echt begint te jeuken.
Maekelberg gaf aan dat hij voor deze ep niet vanuit zichzelf was vertrokken, maar het werd algauw toch persoonlijker dan oorspronkelijk bedoeld. Zoeken naar die scheidslijn tussen observatie en zelfexpressie is overbodig. De vijf nummers vormen ook zonder biografische duiding een mooi thematisch geheel. “Womba” was – zonder het te laten merken – het eerste nummer in een meeslepende liefdeshistorie. In de opener is alles overdonderend en heerlijk wegvluchten in elkaar.
Na het gelag komt de kater. “Time After Time” is een mooie liefdesverdrietbrief waarin postironische gladde gitaarsolo’s het grote gebaar in de verf zetten. ‘I loved you madly, but since you left me’ gaat over in een smachtend ‘There’s no you’. Die falsetzang associeerden we tot nu toe nog niet met Faces on TV, maar het gaat Maekelberg goed af. De muzikant graaft dieper dan voorheen en durft daarbij zijn stem maximaal de hoogte in te jagen.
‘There’s nothing I can do to make this easier, for me, for you’ klinkt het in het sexy “What Love Means (Show Me)” waarin op de achtergrond subtiele flessenpercussie samen met de finger snaps een hoogpolig tapijt weven waarop het heerlijk langoureus naar het plafond staren is. Je vraagt je af waar het allemaal mis is kunnen gaan.
“Keep Me Close” is het besef van het einde. ‘There’s nothing to hold on to / still you really gotta / keep me close’ zingt Maekelberg terwijl het ritme schoorvoetend de weg naar de deur zoekt om deze achter zich toe te trekken. Op de achtergrond huilen strijkers en stemmen in het hart om het verdriet en om het besef dat meer dan close zijn niet genoeg is.
“Loser” sluit de cirkel die “Womba” vol bravoure op gang trapte. De liefde verleidt ons keer op keer tot we draaiduizelig van onzekerheid en verlangen uitgeteld in de touwen hangen. Muzikaal en inhoudelijk komt Bowies Scary Monsters and Supercreeps om de hoek kijken, met die typische slappende bas en hoge gitaaruithalen. Leerden we bij Bowie hoe zijn vroegere held Major Tom aan lager wal geraakte, dan blijft ook hier niet veel meer over van de branie op “Womba”.
Niet voor niets zegt het spreekwoord dat de ware meester zich toont in de beperking. Faces on TV levert hier – ondanks een beperkt instrumentarium dat Maekelberg zichzelf oplegde – een rijk gearrangeerde en uitgebalanceerde ep af: vibrerend van emotie, krachtig in geluid en kwetsbaar in woorden.