Fans van The Flaming Lips weten waar ze zich aan mogen verwachten. In haar al bijna veertigjarige carrière heeft de groep de nodige muzikale paadjes bewandeld, maar een constante is gebleven: de psychedelische inslag waarmee ze zowel op het randje van punkrock balancerende tot naar pop neigende songs bracht.
Een eerste opmerkelijke doorbraak (de band had al lang een schare trouwe fans) volgde in 1999 met The Soft Bulletin, dat veel meer muzikale tinten opzocht en ook duidelijk popgeoriënteerd was, in zoverre The Flaming Lips als pop beschouwd kunnen worden. Een aantal albums lang werd de ingeslagen weg onderzocht vooraleer in 2013 met Embryonic opnieuw de meer puur experimentele visie uitgedragen werd. Voor popster Miley Cyrus was het opmerkelijk genoeg meteen ook een teken om de banden met de groep aan te halen, wat onder meer resulteerde in de Beatles-cover “Lucy In The Sky With Diamonds” en het enkel digitaal uitgebrachte Miley Cyrus & her Ded Petz. Het album mikte zowel op The Flaming Lips-achterban als de meer avontuurlijk ingestelde Cyrusfans waarbij een juiste selectie van de veelvoud aan songs aangewezen was naargelang de voorkeur.
Echte pop heeft The Flaming Lips sindsdien niet meer opgezocht, net als voorheen volgden op Embryomic dan ook een aantal album in eenzelfde lijn met wisselend succes. Op het indrukwekkende The Terror (een echtscheidingsplaat naar verluidt) valt weinig af te dingen maar het daar op volgende Oczly Mlody (2017) en vooral het als semiconceptplaat opgevatte King`s Mouth: Music and Songs (2019) steken hiertegen bleek af. Op zich blijven het opnieuw waardevolle albums maar binnen het rijke oeuvre van The Flaming Lips kunnen ze bezwaarlijk als onmisbaar beschouwd worden. Desalniettemin is op die laatste plaat wel een nieuw verlangen naar het popgeluid van weleer te horen dat ook op American Head aanwezig is en hier de uitwerking krijgt die het verdient.
American Head is ook een opvallend persoonlijke plaat geworden, waarbij feit en fictie door elkaar gehaspeld worden en frontman Wayne Coyne speelt met autobiografische elementen, zoals opgroeien in de jaren zeventig in Oklahoma en druggebruik. Dat laatste was overigens altijd al aanwezig in het leven en de muziek van de band, in die mate zelfs dat het een publiek geheim is dat tweede sterkhouder Steve Drodz een tijdlang met zijn druggebruik worstelde. Toch vormen nummers als “Mother I`ve Taken LSD”, “At The Movies On Quaaludes” (een intussen uit de handel gehaald medicijn dat populair was als recreatieve drug), “You N Me Sellin` Weed” en “When We Die When We`re High” niet zozeer een ode aan noch waarschuwing tegen druggebruik als veeleer een melancholische en zelfs genuanceerde reflectie.
Zo gaat volgens Coyne “Mother I`ve Taken LSD” over hoe hij als kind via The Beatles positieve geluiden over psychedelica hoorde maar via autoriteiten en politie net horrorverhalen over gebruikers die van bruggen sprongen in de overtuiging dat ze konden vliegen. De titel zelf verwijst naar hoe zijn oudere broer bekende LSD gebruikt te hebben en hoe Coyne zelf hier mee omging. Zijn broer zal ook in “At The Movies On Quaaludes” opduiken, al gaat dit nummer veeleer over kinderlijke verwondering en de manier waarop je jezelf daarbij zo kan verliezen in een verhaal dat het nooit lijkt te stoppen. Het is een van de songs waarin Coyne zichzelf meer centraal stelt net als in “Mother Please Don`t Be Sad”, waarin hij terugblikt op hoe hij tijdens een overval vreesde te sterven en “You `N Me Sellin` Weed” waar een handeltje in weed voor hem niet meer dan een kort avontuur was, maar voor zijn toenmalige vriend eindigde in moord, een gegeven dat terugkeert in “God And The Policeman”.
Die vele terugblikken vertalen zich niet geheel verwonderlijk ook in de muziek die meer dan hint naar een jaren zeventig rockgeluid en dit koppelt aan zowel de vernieuwde popsensitiviteit als de klassieke Flaming Lips-aanpak. “Will You Return/When You Come Down”, dat ook de plaat mag openen, geldt meteen als een uitmuntend voorbeeld ervan. De psychedelische start laat nog een klassieke Flaming Lips horen, inclusief dromerige bellen en een weemoedige, uitwaaierende melodie, maar geeft meteen ook al een jaren zeventiggevoel mee dat zich zelfs enige country-invloeden laat welgevallen. Die sfeer laat zich nog duidelijker voelen in “Watching The Lightbugs Flow” waar countryzangers Kacey Musgraves louter klanken boven een wijds maar ingetogen nummer laat zweven.
Musgraves duikt overigens meerdere keren op, zo ook in het daar op volgende “Flowers Of Neptune 6” dat meer nog dan de vorige songs toont hoezeer ook pop in het DNA van de groep zit zonder dat ze daarbij enige concessie dienen te doen. Hoewel de song aanvankelijk nog positief start met een positieve terugblik op LSD-gebruik (“Doing acid and watching the light bugs glow”), slaat het tekstgewijs daarna een veel duisterder pad in dat haaks lijkt te staan op de muziek. In haar laatste aantreden op het album, “God And The Policeman”, zet opnieuw een vrolijkere start de sfeer terwijl hier evenmin een vrolijk verhaal verteld wordt. Ditmaal echter blijft het nummer in zijn psychedelische breedheid evenwel ook gegrond in zijn dramatische achtergrond en weet het treffend een gevoel van verloren onschuld op te roepen. Het is een thema dat doorheen het hele album loopt en nu eens meer de ene dan de andere richting uit gaat.
De song zelf is alvast inhoudelijk verbonden met “You N M Sellin` Weed” dat grotendeels leunt op een eenvoudige gitaarlijn en zich daarna ondanks een bredere invulling trouw blijft aan zijn trip down memory lane– insteek en slechts nu en dan uitbreekt alsof het muzikaal wil verduidelijken hoe ook herinneringen nooit eenduidig of helder zijn en net zozeer vertekend door tijd. Het koppelen van songs en thema`s is een rode draad doorheen het album zoals ook het duo “Mother Please Don`t Be sad” en “When We Die When We`re High” aantoont. Net als op verschillende andere songs is de invloed van zowel The Beatles als David Bowie nooit ver weg zonder dat het geheel in een pastiche verzandt. De breed opgezette arrangementen worden daarbij steevast in de hand gehouden waardoor de stadionopzet nergens een gevoel van intimiteit in de weg staat.
Of het nu om “At The Movies On Quaaludes” gaat, dat zonder schroom de prijs voor meest oprechte schmalz claimt (om daarna weer onverwachte paden in te slaan), dan wel om het introspectieve en verontschuldigende ‘Mother I`ve taken LSD”, inclusief zwaar aangezette strijkers: The Flaming Lips weet als geen ander de jaren zeventigrock te evoceren. Zonder daarbij goedkoop te klinken. Uiteraard past niet elk nummer even goed in het plaatje, hoewel het aan vroege electro denkende “Brother Eye” zich alvast in de eerste helft evenzeer in het tijdperk thuis zou voelen. “Dinosaurs On The Mountain” vormt samen met “Assasins Of Youth” het buitenbeentje dat echter net zozeer zijn plek in de bende heeft net omdat The Flaming Lips nergens hun eigen geluid verraden. Het afsluitende ‘My Religion Is You” bevat dan ook niet verbazingwekkend een nieuwe sneer naar (georganiseerde) religie en laat daarbij een laatste maal de symbiose van nostalgie, stijlen en persoonlijke ervaringen samen vloeien in wat de perfecte samenvatting van het album en de band zelf is.
Hoewel het vorig jaar verschenen Kings Mouth: Music And Song als een conceptplaat kon opgevat worden, geldt dat veel meer voor American Head zelf al heeft de band het niet zo bedoeld. De manier waarop zowel in muziek als tekstsueel teruggeblikt naar een tijd die zoveel eenvoudiger leek maar waarin ook de onschuld verdween, vat veel meer de huidige tijd samen dan gelijk welk doordacht pamflet. De wereld is het laatste jaar in die mate veranderd dat elk gevoel van veiligheid of onschuld op de helling komt te staan in die mate dat zelfs het verleden geen vlucht meer kan zijn. Er schuilt veel hoop en vreugde in American Head alsook nostalgie, maar die is niet gekleurd wel eerlijk en net dat maakt het album waardevol.