Als een stripreeks stilvalt, is het vaak een kwestie van tijd voor de vergetelheid lonkt. Gelukkig zijn er integrale heruitgaves bij de vleet om dat proces tegen te gaan. Bakelandt, een van de kwalitatief meest hoogstaande krantenstrips die dit land gekend heeft, is ondertussen aan de derde bundeling toe, waarin delen 11 tot en met 15 van de in 2006 stilgevallen reeks samengebracht werden.
Dat de Bakelandt-reeks in 2006 tot stilstand kwam, is officieel het gevolg van de hoeveelheid werk die tekenaar Hec Leemans had met zowel deze reeks als de stripversie van FC De Kampioenen. In zo’n geval moeten keuzes gemaakt worden en er valt wat voor te zeggen dat na 96 delen het verhaal wel zo’n beetje verteld is. Met de integrale uitgaves, waarvan het derde deel nu verschijnt, wordt teruggegrepen naar de gouden tijden, toen Hec Leemans samen met scenarist J. Daniël de reeks op gang trok.
Midden jaren zeventig gingen Leemans en Daniël met een gouden idee aankloppen bij Het Laatste Nieuws. Het duo zou de krant elke dag twee stroken van een stripverhaal bezorgen rond een roversfiguur die ten tijde van de Franse bezetting het West-Vlaamse Vrijbos onveilig maakte. De krant hapte toe en met de nodige creatieve vrijheid – de levensloop van de historische figuur Bakelandt en zijn naamgenoot uit de stripreeks liggen nogal uit elkaar – leverde het auteursduo het ene na het andere verhaal af.
Bakelandt was van meet af aan een buitenbeentje onder de krantenstrips. Het was geen typische familiestrip zoals Jommeke, Suske en Wiske of Kiekeboe, die zowat gelijktijdig van start ging als Bakelandt, dat waren. Maar net zo min was het een fantasy-historische strip zoals De Rode Ridder dat was. Als er al parallellen met een andere strip te trekken waren, dan misschien wel met Willy Vandersteens Robert en Bertrand, al speelde die reeks zich eind negentiende, begin twintigste eeuw af, terwijl Bakelandt zich honderd jaar eerder situeert. Maar beide vertrekken van figuren die al naam gemaakt hadden in de literatuur en stof waren van legendes. En die, niet onbelangrijk, buiten de wet stonden. Robert en Bertrand waren zwervers, kruimeldieven. Bakelandt ging nog een stap verder en stond aan het hoofd van een roversbende. Kom daar vandaag mee af in een strip voor het hele gezin.
In de ‘seventies’ was het echter geen probleem, net zo min als een streep bloot. In het post-mei-68-Vlaanderen waren Leemans en Mehro, de geestelijke vader van Kiekeboe, in een ludieke strijd verwikkeld om de eerste blote borst in de krant te krijgen. Dat is gelukkig niet meer dan wat het is: een klein detail in een verder rijkelijk verhaal: de Bakelandt-strips die Daniël uit zijn pen perste, waren avonturenverhalen om van te smullen. Daniël zorgde er immers voor dat de waarheid een goed verhaal niet in de weg stond. Zo kan het dus dat in Het beleg van Nieuwpoort, het openingsverhaal van deze bundel, de onderwaterzetting van de Westhoek, een actie die tijdens de Eerste Wereldoorlog plaatsvond, zich plots afspeelt in het tijdperk van de Franse bezetting.
Met verhalen als De huilende doder en De geest van de bokkenrijder wordt ingespeeld op de rijke traditie van vertellingen die het leven voor de aanvang van de moderne tijden domineerden. Zoals in de verf gezet werd door de ruwe tekenstijl die Leemans toentertijd hanteerde, was het leven rond het jaar 1800 geen lachertje. Er was niet alleen de Franse bezetting, het leven van het gros van de bevolking speelde zich af in omstandigheden die vanuit hedendaags standpunt ronduit schrijnend zijn: in bittere armoede, met veel geweld en een nagenoeg onbestaand gezondheidssysteem. Vroeger was alles beter, juist?
Hoe slechter de omstandigheden, hoe beter de verhalen, dat is gelukkig de positieve kant van de ongunstige setting. De vijf Bakelandt-verhalen die hier samengebracht worden, laten zich prima binge-lezen en vormen avondvullend vermaak. Het zouden bovendien de laatste zijn die volledig door Daniël geschreven werden. Nog geen twee weken voor de laatste stroken in Het Laatste Nieuws verschenen, overleed de scenarist aan een hartaanval. Hij verdient meer erkenning dan hem door de jaren te beurt is gevallen. Daniël werkte tijdens zijn korte leven samen met zowat alles en iedereen: hij stond mee aan de wieg van Kramiekske, schreef voor Studio Vandersteen honderden Bessy-scenario’s en zadelde Leemans met de aartsmoeilijke taak op Bakelandt in zijn eentje verder te moeten zetten. Een taak waar de tekenaar het uiteindelijk fantastisch vanaf bracht, zoals weldra zal blijken uit de volgende uitgaves. Hopelijk belanden deze integrale edities dan niet allemaal bij verzamelaars, maar vinden de uitgaves ook hun weg naar wie nog nooit een Bakelandt-album ter hand genomen heeft, zodat een fraaie ontdekkingstocht van start kan gaan.