“Veel van wat ik eet is op aanraden van de dokter. Dr. Oetker.” We zijn blij dat die flauwe mop waarmee Albatros gepromoot wordt, niet representatief blijkt voor de nieuwe Canvasreeks. Al was het ondanks de minder flauwe grappen, niet ‘lachen, gieren, brullen’ tijdens het kijken. Vanaf de eerste aflevering ademt Albatros zo’n tristesse uit, dat je niet echt durft lachen. Lachen met dikke mensen lijkt nochtans makkelijk, maar in die val van gratuite humor lokken bedenkers Wannes Destoop en Dominique Van Malder de kijkers niet, integendeel.
‘Albatros’ is de naam van het dieetkamp, waar de tien zwaarlijvige deelnemers met een mental en physical coach naartoe trekken. Naast hun dieetavonturen in de Ardennen, vertelt iedere aflevering het persoonlijke verhaal van één van hen. Elke aflevering begint met de videotape van het intakegesprek van de deelnemer die die aflevering centraal zal staan. Waarom dat een tape is, begrijpen we niet goed. Een intakegesprek voeren met een camera op je patiënt gericht, lijkt niet echt realistisch. Het doet ook denken aan de VTM-reeks Studio Tarara, waarbij we de keuze voor cassettes wel begrepen. De gesprekken voor en na het kamp zijn zeker een meerwaarde, maar vormelijk voegen de videotapes niet echt iets toe.
Albatros oogt daarnaast wel heel filmisch en voelt erg experimenteel voor een Vlaamse tragikomische reeks. De muziek die Compact Disk Dummy Lennert Coorevits maakte voor de reeks, doet het plaatje kloppen en maakt het tot een reeks die echt thuishoort op Canvas. De serie is visueel bijzonder straf, dat bewijst een pijnlijke metafoor halverwege de eerste aflevering al. Wanneer de deelnemers als een bende varkens een laadbak inkruipen en twee nordic walkers (van die wandelaars met skistokken) triomfantelijk passeren, werkt regisseur Destoop meteen op je gevoel. En het zal niet de laatste keer zijn dat hij dat doet.
De regisseur speelt zo in op je gemoed, dat je empathie voor de deelnemers vanaf de eerste aflevering zo groot is, dat ze zwaar weegt. Het persoonlijk verhaal van elke deelnemer klopt. Je hebt medelijden met elk personage omdat ze allemaal zo menselijk zijn. Dat het niet alleen een kwestie is van wat meer bewegen en wat minder eten, maakt Albatros pijnlijk duidelijk. Dat is de verdienste van Destoop en Van Malder, maar zeker ook van de indrukwekkende cast. Benny Claessens hoeft geen introductie. Ook in Albatros is hij onze persoonlijke favoriet, al willen we Raf (Dominique Van Malder) ook wel echt knuffelen. Maar bovenal zijn alle personages ontzettend authentiek. Het zijn geen clichés. We geloven ze. En Marjan De Schutters gezang gaat door merg en been.
Albatros is een tragikomische reeks, maar toch vooral het tragische blijft hangen. Als je met tranen in je ogen achterblijft, zal het niet van het lachen zijn. Begrijp ons niet verkeerd, de reeks is doorspekt met humor, zowel visueel als in dialogen, maar de bulderlach bleef uit tot de allerlaatste aflevering. Wanneer we nog een laatste keer mochten genieten van de geniale dynamiek tussen Geoffrey (Benny Claessens) en Indina (Marjan De Schutter) durfden we eindelijk doorlachen.
De zonnegroet, de therapie-alpaca Johnny, de familieopstelling en de ex-obees als gezicht van het magische dieetkamp waren nochtans ook bijzonder geslaagd. Van Malder en Destoop weten perfect wanneer ze clichés kunnen uitspelen door ze te parodiëren en blijven ver weg van de ‘lachen-met-dikke-mensen-clichés’. Albatros lacht met dieetkampen die zich profileren als de oplossing voor al de problemen van een zwaarlijvige, niet met mensen die aan zo’n kamp deelnemen omdat ze erin (willen) geloven. Albatros is dus wel grappig, maar valt nogal zwaar op de maag. Het is geen reeks die je wil bingen, maar een waarvan je elke aflevering eerst even moet laten verteren.