Qua demonen trotseren heeft Tricky nooit van iemand iets te leren gehad, maar op zijn recentste plaat moet hij de grootste vrees van iedere ouder in de ogen kijken: hoe ga je om met de dood van je eigen kind? Op Fall To Pieces klinkt de vader vertrouwd en vernieuwend tegelijk.
In het voorjaar van 2019 stierf Mazy, Adrian Thaws enige dochter. Sindsdien sloeg de zanger als een bezetene aan het werk, om tegelijk dat onbenoembare verdriet te vergeten én om het te verwerken. Het voorbije jaar bracht Thaws, beter bekend als Tricky, zijn autobiografie uit, een ep, en nu is er Fall To Pieces, zijn 14de studioalbum alweer. Het voelt aan als schoon schip maken met het verleden, om gelouterd de toekomst aan te vatten.
Zijn creatieve flow weerspiegelt zich in de esthetiek van het album. We krijgen elf schijnbaar haastig afgewerkte nummers, waarbij genres alle kanten op schieten, de meeste nummers amper langer dan twee minuten duren en abrupt eindigen. Het is alsof zijn creativiteit Tricky voortstuwt om enkel de essentie van de songs vast te leggen, zijn hoofd te verlossen van het ene idee om vervolgens verder te gaan met het ander. Het album hangt een beetje als los zand aan elkaar, maar in tegenstelling tot vroeger werk stoort het hier niet. Het is het zoeken van de vader die verder moet met z’n leven en daarbij de hoogtes en laagtes niet schuwt.
“Hate This Pain” was het eerste nummer waaraan Tricky werkte na zijn trauma. Tegelijk is het een verwijzing naar z’n eigen verleden. Hij zag als kind hoe z’n oom die net uit de gevangenis was een sigaret opstak en gedesillusioneerd zei: ‘What a fucking game’. Nu is het Tricky die moet zien te ontsnappen uit z’n eigen emotionele gevangenis. ‘What a fucking game / I hate this fucking pain / Was crying on the coast / Baby girl she knew me most’: frustratie, angstaanjagende haat en onthutsend verdriet samengebald in twintig lettergrepen, over een kille repetitieve pianoloop. Het snijdt zo diep dat het het enige nummer is op het album waarop Tricky’s stem prominent figureert. Het is meteen het langste nummer op de plaat, zonder een seconde te vervelen.
Het eerste wat opvalt bij de andere nummers is de prominente vrouwenstem die als tegenpool fungeert voor het gegrom van het Britse enfant terrible en hem haast naar de achtergrond duwt. Ze behoort toe aan Marta Złakowska, een Poolse barvrouw die op tournee was ingevallen toen Tricky’s vaste zangeres wegviel. De chemie was tastbaar tussen beiden, ze werkten hun tournee af en twee jaar later is hier hun gemeenschappelijk album. Ze verleent een zekere lichtheid aan de vertrouwde diepe bassen, dubby ritmes, vreemd gesamplede instrumenten en synth-golven uit Tricky’s duistere universum.
Recent gaf Tricky in interviews aan zich sterker te voelen dan ooit. Hij heeft de kracht om strijdend verder te gaan in het leven. ‘Don’t let it get you down’ praat hij tegen zijn spiegelbeeld in “Close Now”. “Chills Me To The Bone” laat ‘from the depths of my despair, I can’t wait to meet you there’ meer klinken als een belofte om vanuit de diepte weer omhoog te klimmen dan als wanhoopskreet. “Running Off” danst vrijelijk over een obscure balkansample, alvorens op loodzware bassen over te schakelen en “I’m In The Doorway” kuiert vrolijk doorheen een zonovergoten bloemenveld. Anders dan op “Hate This Pain” toont de piano hier haar lichtvoetige kant, zoals ook op haar klavier wit en zwart niet zonder elkaar kunnen. “Fall Please” is 2-step in een vroeg Royksopp-universum. Allemaal nummers waarop Tricky poppier dan ooit klinkt en waarbij hij toegeeft voor het eerst rekening te hebben gehouden met anderen.
Er zit focus in “Fall to Pieces”. Misschien is Tricky er nog niet helemaal, maar hopelijk kan hij met dit album het verleden achter zich laten en is hij klaar om ons op een volgende plaat weer helemaal weg te blazen met dat ene meesterwerk dat zich diep in zijn gekwetste borst nog moet ophouden.