Symplegma is afgeleid van het Griekse woord σύμπλεγμα en betekent zoveel als complex, al wordt het ook wel eens vertaald als vervlochten. In die laatste betekenis leidde het biologen gespecialiseerd in maritiem leven ertoe het geslacht symplegma in het leven te roepen, een groep diersoorten die tot de klasse van de zakpijpen behoort en waaraan verder weinig bijzonders lijkt te zijn. Voor kunsthistorici en archeologen vormde het dan weer het perfecte woord om te spreken over erotische scènes zoals afgebeeld op aardewerk of mozaïeken waarbij een meer tot de verbeelding sprekende aanvulling van wat net geportretteerd is, volgt. Voor de Mexicaans-Brusselse kunstenaar Vica Pachecco lijken alle definities en meer van toepassing te zijn, althans voor wat haar debuutalbum betreft.
Pacheco werd geboren in Oaxaca, zuidelijk Mexico, in een streek waar artistieke uitingen bij zowat iedereen met de paplepel ingegeven werden. Ze trok naar Mexico City, waar ze aan de kunstinstelling La Esmeralda studeerde en Baptiste Outreglot (Apulati Bien) leerde kennen. Een gemeenschappelijke liefde voor muziek en elkaar bracht hen eerst naar het befaamde Villa Arson in Nice, alwaar een collectief van kunstenaars opgestart werd, en daarna naar Brussel. Pacheco woont intussen al een kleine twee jaar in onze hoofdstad en heeft zich als kunstenaar laten opmerken met onder meer Vocamorfosis, een creatie voor Radio France, de culturele nationale radiozender. Het stuk dat twee jaar geleden uitgezonden werd (en online nog te beluisteren valt), is opgebouwd uit samples en vervormingen van Pachecos eigen stem en verschillende fluiten, het half uur durende werk draagt een duidelijke kunstenaarsstempel maar toont eveneens een oor voor een meer songgerichte visie die het `hoorspel` overstijgt.
Dit krijgt een vertaling in Symplegmata waarbij Pacheco nog steeds vertrekt vanuit haar eigen samples en field recordings (naar eigen zeggen heeft ze enkele duizenden bestanden) maar liever dan een uitgerekt klankentapijt te weven, kiest ze ditmaal voor `fragmenten` tussen de twee en vijf minuten. Aanvankelijk lijkt het album evenwel nog in het verlengde van ouder werk te liggen, “Amatista” is immers opgebouwd rond de stem van Pacheco waarrond ze allerlei klanken laat zweven die het geheel een dromerige sfeer meegeven. De daarop volgende nummers kennen een meer gedifferentieerde invulling met als eerste ‘correctie’ “Symplega Y Micromegas”, dat met zijn new wave/industrial-beats en klanken knipoogt naar de jaren tachtig maar in zijn uitvoering net heel hedendaags is. Dat dit evenmin de marsrichting zal worden, blijkt al snel met “Amanecer” (dageraad) dat zich explicieter bekent tot de musique concrète en een gevoel van onbehagen weet op te roepen.
In het hobbelige “La Loma” (heuveltje) wordt daarna gestreefd naar een symbiose van invloeden waardoor Pacheco zowaar haar eigen invulling van ambient geeft, jammer genoeg onderzoekt ze dit gegeven niet verder in het nummer (latere songs krijgen wel eenzelfde inslag) al krijgt ook “Château d`eau” een voldoende rustieke en zelfs bucolische (vogelgezang en fluit zowaar) inkleuring om het ontwaken niet al te bruusk te maken. De lichte percussie zal een enkeling mogelijk verleiden tot een voorzichtige reidans, maar blijft bovenal voldoende op de achtergrond om het nummer met enkele extra zomerse klanken te verleiden. Met “La Jacarandau” wordt aan de eerste plaathelft tot slot een exotisch tintje verleend door te refereren aan tribale klanken die zowel op bruitage-albums als bepaalde cocktail/loungeplaten te vinden zijn, maar binnen de context van het nummer veeleer een hommage en moderne update dan louter entertainment beogen.
Nauwelijks een plaathelft ver laat Pacheco op Symplegmata al een veelvoud van stijlen en invloeden horen die elk nummer een eigen identiteit verleent maar daarnaast ook een gevoel van eenheid vertoont. Het rituele omdraaien van de plaat zorgt uiteraard voor een moment van stilte en verpozing, wat aan “Nocturno” een nieuwe start geeft. De opbouw refereert hierbij enerzijds naar de vorige plaathelft maar laat in zijn meer strak-repetitieve percussie een ander geluid horen. Opnieuw mogen verwijzingen naar ambient gezocht en gevonden worden zonder dat ze het nummer als geheel vatten, daarvoor is Pacheco net te ongrijpbaar. De voorliefde voor metalige percussie die ook een aantal andere nummers siert, wordt in “De La Flor Viene El Fruto” sterker uitgespeeld en laat het nummer sterk op ritmes drijven. Het is een interessante aanpak die een logische overgang naar “Batalla” faciliteert, waar knisperend en krakend een nieuwe link met het prekoloniale Mexico gevonden wordt, of althans met het beeld dat zich doorheen de tijd hiervan gevormd heeft.
Niet geheel onverwacht ademt “The Haunting Melody Of Gayatri” een onheimelijke sfeer uit die perfect zou passen bij het soort korrelige zwart-wit horror/cultfilms die veeleer drijven op sfeer en visie dan een uitgesproken verhaal of helder narratief. Aanvankelijk lijkt “Sombra Sin Reptiles” zich hier bij aan te sluiten maar wanneer strijkers (?) hun opwachting maken, neemt het nummer een wending die het laat transformeren in een ratelende postindustriële track. Wanneer tot slot “Las Trenzas Negras” (zwarte vlechten) het einde inluidt, mogen enkele melodielijnen elkaar beantwoorden en zelfs voorzichtig door elkaar lopen terwijl de wereld rondom hen grotendeels hun adem in lijkt te houden. Een laatste maal wordt een dialoog opgestart waarbij beide gesprekspartners zozeer in nevelen gehuld zijn dat niet langer te achterhalen valt waar en wanneer ze opgestart werd, laat staan of ze ooit ook een einde kennen zal.
Symplegmata samenvatten of omschrijven is geen sinecure. Op haar debuutplaat laat Vica Pacheco zich duidelijk inspireren door de zogenaamde musique concrète in de manier waarop ze aan de slag gaat met voornamelijk field recordings en andere geluiden, maar net zo goed heeft ze ook de geschiedenis van elektronische muziek geabsorbeerd en invloeden uit haar geboortestreek geïncorporeerd. Daarenboven is het niet zo dat de verschillende elementen gelijkmatig of zelfs in elke song naar boven komen waardoor de plaat als geheel een lappendeken van impressies en ideeën vormt. Die verscheidenheid weet Pacheco echter ten volle in haar voordeel te benutten waardoor Symplegmata ook als een organisch geheel aanvoelt waarbinnen elk nummer een eigen identiteit heeft. Op basis van haar output, zowel dit album als ouder werk, lijkt Pacheco zich niet vast te willen vastpinnen op een bepaald geluid of muzikale richting. Die onzekere toekomst verleent aan Symplegmata een extra glans. Het is een momentopname van een kunstenaar die zichzelf verder onderzoekt, maar het is net zozeer een werk dat op zichzelf staat.