Een jaar geleden verklaarde de Leuvens-Limburgse muzikant annex kunstenaar Stijn Wybouw onder meer op de enolapagina’s dat hij tijdens live-optredens zijn gezicht rood verfde en dat de keuze voor het pseudoniem Kramp ontstond vanuit de betekenis dat iets dwarszit en er letterlijk dient uit te komen. Kramp is niet alleen de manier waarop hij zich muzikaal uit, het is eveneens het vehikel voor zijn visueel en beeldend werk. Voor Wybouw, die aan de Hasseltse kunstschool PXL-MAD afstudeerde als master in de vrije kunsten, staat performance voorop.
Zijn muzikale uitingen en exploten lopen meer dan eens door in zijn exposities en vice versa, maar hieruit besluiten dat Kramp/Wybouw louter live te beleven valt, logenstrafte hijzelf al onder meer met de nummers “Kramp en de bokkenrijders” en “Roodhuidsyndroom”, die online te beluisteren vallen en de (uiteraard) rode cassette Born from a tooth. Dat iemand die lang na het einde van het cassettetijdperk (Wybouw is van 1995) en al daar bij horende ergenissen besluit zijn muziek louter op tape uit te brengen, volstaat op zich om alle hipstermeters voluit in het rood te laten gaan en mocht Kramp daarbuiten niets relevants te vertellen hebben, zou dat ook niet meer dan terecht zijn. De paar online te vinden tracks laten evenwel al een jonge kunstenaar-muzikant horen die zonder daarom meteen baanbrekend of vernieuwend te zijn, toch een eigen stem tracht te vinden met behulp van bestaande technieken rond tape- en geluidsmanipulatie en een lofi-aanpak.
De sjamanistische aanpak die al eerder te horen was op de oude releases krijgt op Nervous Rattles een nieuwe laag. Ze laat horen hoe Wybouw zijn koortsdromen steeds beter weet uit te bannen middels verstoorde klanken die in hun subtiele variatie laag op laag leggen. Het single sided album beslaat slechts vier nummers waarvan de titeltrack, “Red Faced Demons” de kern vormt. In essentie fungeert het twee minuten durende “Fire From Above” als een deur van perceptie die geopend dient te worden opdat de luisteraar in staat is het album van Kramp in de juiste stemming te consumeren. Op papier klinkt de omschrijving van verstoorde stemmen gekoppeld aan hoog gegil op de achtergrond banaler dan de bedoeling is, want als breekijzer voor het album werkt het wonderwel.
Eens de deur geopend en de noviet geïnitieerd kan het sjamanistische Nervous Rattles het ritueel starten. Monotone geluidslagen worden met elkaar verweven terwijl op de achtergrond een droge percussietrack weerklinkt, vaagweg zijn wel ‘primitieve’ fluiten, hoorns of bellen te horen maar als geheel heeft het vooral de bedoeling de luisteraar naar een nieuw oord te brengen dankzij een bezwerende repetiviteit eigen aan egoverlossende rituelen. Ongemerkt domineert de percussie het nummer steeds meer terwijl de droomklanken naar tribale sferen en ingehouden keelzangen evolueren. Uiteraard kan dit ook allemaal louter aan de verbeelding liggen. Kramp bouwt de song zo op dat uiteindelijk elke luisteraar in het eigen hoofd ronddwaalt. Het is dan ook jammer dat hij het nummer eerder abrupt laat ophouden.
Hierdoor onstaat onbedoeld een breuk met “Redfaced Demons”, dat zich nochtans evenzeer in een niemandsland bevindt waar oude geesten en nieuwe zielen naast en door elkaar heen zweven in een poging een verbondenheid tot stand te brengen die net zo goed een eeuwigheid duurt als slechts een seconde lang is. Het opmerkelijkste aan het nummer is de manier waarop wat wel eens flarden doedelzakmuziek kunnen zijn (de schrille toon neigt er alvast naar), een onbehaaglijke sfeer helpen creëren die nog versterkt wordt door weggemoffeld gemompel, alsof vanuit een bedolven diepte toch nog een stem opstijgt. Die zal eens het andere verstomt dan ook zijn opgang maken, begeleid door spookachtige klanken die charmant ouderwets klinken en laten horen hoezeer Wybouw terugkeert naar het verleden. Ditmaal weet hij overigens wel de overgang te faciliteren naar het afsluitende “Outro”.
Dat nummer is opvallend herkenbaar in de manier waarop het een krakende gitaar enkele melodieën laat brengen die niet misstaan zouden hebben op de eerste release van een andere Kraak-alumni, Ignatz. De outro laat horen dat Kramp meer in zijn mars heeft dan louter via tapemanipulatie sferen oproepen en laat opnieuw een heel andere aanpak horen. Die verscheidenheid is bizar genoeg ook de zwakte van het album. Veel meer dan een volwaardige of semivolwaardige plaat klinkt Nervous Rattles als een staalkaartje van waartoe Wybouw in staat is. De vier nummers hebben elk een eigen identiteit die zich slechts losjes aan de andere songs binden waardoor het album als geheel coherentie mist. Het is evenwel een bedenking in de zijlijn, want het zou zonde zijn mocht Wybouw zich tot een enkel geluid of aanpak beperken, daarvoor is elke song te interessant en nodigen ze allen uit tot een verdere exploratie.