Na Dries, a Documentary uit 2017, is Reiner Holzemer alweer in de wereld van een Belgische modeontwerper gedoken – dit keer Martin Margiela van Maison Margiela. Hij laat de mysterieuze ontwerper aan het woord geheel volgens zijn eigen stijl, met enkel zijn handen en stem om ons te gidsen. Vanaf deze week beschikbaar via Dalton.be – als een van de talloze prenten die dit jaar als VOD een release krijgen.
Wie is Martin Margiela? Als u al eens leren botjes met een slit in de tenenpartij zag – vaak een bokkepootje genoemd vanwege de hoefvormige stijl – bent u goed op weg. Margiela houdt niet van bekendheid, noch van het modewereldje, waar het hem om gaat is stijl, in zijn eigen woorden. Hij wil niet moeten uitleggen waarom zijn kledij is wat ze is – de ideeën zijn er, laat de kleren voor zichzelf spreken. Holzemer gebruikt die ingesteldheid als een soort rode draad doorheen zijn documentaire. Zonder wollig te worden gebruikt hij Margiela’s jeugdherinneringen en familiearchieven – wat een geluk dat zijn moeder ze heeft bijgehouden – om een portret te schilderen van een man die van jongs af aan gefascineerd was door lijnen en stijl. Een mooie verbeelding daarvan zijn de Barbies uit Margiela’s kindertijd, die hem tot zijn eerste stijlexperimenten aanzetten en waarmee Holzemer Margiela laat spelen terwijl hij zijn retrospectieve in kaart brengt. De speelse handen kleden de poppen, de nuchtere stem beschrijft een mensenleven. Bij een onderwerp waarvan we het gezicht niet kunnen zien werkt dat enorm verfrissend, de poppen voegen een heel persoonlijke toets toe aan deze anders eerder beschouwende documentaire. Ook is het fijn hoe de ontwerper sommige van zijn eigen grootste verwezenlijkingen kan verwoorden alsof het pure toevalstreffers waren. Hij laat telkens zijn eigen idee heel natuurlijk voortkomen uit de situatie waarin hij het bedacht.
Helemaal ‘in his own words’ blijft het jammer genoeg niet. Het is smullen wanneer we mogen luisteren naar Margiela’s eigen versie van zijn belevenissen, de levensvreugde en het ondernemerschap die eruit spreken, maar Holzemer voelt om een of andere reden de nood om ook andere ontwerpers of sectorvolk aan het woord te laten. Hoewel ook Jean-Paul Gaultier een vlotte kerel vol verhalen is, net als veel van de andere ooggetuigen, doen die getuigenissen ietwat af aan het authenticiteitsgevoel. Dat komt omdat dat soort getuigenissen – begrijpelijk – vaak de nogal lofzingende kant op gaan, en zich wentelen in hun eigen bewondering voor het onderwerp. Drie verschillende modejournalisten beurt om beurt laten roepen dat Margiela baanbrekend was is nu niet meteen broodnodig. Veel waardevoller is het om Margiela zelf te laten beschrijven hoe hij zich een rockster waande. Wanneer je die getuigenissen bekijkt tegenover Margiela’s eigen nuchtere blik, is dat af en toe geestig, maar vaker zorgt het voor dissonantie.
Ook de soundtrack van Balthasar gaat meer mee in die rockmodus, een tekenende factor in de carrière van Margiela. Hun stijlvolle, soms ingetogen maar altijd zwoele gitaren ondersteunen het geheel in thema’s die nog even blijven nazinderen en ook de gehele beleving van de docu wat meer à l’aise sturen. We varen mee met de modekapitein op de altijd veranderende golven van de industrie, waarin tien jaar gelijkstaat aan twintig woelige seizoenen.
Voor wie weinig met het onderwerp heeft kan de stijl en Margiela’s karakter – al spreekt het enkel uit handen en stembanden – wel genoeg bekoren om deze frisse docu als tussendoortje te kijken. De vertelkunde van Margiela is groot genoeg om ieders leven te doorspekken met interessante anekdotes. Voor wie de industrie goed kent, zorgen de getuigenissen soms allicht voor een overdaad aan eerder lege context. Toch is Martin Margiela: In His Own Words een enorm schilderachtig portret van een man die kleding echt als kunst ziet, en het toeval wel vaker in zijn schoot laat vallen.