Bij debuut Helgië kon je met wat slechte wil Fleddy Melculy nog wegzetten als gimmick. Bij tweede plaat De Kerk van Melculy met nog wat slechtere wil als een one trick pony. Bij Sabbath Fleddy Sabbath is uw slechte wil dan wel opgebruikt, want Jeroen Camerlynck en z’n bende slaan uw scepsis aan gruzelementen met een sloophamer van een plaat.
De “Urbanus van de metal” is een omschrijving voor Fleddy Melculy die tot in den treure gemaakt is – ook geen wonder gezien de eerdere samenwerking met Camerlyncks De Staat. Maar die vlag dekt niet de volledige lading. De bijtende satire en (zelf)relativering van Camerlynck is een verademing deze tijden en vertoont gelijkenissen met die andere Vlaamse, eerder voormalige, metalspreekbuis Alex Agnew. Met dat verschil dat Camerlynck beide ook hanteert in z’n muziek.
En die klinkt op de derde plaat vetter, voller, rijker en uitgebalanceerder dan ooit. Platte muzikale clichés worden vermeden, het beukt en bottert allemaal lekker door zonder weliswaar muzikale vernieuwing in de metal(core) na te jagen. Dat verwachten we hoegenaamd niet: het is grijnzen bij bepaalde breaks, tempowisselingen en riffs. De bende van Melculy schrijft en musiceert met een enorme passie voor het genre, en (zelf)respect.
Songs als “Stop!” en “De Hel Niet Gezien” (twee hoogtepunten in het oeuvre van Melculy tout court), “De Wereld Is Wondermooi” en “Damn Tam Tam” kunnen zonder twijfel ook devil horns doen oprijzen in landen die geen hol van het Nederlands verstaan. Muzikaal staat het immers als een huis, vocaal staan de stem- en schreeuwbanden Camerlynck meer gespannen dan ooit.
Een feilloze bullshitdetector, zowel muzikaal als thematisch, helpt. Influencers, drumcirkels, social media en smartphoneverslaving, Pokémon Go, bedrijfswagens, muzikaal elitarisme, verwaande vedetten en andere kwalijke nevenverschijnselen vandaag worden sardonisch gefileerd door Camerlynck — die tijdens de Zwaarste Lijsten van deze wereld nog eens aangeeft over een heerlijk precies gevoel van humor te beschikken. Dat helpt.
Wat van Sabbath Fleddy Sabbath ook een stap vooruit maakt tegenover de voorganger, zijn songs als “Beest” en “De Hel Niet Gezien”, waarin enkele verliezen in de omgeving van de band worden verwerkt. Dat gebeurt met de juiste toon en de juiste knipoog, een soort relativerende sérieux die ook nog marge verraadt voor de toekomst.
Het valt alleen te hopen dat de volgende plaat onder een beter gesternte wordt gereleased. Op de dag dat Sabbath Fleddy Sabbath uitkwam, ging ons land in lockdown light. De livestream van hun releaseconcert in de lege Kavka in Antwerpen was er toen weliswaar boenk op, een voorgeborchte van wat er de weken nadien allemaal nog ging gebeuren. We kijken nu trouwens al uit naar de kruisiging van lockdownfeesters en hamsteraars door Camerlynck op Melculy’s vierde plaat. Maar eerst wat podia afbreken zodra het kan, van Beerputrock tot Graspop (volgend jaar dan toch…), deze plaat schreeuwt om live gespeeld te worden.
Dat Fleddy de metal moet redden, is wat sterk uitgedrukt. Het genre is op zichzelf al springlevend, maar frisse, relativerende releases als die van Melculy zijn een mooi schepje mest op die vruchtbare potgrond. Het verhaal van Melculy is bijlange nog niet uitverteld.