Neen. Neen. Neen. Neen.
“Paul Is Dead”; dat stond op Eddie Vedders t-shirt toen het prille Pearl Jam in 1993 het voorprogramma van U2’s Zooropa-tour mocht doen. De Paul in kwestie was Paul ‘Bono’ Hewson en de boodschap was duidelijk: Eddie Vedder vond de nieuwe opgeblazen parodie-rockster die de Ierse frontman speelde eigenlijk maar onzin. Zevenentwintig jaar later is Pearl Jam zelf een rockdinosaurus geworden, en is hun leider lid van hetzelfde establishment waar ook die andere Dode Paul toe behoort. Gigaton is precies het soort plaat dat je dan mag verwachten: opgeblazen rock die belangrijk wil zijn, maar vooral hopeloos gedateerd voelt.
Want Jezus, is dit echt de groep die samen met Nirvana en Soundgarden vanuit Seattle de jaren negentig in de fik stak? Wiens debuut Ten de stadionrock opnieuw uitvond door alle theater te schrappen? Zo te horen wel. De gitaren van Mike McCready en Stone Gossard zijn uit de duizenden herkenbaar, Vedder doet wat hij al eeuwen doet: een lang gezwollen “ghhrooooaa , whrooaaaa”. En toch verveelt Gigaton meer dan het begeestert. Alsof het lichaam er nog wel is, maar de geest al lang is weggesijpeld; een geval van voortijdige rockdementie.
Was er op voorganger Lightning Bolt nog een hint van inspiratie, een bevlogen punkspirit, dan hoor je aan deze plaat dat hier zeven moeizame jaren zijn ingeslopen, maanden van overthinking. Met een runtime van krap een uur is het hun langste plaat ooit, maar erger: ook elke song, hoe vermoeid sloffend ook, lijkt maar niet te willen ophouden. Luister maar naar het nodeloze drumstukje aan het eind van “Who Ever Said”, de eindeloze jam waarmee “Quick Escape” eindeloos blijft aandreinen; niet wat zijn titel belooft. De ballads, vraagt u? “Alright” klinkt als ongeveer elke trage die Pearl Jam heeft geschreven sinds “Elderly Woman Behind The Counter In A Small Town”; pompeus, onmelodieus, saai.
Met “Take The Long Way”, het zoveelste boenk-tàk-boenk-tàk nummer, zijn we aan nummer acht, en plots daagt het: het zijn die irritant naar voor geschoven houthakkersdrums van Matt Cameron die Gigaton zo’n vervelende zit maken. Het is een opluchting hoe “Dance Of The Clairvoyants” gebruik maakt van elektronische texturen voor iets wat op een potigere versie van Talking Heads lijkt. Eindelijk ademruimte, eindelijk groove; een geweldige single die een betere context verdiende.
“Seven O’Clock” heeft nog een gezellige swing; Eddie zegt dat hij nog met de jongens op café gaat en of je niet meekomt? – zoiets. Niet dus. Zes minuten later zijn we alweer in een soort midtempohel beland. En het helpt niet dat Vedder tekstueel ook geen hol te melden heeft. Op papier zouden deze verwarrende tijden een goudmijn moeten zijn, Trump het soort inspiratie dat legendarische protestplaten doet ontspruiten. Eddie doet niet mee, Eddie zingt als een echte miljonair van “They giveth and they taketh and you fight to keep that what you’ve earned”. Want belastingen daar gebeurt toch nooit iets nuttigs – als zeg maar: intensieve zorgbedden organiseren – mee. Oh wacht, er is toch een verwijzing naar Agent Orange: “Sitting Bull and Crazy Horse they forged the north and west / Then you got Sitting Bullshit as our sitting President”. Geïnspireerd.
Het kan erger. Het flauwe “Buckle Up” is het moment dat Gossard zijn ego mag bevredigen aan de microfoon, tegen “Comes Then Goes” – de titel vat het samen – zijn we Gigaton al lang kotsbeu, en dan haalt Vedder met “The kids are alright” de meest afgekloven knipoog naar The Who uit zijn hoed. Maar ach, laat ons ons optrekken aan die ene zinssnede uit opener “Who Ever Said”. “All the answers will be found/ In the mistakes that we have made”, zingt Vedder, en als dat waar is dan heeft Pearl Jam ondertussen meer antwoorden dan het ooit vragen kan bedenken. Gigaton, belachelijke titel incluis, is het zoveelste argument waarom classic rock het verdient om definitief zes voet diep onder de zoden te worden geschoffeld.
Iemand een “Eddie’s Dead”-t-shirt te leen voor deze zomer?
wat een waardeloze review , als je geen verstand hebt van muziek doe dan ook geen review.
Volgens mij was de ex van deze schrijver hppeloos verliefd op Eddie ofzo. Klinkt meer als een persoonlijk aanval dan een serieuze recensie. P.s. het is Lightning BolT.
P.s. het is hopeloos. Klinkt als een roman. Pils. Net wat ik nodig heb. Slecht bier en slechte muziek. En toch zie ik u allemaal graag!
Dat dit niet hun beste plaat is, is zeker waar. Maar… Slecht kun je hem zeker niet noemen. Eindelijk nog eens een rockplaat die naam waardig, met leuke songs. De ‘edge’ is er een beetje af maar het is wel leuk om naar te luisteren.
In mijn ogen (oren 😉) heeft Pearl Jam nog nooit een echt slechte plaat gemaakt.