Toen Hugh Masekela op 23 januari 2018 in Johannesburg overleed, verloor de Zuid-Afrikaanse muziek een van haar giganten. Nu wordt een samenwerking met een andere reus van de Afrikaanse muziek, Tony Allen, als postume release uitgebracht.
Samen met pianist Abdullah Ibrahim is trompettist Masekela de vader van de Zuid-Afrikaanse jazz. Eind jaren 50 speelden beiden kort samen in de legendarische Jazz Epistles, waarna Masekela zijn vaderland verliet voor de Verenigde Staten. Masekela bleef altijd via zijn muziek vechten tegen de Apartheid, ook toen hij in de jaren 80 terug naar Afrika trok en vlakbij zijn thuisland in Botswana ging wonen. Drummer Tony Allen is als drummer van Fela Kuti’s begeleidingsband Africa ‘70 een cruciale figuur in het ontstaan van de afrobeat. Recent kende hij een kleine renaissance met een rol naast Damon Albarn in The Good, The Bad And The Queen en het uitstekende The Source, ‘s mans debuut op Blue Note.
De opnames voor Rejoice dateren al van 2010 toen het toeval wilde dat de concertschema’s van de heren ervoor zorgden dat ze beiden in Engeland waren. Samen schreven ze een paar nummers en trokken de studio in om die vast te leggen. Die tapes bleven echter jarenlang stof vergaren. Het overlijden van Masekela in 2018 was voor Allen en producer Nick Gould het sein om eindelijk werk te maken van die opnames. Samen met enkele andere muzikanten zorgden ze voor wat overdubs, maar dat was eerder als aanvulling aangezien de samenwerking tussen Masekela en Allen centraal staat op het album.
Niet dat deze Londense sessies de eerste gelegenheid was waarop beide heren samenwerkten. Toen Masekela in de jaren 70 enkele bezoeken bracht aan de Nigeriaanse hoofdstad Lagos, jamde hij al meermaals samen met Fela Kuti en Tony Allen. Het is dan ook niet verbazend dat ze hier bijna nonchalant een album maakten — de opnames namen maar twee dagen in beslag — waar het metier en de spelvreugde op een organische manier van afspatten. Het album opent met de a capella zang van Masekela waarna diens bugel en Allens drum in een ingehouden duet verweven geraken op “Robbers, Thugs And Muggers (O’Galajani)”.
Rejoice is een mengelmoes van jazz en Afrikaanse ritmes dat tegelijk fris en vertrouwd aanvoelt. De afrobeat van “Never (Lagos Never Gonna Be The Same)” is een eerbetoon aan Fela Kuti en een uitermate aanstekelijk nummer. Wereldschokkend is het album nergens, maar toch weet het te bekoren in zijn bedrieglijke eenvoud. Van beheerste groove (“Agbada Bougou”) tot subtiel swingend (“Obama Shuffle Strut Blues”) is het een album dat als gegoten past bij warme, relaxte zomeravonden.
Is Rejoice een essentieel deel in het oeuvre van beide grootheden? Verre van. Is het een aangenaam, boeiend werkstuk dat tegelijk exotisch en vertrouwd aanvoelt? Dat dan weer wel. Alsmede een mooi pretentieloos eerbetoon voor de nalatenschap van Hugh Masekela.