In tegenstelling tot bij Cats, paste het Sonic-team de CGI-animatie wel degelijk aan na protest van fans die (terecht) huiverden bij de groteske tanden en te realistische vormgeving van de hypersnelle egel in de eerste trailer. De onoverzichtelijke chaos die die aanpassingen moeten veroorzaakt hebben enkele luttele maanden voor de release, dwingt respect af. Maar goeie looks kunnen deze humorloze banale prent niet redden.
Voor zij die in de jaren negentig niet aan hun GameBoy Advance SP gekluisterd waren: Sonic is een egel, gecreëerd door het Japanse gamebedrijf Sega. Hij raast razendsnel door loopings, verzamelt rondslingerende centjes en neemt het op tegen de gestoorde wetenschapper Doctor Eggman. In tijden waarin films als The Emoji Movie en The Angry Birds Movie 2 gemaakt worden, stellen wij ons al lang geen vragen meer bij de nood aan een film over een oude game. Sonic is nostalgie, gekend en geliefd. De enige echte hersenbreker bij deze is: voor wie is deze film gemaakt?
Het valt niet te betwijfelen dat Sonic een product is voor millennials dat misschien wel herkend wordt door kinderen, maar niet zozeer tot hun oeuvre behoort. Toch suggereren de protmopjes, politieagenten die eendjes helpen oversteken en het overkoepelende verhaal over vriendschap, dat kinderen wel degelijk het doelpubliek zijn. Des te opvallender is het dan ook dat Sonic na één weekend al doorstootte tot de top van de box-office en zich een record cadeau deed als meest lucratieve debuut voor een gameverfilming, terwijl het voor een nostalgietrip voor twenty-somethings echt wel de nodige punch mist. Het valt uiteraard ook te bemerken dat stijgende ticketprijzen en inflatie elk jaar nieuwe records opleveren, zonder dat dat daarom iets wil zeggen over het werkelijke aantal verkochte tickets.
De gehele storyline draait zowat rond het feit dat Sonic snel rent. Te snel, want Sonic liep gevaar op het eiland waar hij vandaan kwam. Uil en moederfiguur Longclaw hield hem onder haar hoede tot ze geen andere uitweg zag dan hem te verbannen naar onze aardkloot waar hij zijn krachten moet verbergen en een eenzaam bestaan lijdt. Zijn dagen bestaan uit families bespieden en zijn snelheid benutten om met zichzelf baseball of pingpong te spelen. Hij is gelukkig beweert hij: ‘Wat maakt het uit dat ze niet weten dat ik besta?’ Eerlijk gezegd klonk het wat alsof hij lichtjes waanzinnig was geworden: mij lijkt het alvast vreselijk om voortdurend te moeten observeren zonder ergens werkelijk deel van uit te maken. Als Sonic al appelleerde aan zijn oudere fans, was het wel met dit existentieel leed.
Op het moment dat Sonic beseft dat sociaal isolement en tergende verveling hem toch wat zwaar vallen, veroorzaakt zijn uitbarsting een stroompanne. En dat is waar Jim Carrey zijn zelfde oude rol mag hernemen als een halfgaar genie met een onmenselijk elastisch gezicht. Hij krijgt als Dr. Robotnik de toestemming van de Amerikaanse overheid om de oorzaak van de stroompanne te beslechten met vliegende robotlasers die hij eveneens inzet op brave burgers die Sonic willen helpen. Het zou te ver gezocht zijn om hier een bepaalde kritiek in te lezen op het geweldsmonopolie van de staat, maar er valt wel iets te zeggen over een overheid die wetenschappers inschakelt die hun laboratorium letterlijk als “evil” bestempelen. Dat terzijde: Carrey’s dansjes, nonsensicale one-liners en over-the-top acteren zijn wel zowaar het enige dat iets teweeg brengt dat naar humor neigt.
Hollywood mag voor mijn part blockbusters puren uit jeugdsentiment, op voorwaarde dat ze het commerciële overstijgen en het product met eerbied behandelen. Sonic The Hedgehog maakt het ons echter moeilijk om de goodwill van de producers te vinden. Zo worden zowel Olive Garden als Amazon meermaals schaamteloos openlijk geplugd bij een jong publiek. En eerbied voor het blauwe egeltje is er ook niet. Of moeten we het zomaar slikken dat Sonic met een agent in een auto vlucht voor Dr. Robotnik, hoewel hij zichzelf allicht tien keer sneller kan voortbewegen?
Het getuigt in ieder geval niet van bijster veel creativiteit bij het Sonic-team. Onze held heeft weinig persoonlijkheid, weinig verhaal (zo weten we vrijwel niets over Longclaw of zijn thuishaven) en weinig bijzonders. Sonic is matig entertainment voor de kleinsten, niet meer, niet minder.
De eindgeneriek hint overigens naar een sequel: we zijn dus nog lang niet van het blauwe scharminkel af. Tijd voor een origin story, Sega?