Het vierde album van de Zweede bluesmuzikant Bror Gunnar Jansson leek in deze contreien eerder ongemerkt te passeren. Gelukkig was er een passage op Eurosonic in Groningen om het alsnog onder de aandacht te brengen.
Het minste wat je van Bror Gunnar Jansson kan zeggen is dat hij uit een muzikantendynastie komt. Hij is ondertussen al de vierde generatie die zijn brood verdient met de muziek. Zijn vader was een Zweeds jazzmuzikant die nog samenspeelde met o.a. Chet Baker, Dexter Gordon en onze eigenste Toots Thielemans. Hij groeide als het ware op in jazzclub Nefertiti in zijn geboortestad Göteborg, waar hij rondtrekkende muzikanten ontmoette. In 2012 debuteerde hij zelf met zijn eerste langspeler, een album dat snel in de vergeetput van de muziekgeschiedenis verdween. Het was pas met zijn derde album, And The Great Unknown Part I & Part II, dat hij success kende, niet alleen in zijn vaderland maar ook in Frankrijk.
Jansson is een one-man band die tegelijk gitaar en percussie speelt. Ook op They Found My Body In A Bag neemt Jansson het overgrote deel van de instrumenten voor zijn rekening. Voor het album haalde hij inspiratie uit (al dan niet echt gebeurde) misdaadverhalen. Niet uit sensatiezucht, maar als een manier om leren om te gaan met de vaak wrede wereld waarin we leven. Dat gaat dan over een bekende moordzaak op een Deense journaliste, de moord en mutilatie op een prostituee, stalkers, moordpogingen in de buurt van zijn eigen woonplaats maar ook over historische gebeurtenissen.
Op zijn best is het album wanneer Jansson zich toelegt op primitieve en rauwe blues. “Body In A Bag” is pompende, onbehouwen blues waar de energie van afspat. Er passeren zinsneden als “The killer chopped me up and ditched me in a ditch / But my killer kept my head”. Om maar te zeggen dat Jansson niets probeert te verbloemen. Nog meer van dat: “Stalker” met z’n moddervette gitaar, de gloeiende blues van “Stay Out All Night Long” of de aan Hound Dog Taylor schatplichtige vuile blues op “There’s A Killer On The Loose”. Maar ook als het tempo een flink stuk lager ligt (zoals op opener “Machine”) weet Jansson te bekoren.
Op een aantal nummers laat Jansson de rode draad van het album los. Op het jolige “Will You Help Me When I’m Old” en het folky “Trains And Nights” — een duet met celliste Emma Augustsson — lukt dat nog prima, maar hetzelfde kan niet gezegd worden van de twee lange, instrumentale stukken op het album. “Det Stora Oväsendet” — geïnspireerd door de 17e eeuwse heksenjacht — is best sfeervol, maar begint al snel te vervelen. Hetzelfde geldt evengoed voor “Driving Through Norrland, Listening To Earth”, een eerbetoon aan de dronemetal-pioniers uit Seattle, dat veel te monotoon is en als een tang op een varken slaat in vergelijking met de rest van het album.
Kortom, op de momenten Jansson zijn bluesduivels ontbindt is They Found My Body In A Bag een in al z’n eenvoud opwindend album. Dat de stukken die het vooral van de sfeer moeten hebben voor een inzinking zorgen is een accident de parcours. Laat het u vooral niet afschrikken om dit album alsnog een kans te geven.