Op de meest recente Oscaruitreiking moest Little Women het stellen met een (troost)prijs voor de beste kostumering. Dat is jammer want deze nieuwe versie van de roman is zeker het bekijken waard.
De in de tweede helft van de negentiende eeuw oorspronkelijk in twee delen verschenen roman Little Women van Louisa May Alcott, kende reeds talloze incarnaties op het podium, op televisie en op het witte doek. De meest memorabele filmversies waren die van George Cukor uit 1933 en die van Gillian Armstrong uit 1994. Cineaste Greta Gerwig (die doorbrak met Ladybird) schreef nu een nieuwe adaptatie, die op slimme wijze het verhaal ontdoet van de chronologische volgorde en alles opnieuw kadert binnen het proces van het schrijven van het min of meer autobiografische boek.
De opening – met een mooie hommage aan Vincente Minelli’s Gigi – begint aan het eind van het verhaal en blikt terug op eerdere gebeurtenissen, waardoor een aantal scènes een andere dimensie krijgen in het licht van wat we al zagen gebeuren. Alles draait nog steeds om het gezin met vier zusters waarvan we de wereldlijke en emotionele beslommeringen volgen, terwijl iedereen probeert om te gaan met de tol die de Amerikaanse burgeroorlog eist.
Buiten de structurele wijziging die een nieuw perspectief biedt op het verhaal, ligt de grote troef van de film vooral in de exquise beeldenpracht. Naar verluidt geraakte Gerwig in gesprek met Steven Spielberg en vermeldde ze terloops dat haar Little Women speelt in dezelfde tijd als zijn Lincoln, waarop Spielberg haar meteen allerlei raadgevingen gaf over het gebruik van belichting – veel kaarslicht – en haar aanraadde om absoluut met pellicule te werken, daar de meester ervan overtuigd was dat je een film over de 18e eeuw best niet op digitale drager opnam. Dat Spielberg wellicht gelijk had, mag blijken uit de ongelooflijk subtiele kleurschakeringen die DOP Yorick Le Saux (die al schitterend werk leverde voor onder andere Claire Denis en Olivier Assayas in High Life of Personal Shopper) weet vast te leggen en de manier waarop de ‘zachtheid’ van de licht- en kleurovergangen tot hun recht komen door het gebruik van een bewust ‘trage’ (minder lichtgevoelige) pellicule – Kodak Vision 3, later omgezet naar een digitale tussentransfer. Die bij momenten adembenemend mooie beelden zijn de sterkte en tegelijkertijd ook de achillespees van de film: de gouden gloed en aandacht voor zachte kleuren, dompelen deze Little Women immers ook onder in een bijna verstikkende nostalgie. In zijn boek uit 2019, Make My Day – Movie Culture in the Age of Reagan, stelt filmcriticus J. Hoberman – een beetje extreem – dat sinds de jaren zeventig en tachtig ‘films de neiging hebben om de wereldlijke geschiedenis enkel nog te zien als een reflectie van de filmgeschiedenis, eerder dan het omgekeerde’. Hoberman drijft het wat ver, maar het is een euvel dat Little Women wel parten speelt: de rijke beelden, verhullen ten dele dat de meeste emoties eerder lijken te groeien uit nostalgie naar emoties uit andere films dan uit het materiaal zelf. Op een vreemde manier lijkt Gerwig te weinig vertrouwen te hebben in de emotionele kracht van haar dramatisch bronmateriaal om het op eigen merites te laten bestaan. Ook de nieuwe structurele vorm, die op een bepaald moment het artificiële karakter van de emoties letterlijk onderstreept en de extra nadruk op de ambities in de schilderkunst van een van de zussen, zijn extra romantische ingrediënten die bijdragen tot die vaststelling.
Dat er toch nog oprechte emoties te vinden zijn in de film, is vooral dankzij de uitstekende cast die erin slaagt doorleefde personages neer te zetten. Konden eerdere regisseurs beroep doen op de talenten van Katherine Hepburn, Joan Bennet, Winona Ryder, Kirsten Dunst, Claire Danes en Christian Bale, ook Greta Gerwig beschikt over een indrukwekkende schare jong en oud talent, dat zich bijzonder goed van de taak kwijt. Saoirse Ronan is heel sterk als Jo March, maar ook de rollen van haar zussen worden knap ingevuld door respectievelijk Emma Watson, Florence Pugh en Eliza Scanlen. In de bijrollen zijn er opvallende vertolkingen van Laura Dern als de goedhartige ‘mater familias’, Timothée Chalamet als de buurjongen en latere romantische twistappel Laurie en Meryl Streep als de rijke tante die af en toe financieel haar steentje bijdraagt en waakt over de goede zeden en keuzes van de dochters.
De combinatie van het talent voor en achter de camera doet de balans uiteindelijk positief uitvallen voor Little Women, maar een eerlijker benadering die met iets meer lef openlijk de kaart van de tragiek durfde trekken, was wellicht nog sterker geweest.