Anno 2019 is het geen publiek geheim dat de invasie van Irak door een Brits-Amerikaanse coalitie in 2003 een desastreuze militaire beslissing was. Die beslissing was bovendien gebaseerd op de leugenachtige stelling dat Saddam Hussein beschikte over een arsenaal aan zogenaamde weapons of mass destruction die een onmiddellijk gevaar zouden betekend hebben voor de internationale gemeenschap. In 2003 waren enkel een paar ingewijden op de hoogte van de twijfelachtige aard van het bewijsmateriaal dat aan de VN werd voorgelegd. Katharine Gun werkte op dat moment voor de Britse inlichtingsdienst en kreeg een Amerikaans memo onder ogen waaruit bleek dat sommige leden van de veiligheidsraad zouden worden onder druk gezet om een nieuwe resolutie te stemmen die de oorlog een meer legale basis zou geven. Ze lekte het document naar de pers, waarop toenmalig premier Tony Blair besloot om dan maar zonder de steun van een VN-resolutie ten strijde te trekken en Gun vervolgd werd onder de ‘Official Secrets Act’. Haar verhaal werd een boek en bijna twee decennia na de feiten is er nu de verfilming door Gavin Hood met in de hoofdrol Keira Knightley.
Hoewel Gavin Hood bij het grote publiek vooral bekend is als de regisseur van X-Men Origins: Wolverine, lopen oorlogsleed en het Afrikaanse continent als een rode draad doorheen zijn carriere die begon met Tstotsi – een portret over jeugdgeweld in Zuid-Afrika – en vóór deze Official Secrets ook al aandacht had voor moderne westerse oorlogsvoering in Eye in the Sky. Voor de verfilming van Guns verhaal heeft Hood zich duidelijk laten inspireren door de politieke thrillers uit de jaren zeventig – vooral dan door het werk van Alan J. Pakula en Sidney Lumet, die met titels als The Parallax View, Serpico, Klute of All The President’s Men tekenden voor de grote voorbeelden uit het genre.
Behalve een al te gratuite verwijzing naar All The President’s Men weet Hood gelukkig ook meer te doen dan referenties in het rond te strooien en knipoogjes uit te delen en slaagt hij erin zich de ritmiek en beeldtaal van die films ook eigen te maken. Vooral het eerste deel van Official Secrets, dat het wijdvertakte onderzoek volgt dat de Britse krant The Observer voerde nadat het gelekte document in handen kwam van de redactie, weet op dynamische wijze het gegeven van een dossierthriller – gebaseerd op research en discussie eerder dan actie – in te zetten.
Precies omdat de film grotendeels goed zit inzake opbouw en visuele vertaling van het gegeven, is het bijzonder jammer dat Gavin Hood het niet kan laten om beroep te doen op allerlei overbodige trucs die zijn prent ondermijnen. Moest Official Secrets nu echt weer zo nodig gefotografeerd worden als een doordeweekse Scandinavische crimi-reeks? Het concept op zich bevat genoeg paranoia en defaitisme. Dat extra in de verf zetten door nadrukkelijk te kiezen voor druilerig weer en een grijs-bruine sluier was echt niet nodig. Ook de verwaarloosbare dramatiek van wegwerpscènes laat in de film – een journalist in Irak, collega’s die hun sympathie uiten – is onnodig en lijkt te suggereren dat Hood uiteindelijk weinig vertrouwen in zijn aanpak lijkt te hebben.
Los van de bijzonder sterke eerste helft, wordt Official Secrets dan ook vooral overeind gehouden door de voorbeeldige vertolkingen van Keira Kneightley en Ralph Fiennes, die met onderkoeld spel en terughoudendheid inzake dramatiek de prent uiteindelijk meer klasse schenken dan de wat onzekere en wankele regie van Gavin Hood verdient.