Aan Guatemalteekse cinema geen tekort de laatste tijd. Nog maar een tweetal maanden geleden verscheen Nuestras Madres (Our Mothers), de Belgische oscarinzending van Cesar Díaz. En begin 2019, minder dan een jaar geleden, liep Temblores (Tremors) nog in de zalen – eveneens van La Llorona-regisseur Jayro Bustamente. Beide prenten werden erg gesmaakt door Enola en schopten het tot de eindejaarslijstjes op onze website. Het was dus uitkijken of La Llorona (The Weeping Woman) ook lijstjesmateriaal zou kunnen worden voor het nog prille 2020.
‘La Llorona’ is oorspronkelijk een personage uit de Midden-Amerikaanse folklore: de rouwende, moeder die ’s nachts huilt om haar vermoorde kinderen. In deze prent wordt de llorona weergegeven door Alma. Zij, een bediende van Maya-afkomst, schiet te hulp in het landhuis van de ex-dictator Enrique Monteverde (Julio Díaz), op een moment dat de laatste fundamenten van zijn vroegere imperium dreigen in te storten. De ex-dictator bevindt zich in het oog van de storm nadat hij op een openbaar proces schuldig bevonden wordt aan genocide in de jaren ’80, maar vervolgens prompt wordt vrijgesproken. Hierop vinden er onophoudelijke protesten plaats aan zijn voordeur en worden hij en zijn gezelschap opgesloten in hun eigen huis. Een huis dat met de komst van Alma schijnbaar de spoken uit het verleden doet ontwaken. Of is het Alma zelf die spookt?
De generaal in kwestie, hier Enrique Monteverde genoemd, is duidelijk een nauwelijks verholen toespeling op de echte Efraín Ríos Montt, de Guatemalteekse dictator die in 1982 en 1983 – dezelfde jaartallen worden letterlijk aangehaald in de film – verantwoordelijk was voor gigantisch veel bloedvergieten onder de inheemse bevolking te Guatemala. Voor de twijfelaars, zoek zijn foto even op en je ziet meteen dat alles in het werk werd gesteld om de acteur op de man te doen lijken. La Llorona toont ons hoe een land omgaat met misdaden van het verleden, maar ook hoe je zelf omgaat met de misdaden van je geliefden. Hoe rekbaar is het begrip familie?
De film wordt niet zozeer verteld vanuit het standpunt van die ex-generaal Monteverde, maar eerder vanuit zijn naasten, in eerste instantie zijn dochter Natalia (Sabrina De La Hoz) en diens dochter Sara (Ayla-Elea Hurtado), maar ook zijn echtgenote (Margarita Kenéfic) – die een opmerkelijke transformatie doorgaat van eerst een koele, Cruella de Vilachtige bourgeoisheks naar een eerder folkloristische heksenfiguur, met ingevallen gezicht en veel te lange grijze haren. We zien elk familielid op zijn of haar manier worstelen met het leven waarvoor ze niet gekozen hebben (verwanten van een massamoordenaar), maar waar ze wel de financiële vruchten van plukken. La Llorona pikt in op dat moment in hun leven wanneer de tijd rijp lijkt voor het verleden om wraak te nemen op dat heden. Die wraak komt niet alleen in de vorm van het massaprotest aan hun landhuis, maar voornamelijk in de vorm van het personage Alma – de ‘huilende’ – die het huis binnendringt en de structuur helemaal onderuit haalt. Niet alleen lijken er met haar komst voor het eerst barsten te komen in de onvoorwaardelijke steun die de familie steeds bood aan de ex-dictator, maar ook het huis zelf begint rare, spookachtige mankementen te vertonen, steeds met een link naar water: de kraan die spontaan begint te lopen, de vochtophoping in de muren… Het gigantische landhuis wordt op die manier zelf een ‘huilende’: la casa llorona.
De film laat zich niet gemakkelijk in een hoekje plaatsen: wat opent als een erg minimalistisch politiek drama ontaardt naar het einde toe in een uit veel symboliek opgetrokken spookhuishorrorfilm. Die tweesprong zorgt voor een stukje eigenzinnige cinema, al is het niet even eenvoudig om houvast te blijven vinden. Wie na een half uurtje La Llorona reikhalzend uitkijkt naar hoe het politiek drama zich zal ontspinnen, geraakt misschien halverwege wat verdwaald in de symbolische en mysterieuze richting die de film dan uitslaat. Sommige keuzes lijken ook wat te zeer voor de hand liggen, zoals de laatste scène of de naamkeuze van het personage Alma (haal je woordenboek er even bij). Gelukkig drukt de film je naar het einde toe weer met je schouders tegen de stoel wanneer we samen met heel de familie opgesloten zitten in hun gevangenis, terwijl het geroep van de demonstranten onophoudelijk de achtergrond blijft vullen en de spoken uit het verleden plots zeer reëel blijken te zijn.
Bustamente heeft hier duidelijk niet gekozen voor een intiem portret van een moordenaar om ons te laten inzien “dat hij ook maar een mens is en gevoelens heeft” en daar zijn we ‘m dankbaar voor. Zo hebben we er immers al tig gezien. In plaats daarvan durft hij resoluut te kiezen voor een harde, wraakzuchtige, maar – let’s face it – rechtvaardige boodschap aan alle massamoordenaars: niemand ontsnapt aan zijn verleden. ‘La Llorona viene por tí!’