Toen Bas Devos in 2014 met Violet zijn langspeeldebuut afleverde, liet hij zich meteen opmerken als een van Vlaanderens meest opvallende nieuwe filmtalenten. Hij bouwde verder aan die reputatie met Hellhole en met Ghost Tropic veroverde hij een plaatsje in de Quinzaine des Réalisateurs op het jongste filmfestival van Cannes. Deze derde toont ook een nog meer matuur geworden cineast, met een prent die een poëtisch portret brengt van Brussel en erfgenaam is van zowel Chantal Akermans Toute une Nuit, Marc Diddens Brussels by Night, als Nicholas Provosts The Invader én van Johan Daisnes literaire meesterwerk Trein der Traagheid.
Ghost Tropic werd gefilmd op Kodak 16 mm stock en de kracht van dat ‘korrelige’ formaat wordt meteen duidelijk tijdens de ingetogen ouverture die een kamer laat zien waaruit het daglicht langzaam verdwijnt. Het is een bloedmooi aangehouden ‘shot’ dat doet denken aan het experimentele Wavelength van Michael Snow en aan de laatste scène uit Chantal Akermans News from Home. Die laatste is trouwens een heel aanwezige referentie: ook Ghost Tropic is een stil observerende blik, waarin vervreemding centraal staat en dat aan de hand van zwerftochten doorheen veelal gelijkaardige nachtelijke stedelijke decors – Les Rendez-Vous D’Anna, Hôtel Monterey – een portret biedt van eenzame zielen. De protagoniste uit Ghost Tropic is net als Akermans terugkerende personages, een moderne versie van Walter Benjamins ‘flâneur’, een figuur die enkel kan geboren worden uit de biotoop van de moderne grootstad en haar specifieke omgeving en moderniteit. Samen met DOP Grimm Vandekerckhove (die als cameraman werkte aan andere Welp en Le Fidèle) haalt Devos het maximum uit zijn goed gekozen negatief en schetst hij een verhaal dat gedrenkt is in het nachtelijke licht van die moderne Belgische hoofdstad.
De minimale plot vertrekt vanuit een heel simpel gegeven: na haar werkdag valt Khadija (Saaida Bentaïeb) in slaap op de metro en heeft ze geen andere keus dan te voet de lange tocht naar huis aan te vatten (geld voor een taxi heeft ze niet en de nachtbus blijkt niet te rijden). Op haar wandeling doorheen een quasi lege en verlaten stad, kruist ze het pad van verschillende andere nachtraven. Er is een ontmoeting met een bewaker, een dakloze die ligt te verkleumen op straat, ambulanciers, winkelbediendes en Maaike Neuville als behulpzame nachtelijke gerante van een tankstation. Al die ontmoetingen leveren kleine vignetten op, die plaatsvinden in een lege wereld en lege architectuur: verlaten buurten, de torens van de verre hotels aan de horizon, maar ook de postmoderne architecturale pastisches in het winkelcentrum bij de Basiliek van Koekelberg.
Vooral het eerste uur van Ghost Tropic is bijzonder sterk, tijdens het laatste deel, beginnen allerlei plotlijnen de kop op te steken die eigenlijk overbodig zijn en die de mooi opgebouwde betovering een beetje beginnen te ondergraven. De speelduur van slechts 85 minuten, voorkomt gelukkig dat alles echt zou kunnen in elkaar zakken en aan het eind heeft Bas Devos nog een heel mooie coda in petto die een extra laag toevoegt aan deze bespiegeling over wat het betekent een nauwelijks opgemerkt individu te zijn in de hedendaagse metropool die Brussel is.
Devos heeft hier en daar de neiging iets té veel op zoek te gaan naar zelfbewuste stemmige beelden, die zijn sfeerschepping ten goede komen, maar het is een klein euvel dat ervaring wellicht zal corrigeren en beteugelen en het talent van de filmmaker straalt in ieder geval af van deze kleine maar sterke film.