Om afscheid te nemen van 2019 presenteert in december elke dag één enolamedewerker zijn of haar song van het jaar.
Ha, zeventien zijn. Ondanks je jeugdpuistjes, gebrekkige kennis van streekbieren en vooralsnog overbodige geslachtsdelen toch al de wereld aan je voeten hebben. En kunnen sporten zonder je achteraf drie dagen stram te voelen.
Maar zeventien zijn betekent ook zoekende zijn. Is die wereld wel zo simpel? Waarom drink ik in godsnaam Guinness? En waarom moet Marie mijn zorgvuldig samengestelde mixtapes niet?
Met Remind Me Tomorrow heeft Van Etten een van de platen van het jaar afgeleverd, en hier had net zo goed een stukje over “I Told You Everything”, “Hands”, of “Comeback Kid” – dat had misschien zelfs gemoeten – kunnen staan, maar “Seventeen” kroop net iets dieper onder mijn vel. Ik ben namelijk zelf ooit zeventien geweest. En ik hou van New York, de stad waar Van Ettens herinneringen zich afspelen. “Seventeen” is haar Great American Novel, gebald in vierenhalve minuut die net zo goed van die andere Great American Novelist, Bruce Springsteen, hadden kunnen zijn.
Alles aan het nummer klopt. De manier waarop het schijnbaar geruisloos de kamer binnenkomt, maar die met die machtige percussie meteen vult. Hoe het nooit echt ontploft, maar door machtig gitaarspel wel implodeert. Hoe het weer landt en vervolgens de stratofseer in gecatapulteerd wordt, met die oerschreeuw rond minuut drie. Maar vooral hoe Van Etten breekbaar doch krachtig haar jongere zelve toezingt en haar sust en aanmoedigt, terugkijkt en vooruitblikt, hoe ze instemt en leidt.
We zagen Van Etten deze zomer op Pukkelpop, het Central Park van groot-Limburg, en waren slechts half overtuigd. Haar Remind Me Tomorrow live even bevlogen zien brengen als op plaat, daar zit toekomstmuziek in.