Bovennatuurlijke toestanden en mysteries: het zijn verhaaltypes die hun fans hebben, maar in ons een lastige klant vinden. Beide types gaan immers gauw vervelen, met hun onmogelijke plotwendingen en bovennatuurlijk gedoe. De magneet is echter een uitzondering.
Het boek dat vooroordelen de deur uit borstelt en ons in zijn greep wist te houden, is het werk van Lucas Harari, een bijna-dertiger uit Parijs die twee jaar geleden in zijn thuisland debuteerde met De magneet en nu het lijvige werkstuk de oversteek naar de Lage Landen ziet maken. Geen sinecure, want Harari leidt lezers niet zomaar voorbij de eigen voorkeuren. Hij doet dat ook nog eens met een verhaal dat zich in de Zwitserse bergen afspeelt – sinds Cosey eveneens terrein dat niet door iedereen even graag betreden wordt – en dat daarenboven in een omgeving die voornamelijk architectuurliefhebbers aanspreekt.
Belangrijke les: literatuur, en bij uitbreiding het beeldverhaal, verbreedt je horizon. De magneet doet dat met het verhaal van Pierre, een jonge architectuurstudent met psychologische problemen, die Parijs achter zich laat om de thermen van Vals op te zoeken, waar hij de gebouwen die het onderwerp van zijn scriptie vormen wil bezoeken.
Het wordt een bevreemdende reis: niet enkel door de problemen waar Pierre mee kampt, maar minstens evenzeer dankzij de mensen wier pad hij kruist. We ontmoeten onder meer de geheimzinnige, en van een kort lontje voorziene Valeret en Testis, een eenzaat die niet alleen schietgraag is, maar ook getuige was van een gebeurtenis die door anderen als een legende wordt afgedaan. En dan is er nog Ondine, want ja, zelfs wie met mysteries in de weer is, loopt in een kuuroord de kans romantische avonturen te beleven.
Hoewel Harari een eerder donker verhaal afgeleverd heeft – de tekeningen blinken uit in het ontbreken van daglicht – strààlt het geheel. Je wordt als lezer moeiteloos ondergedompeld in de soms onbehaaglijke, maar tegelijk fascinerende wereld van Pierre, waarbij meer dan eens de vraag opduikt wat nu echt is: zoals het hoofdpersonage zich afvraagt wat de werkelijkheid van een gebouw is, zo ziet de lezer de vraag opduiken wat nu eigenlijk de werkelijkheid van het verhaal is.
Het sfeervolle boek waarmee Harari zijn eerste stappen zet, mag dan wat vraagtekens achterlaten, het is vooral een meer dan geslaagd debuut. Geen luidruchtig deuren intrappen, noch verlegen in een hoekje wegkruipen, maar simpelweg met tekeningen een verhaal afleveren waar weinig op af te dingen valt en dat de nieuwsgierigheid weet te prikkelen van wie normaal gesproken zonder verpinken halverwege de flaptekst al zou afhaken. Een prestatie.