Met het eerder dit jaar verschenen These Times lijkt het tweede bedrijf in de carrière van The Dream Syndicate stilaan uit te groeien tot een echt nieuw begin. In een uitverkochte AB Club toonde de band nog altijd te behoren tot het beste wat er in de gitaarrock te beluisteren valt.
In 2012 kwam de band na een hiaat van 23 jaar terug bijeen voor een aantal concerten in Spanje. Een volwaardige reünie-tournee volgde snel daarop en resulteerde in 2017 ook in een comebackplaat. How Did I Find Myself Here? Was een voltreffer die zonder blikken of blozen naast het beste werk van de band mocht staan. Eerder dit jaar volgde met These Times dan een nieuw album. Eentje dat misschien net niet het niveau van z’n voorganger haalde, maar toch nog altijd toont dat frontman Steve Wynn een geweldig songsmid is.
Naast Wynn bestaat The Dream Syndicate nog altijd uit oorspronkelijk drummer Dennis Duck en bassist Mark Walton, die sinds derde album Out Of The Grey (1986) deel uitmaakt van de Californische band. Maar The Dream Syndicate, dat is natuurlijk ook vooral de interactie tussen Steve Wynn en de tweede gitarist. Tegenwoordig is dat Jason Victor, die al deel uitmaakte van Wynns begeleidingsgroep The Miracle 3. Net zoals bij voorgangers Karl Precoda en Paul B. Cutler zorgt ook hier de interactie tussen beide gitaristen voor magie op het podium. Toetsenist Chris Cacavas (Green On Red) is ondertussen min of meer uitgegroeid tot vijfde bandlid.
Durven openen met “How Did I Find Myself Here?”, een nummer dat ook in z’n liveversie makkelijk over de tienminutengrens gaat, toont het vertrouwen dat de band ondertussen opgebouwd heeft. Een lange intro, waarna Victor en Wynn elkaar voor de eerste maal opzoeken voor een eerste snerpend gitaarduel. Wat meteen opviel, was hoe naadloos oud en nieuw werk — beide grofweg goed voor de helft van het optreden — in elkaar overvloeiden. “Put Some Miles On” van de laatste plaat bijvoorbeeld, was ook live een groovy, psychedelisch festijn. Een nummer als “80 West” groeide op het podium uit tot een nieuwe bandklassieker-in-wording, terwijl toetsenist Cacavas op “Black Light” een glansrol toebedeeld kreeg.
Voor bindteksten was er nauwelijks plaats terwijl de band het ene nummer na het andere afvuurde. Een knallend “Medicine Show” toonde misschien dat Wynn geen groot zanger is, maar dat stoorde geen moment. Op “Halloween” was het Wynn zelf die voor de verandering de gitaarsolo voor zijn rekening nam, terwijl “When You Smile” in feedback gedrenkt werd. Een hoogtepunt werd bereikt met een furieus één-tweetje van oudjes “The Side I’ll Never Show” en “Then She Remembers”. Een beetje ongelukkig werd de reguliere set afgesloten met een mak “Glide” dat de band nergens wist te laten openbarsten.
Gelukkig was er nog een uitvoerige reeks bissen voorzien. “Still Here Now” opende aarzelend, maar met “I Have Faith” — een zeldzame verschijning in de concerten van de band — en “Burn” bouwde de band knap op naar de apotheose die “Days Of Wine And Roses” werd. Een ontketende band liet de gitaarsolo’s op het publiek los terwijl drummer Duck onverstoord de boel bij elkaar hield. Terwijl de temperatuur in een zweterige AB Club nu echt wel het kookpunt bereikte, was het vooral een triomf van een band die ook na ettelijke decennia niet met de handrem op staat te spelen, maar zich elke keer weer smijt. Op zijn beste momenten, zoals in de AB, levert dat sterke concerten op.