De Groote Oorlog kan intussen weliswaar een eeuwling genoemd worden, de fascinatie ermee is nog steeds niet verdwenen onder filmmakers, romanciers en andere verhalenvertellers. De manier waarop een continent zichzelf verloor in een waanzinnige strijd en grootmachten in elkaar stuikten, mag op zich dan wel niet uniek zijn, de oorlog betekende wel een breuklijn tussen een oude geschiedenis met haar tradities en de moderniteit die ook nu nog haar sporen nalaat. Voor een geoefend schrijver vormt het dan ook de perfecte achtergrond voor een degelijk opgebouwd verhaal.
Klinkt “degelijk opgebouwd” ietwat denigrerend, dan bewijst Daniel Masons De wintersoldaat alvast dat dit geenszins zo gelezen hoeft te worden. Uiteraard behelst het verhaal geen grootse literatuur, noch kan Mason verdacht worden van geijkte paden af te wijken. Maar dat staat geenszins het leesplezier in de weg, niet in het minst dankzij Masons schrijfstijl en zijn talent om een andere wereld op te roepen. In dit geval is dat het Wenen ten tijde van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie – meer bepaald het oostelijke oorlogsfront waar het koning-keizerrijk zich geconfronteerd ziet met Russische oorlogstroepen en een steeds groter wordende groep gewonde soldaten, terwijl de levens- en geneesmiddelen schaars zijn.
Hoofdpersonage is de tweeëntwintigjarige Lucius, een briljante geneeskundestudent met een bijzondere interesse in neurologie. Maar met nog twee jaar studie voor de boeg blijft het vooral bij theoretische kennis. Als zoon van Poolse adel, met een vader die als majoor bij de lansiers diende en een moeder die als geen ander een neus voor zaken en netwerken heeft, groeide hij op in een beklemmende omgeving waarbinnen hij zichzelf nooit een plaats wist te geven. Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, ziet Lucius dan ook de uitgelezen kans om uit zijn beklemmende omgeving te ontsnappen en eindelijk praktijkervaring op te doen. Zowel zijn moeder als enkele van zijn professoren trachten hem een veilige plek ver van het front te bezorgen, maar Lucius is hen te slim af en weet zichzelf een positie te verwerven bij een veldhospitaal.
Het hospitaal dat ondergebracht is in een kerk in de Karpaten beantwoordt echter allesbehalve aan de hoge verwachtingen van Lucius. Er is nauwelijks medisch materiaal voorzien en behalve een verpleegster/non en enkele lokale vrijwilligers is er geen personeel of arts aanwezig. Met de moed der wanhoop gooit Lucius al zijn kennis in de strijd, maar het is de opmerkzame verpleegster Margareta die zijn praktische onkunde niet alleen opmerkt, maar ook verborgen houdt voor de andere helpers en patiënten. Naarmate Lucius zich de oorlogsgeneeskunde steeds meer eigen maakt, groeit er een aparte verstandhouding tussen hem en Margareta die hen beiden ook in verwarring brengt. Wanneer zich tussen een nieuwe groep gewonde soldaten een zo goed als catatonische soldaat bevindt, focussen de twee zich met een ongeziene ijver op zijn genezing.
Voor de ondanks alles ook ambitieuze Lucius vormt de soldaat Horváth een gedroomd studieobject dat hem enige faam kan bezorgen. Wanneer de ambulance langskomt om de zwaargewonden en verminkten op te pikken voor verdere verzorging verder van het front, wil Lucius dan ook halsstarrig zijn patiënt bij zich houden voor verder onderzoek, terwijl Margareta er net op aandringt hem mee te sturen. Wanneer niet zoveel later een Oostenrijkse luitenant de soldaten komt opeisen die volgens hem geschikt zijn voor het front, gaat hij in tegen Lucius’ argumenten dat Horváth wel degelijk ziek is en niet doet alsof om aan de oorlog te ontsnappen. De zogenaamde shellshock (posttraumatisch stresssyndroom) werd weliswaar in deze periode omschreven, het is ook een feit dat patiënten die hier aan leden door de legerleiding vaak van desertie verdacht werden.
In een poging Horváth te ontmaskeren, gaat de luitenant echter zover dat hij hem blijvend verminkt en ongeschikt maakt voor verdere dienst. Hoewel het lot van Horváth, die hierna inderdaad naar een veilig hospitaal gebracht wordt, lange tijd blijft hangen tussen Margareta en Lucius, leidt het verlangen naar elkaar toch tot een geheimgehouden relatie. Die wordt echter bruusk afgebroken door het oprukkende Russissche leger, waarbij Lucius gescheiden raakt van haar en het veldhospitaal. In een poging haar terug te vinden, kiest hij voor een rondreizende opdracht. Maar wanneer het doek over de oorlog en het voormalige koning-keizerrijk valt, lijkt alle hoop verloren. Daarenboven heeft zijn moeder besloten haar begeerde zoon (een adellijke arts van een rijke familie) uit te huwelijken aan een waardige familie.
In de manier waarop Mason de familie van Lucius en in het bijzonder zijn moeder tekent, weet hij perfect de dunne lijn tussen realistisch en karikaturaal te bewandelen opdat beide ouders zich stereotypisch genoeg gedragen om herkenbaar te zijn in hun elitaire denken zonder meteen onsympathiek over te komen. Ook bij de andere personages wordt er net genoeg diepgang gecreëerd opdat niet te duidelijk wordt dat ze er in de eerste plaats zijn om het plot voort te stuwen of het personage Lucius meer vlees te geven. In De Wintersoldaat wil Mason immers in de eerste plaats een romantisch verhaal brengen met een snuifje mysterie. De manier waarop hij dit weet te bewerkstelligen getuigt, zoals gezegd, van vakmanschap. De roman leest vlot en nergens worden de nevenpersonages tot pure karikaturen herleid, met uitzondering van de hardvochtige luitenant die geen zweempje empathie lijkt te bezitten.
Uiteraard voelt de doorgewinterde lezer al snel aan dat de relatie tussen Lucius en Margareta een van de hoofdbrokken van de roman zal worden, evenals dat dit niet zonder de nodige horten en stoten zal gaan. Mason weet de verschillende ingrediënten van zijn roman echter af te wegen en het geheel geloofwaardig te houden. Ook in zijn beschrijving van de oorlog en Wenen weet hij perfect hoeveel detail nodig is om het geheel te laten werken. De wintersoldaat is geen grootse roman in die zin dat het verhaal psychologisch diepgravend is of grote theorieën over mens, bestaan en liefde poneert, maar dat beoogt het ook niet te zijn. Het is in de eerste plaats een vlot lezend verhaal dat de aandacht tot op het einde er weet bij te houden en een aantal uur leesplezier verschaft.