Opeth komt eind september met een nieuw album, hun dertiende al (suck on that, Maynard). Het schot voor de boeg dat ze zonet uitbrachten, mag er wezen.
Wie écht uitkijkt naar Fear Inoculum, weet dat er een maandje later nog wat lekkers staat te wachten. Gelukkig worden we nu al zoet gehouden met wat een primeur moet zijn. Michael Åkerfeld zingt in zijn moedertaal. Geen zorg, hij herhaalt het kunstje ook in het Engels en wel net zo feilloos. Goed voor in totaal 17 minuten extreem veelbelovende voorpret.
Opeth categoriseren is zoals het geslacht der engelen bepalen. Åkerfelds griezelig nerdy encyclopedische metalkennis is in essentie wat de sound van Opeth bepaalt. Dat en een fantastische band achter hem, die inmiddels al meer dan tien jaar ongewijzigd is gebleven. Wat dat betreft is er voor dit nieuwe Opeth-hoofdstuk schijnbaar geen verandering -herkenbaarheid troef in dit nieuwe nummer- behalve één constante die doorheen de hele carrière van de band aanwezig is gebleven: muzikale verrijking.
Opeth evolueerde van een dertien-in-een-dozijn death metalband naar wellicht de meest gerespecteerde progact op de planeet (Tool buiten beschouwing gelaten). Ook nu exploreert het kwintet nieuw terrein: de Emerson Lake & Palmer-eske explosie voorafgaand aan de monumentale akoestische outro, bijvoorbeeld. Wederom wereldklasse.
Virtuositeit en humor gaan hand in hand bij Åkerfeld en co, maar dat moet je vooral live mee maken. Wat ook kan op 6 november in de Ancienne Belgique. Het album zal trouwens In Cauda Venenum heten. Het is kennelijk een trend.