Hypes laten zich altijd graag vatten in cijfers. 17 miljoen volgers op Instagram, meer dan een paar miljard streams van haar eerste ep op spotify, een record van 800.000 voorbestellingen van dit debuut op Apple Music, in Amerika na amper twee weken al de derde meest gestreamde plaat van een vrouwelijke artieste ooit, in de UK de jongste vrouwelijke artieste ooit die op 1 stond. Maar er is meer dan deze ronkende cijfers alleen. Dat bewijst deze 17-jarige van 1m65 en 61 kg met verve. Blauwe haarverf in haar geval.
Want WHEN WE ALL FALL ASLEEP etc. is veel te goed om te bezwijken onder cijfermatig gehijg. Schoppen 16-jarigen een hele oudere generatie een geweten door te spijbelen voor het klimaat, dan schopt een 17-jarige een hele generatie popmuzikanten tegen de schenen met een briljant opwindende, donkere popplaat die de suikerpop van talloze andere debuterende artiesten met (vaak letterlijk) angstaanjagende cool uitlacht. Iemand nog iets van Sigrid gehoord, bijvoorbeeld?
Die cool overheerst gelukkig ook niet té. Eilish werd de afgelopen maanden en jaren al te graag voorgesteld als “het meisje dat nooit lacht” omdat lachen haar “zwak deed voelen”. Dat aanstellerige beeld is ondertussen na talloze interviews en foto’s op Instagram gelukkig bijgesteld. Ze opent deze plaat trouwens schaterlachend terwijl ze met veel speeksel haar beugel uitdoet. Het album hoeft niet door een opgefokt imago ondergesneeuwd te worden. Haar Weltschmerzimago hielp Eilish echter wel de bravere popsongs van op haar debuut-ep Don’t Smile At Me (tja) harder te doen opvallen.
Het album tekent een schrikwekkend groeiparcours vanaf haar debuut met “Ocean Eyes” als 14-jarige. Zo ook “Watch”, een mooi en catchy popnummer dat boven het maaiveld uitsteekt door verbale messteken als “I’ll sit and watch your car burn with the fire that you started in me”. Dat (zelf)destructieve kantje werd sindsdien gecultiveerd. Tot bleek dat haar nieuwe songs die naar dit debuut aftelden, al donker genoeg waren. Ze begon te spelen met horror en haar angsten in woord en beeld. Op het briljantste popnummer in jaren (echt), “bury a friend”, klinkt het nog van “I wanna end me”, terwijl ze in de al even briljante videoclip haar eigen angsten (naalden, hulpeloos overgeleverd zijn aan de wil van anderen) ondergaat.
Het is in alle opzichten het sleutelnummer van dit debuut dat niet alleen zijn titel ontleent aan de slotzin van “bury a friend”, maar ook de donkere, immer woelende sound met mijlsdiepe bassen en koortsig gefluister. Beluister deze plaat via een koptelefoon of met stevige boxen op vinyl. In de donkere zusjes van “bury a friend” zoals daar het ongemakkelijk catchy en verslavende “bad guy” en “you should see me in a crown” zijn, ligt die sound er vingerdik op. Meteen is het poppodium van 2019 bekend trouwens; Eilish was wellicht nog niet geboren wanneer iemand haar zo’n hattrick van drie opeenvolgende geniale singles op nauwelijks drie maanden tijd voordeed.
Maar heel WHEN WE ALL etc. (het puberale spel met hoofd- en kleine letters in haar titels mag ze bij de volgende plaat laten vallen) laat zich luisteren als een koortsdroom, een nachtmerrie waarin dissonante mindfucks je alle kanten uitsturen. Er is de lachband die slapstick maakt van het slepende “wish you were gay”, er zijn de talloze vervormingen die de schoonheid van het verrassend kwetsbare “when the party’s over” onbetrouwbaar maakt, er is de bevreemdende quote “No Billie, I haven’t done that dance since my wife died” die uit het niets “my strange addiction” inleidt. Deze plaat is een spookhuis en maakt van popmuziek een bezoeker in een alles vervormend spiegelpaleis.
De krachttoer zit ‘m erin dat deze plaat in alle verscheidenheid door die sound en vervorming een krachtig geheel vormt, alsook verrassend consequent is, al vergt de tweede helft meer luisterbeurten. Gezien de tientallen miljoenen streams op Spotify is haar jonge aanhang bereid die moeite te doen. Ook dat maakt van Billie Eilish zo’n atypisch rolmodel dat zich resoluut afzet tegen de pop-upmuziek die popmuziek tegenwoordig veel te vaak is. Dat is ook de grote verdienste van haar broer Finneas, waarmee ze samen een tot dusver ongehoorde unheimliche catchiness boetseert.
Die muzikale originaliteit wordt versterkt door al even unheimliche videoclips waarin Eilish zwarte tranen huilt of zich door tarantula’s laat bekruipen. In de clip van “Bad Guy” lacht ze geposeerde coolness uit met zo’n cool dat de hilariteit verwarrend werkt. En ook tekstueel acteert ze op hoog niveau, wat een hele generatie tieners al weken over elkaar doet struikelen om de lyrics te analyseren. Ook hier: faut le faire. Citeren uit de reeks Sherlock, drugs wegwuiven, Sint-Pieter aan de poort van de hemel uitlachen, hopen dat haar ex homo is zodat het niet aan háár lag en ruimte geven aan haar angst om vrienden te verliezen aan de dood. De muzikale afwisseling tussen licht en donker laat zich ook luisteren in de teksten, zodat het geheel niet te verstikkend is.
Believe the hype dus? Daar gaat het niet over. En om te zeggen dat WHEN WE ALL etc. een steen verlegt in het kabbelende water van de popmuziek is het te vroeg. Maar deze plaat zal voor lange tijd de maatstaf zijn voor elk ander popdebuut, omdat het ongedwongenheid aan visie en lef koppelt, met eindelijk nog eens een opgestoken middenvinger naar voorgekauwde conventies. 17 jaar en ze stapt de muziekwereld binnen met een grote onderscheiding.
Eilish speelt op zondag 18 augustus op Pukkelpop.