In een uitverkochte AB Club bracht de Angel Olsen van het land Down Under haar tweede langspeler Crushing mee. En een heleboel keelfluimen.
“I don’t know what I need. I need many things. Maybe more whisky.” Tijdens de eerste nummers leek het nog alsof de grimas van Julia Jacklin zich aan het samentrekken was door de intense emoties die verweven zijn met nummers als “Body” en “Eastwick”. Maar al snel besteeg ze de biechtstoel: Jacklins gespannen houding bleek vooral te maken te hebben met een hardnekkige verkoudheid die zich nog vele malen op aanwezig zette tijdens haar show. Keel- en stemproblemen zijn zowaar het meest rotte dat een artiest kan overkomen tijdens een tour. Of je laat je stem rusten, en stelt een hoop mensen teleur, of je neemt het risico om letterlijk de ziel uit je lijf te zingen. Jacklin verkoos het laatste, en ze kwam er nog mee weg ook. Grotendeels.
Het is alleszins al veelzeggend dat beide openingsnummers als hoogtepunten van de set gerekend kunnen worden. In “Body”, vergezeld door donkere bassen, prevelde ze pseudogedissocieerd over hoe haar naaktfoto’s op het internet gepleurd werden door een rancuneuze beminde. Maar het is tijdens het verwoed gestripte “Eastwick” — een valse trage — dat Jacklins doorleefde stem en lyrische talent echt tot uiting kwamen. Zuiver bezong ze eerst het rouwen, om dan bijtend terug te keren met triomfantelijke gitaren en een sneer: “you are not in the wild / you are in a pen / a forgotten sow wondering when you can run.”
Het daarop volgende “Motherland” was het anthem voor de twentysomethings, de weifelende, ongeduldige dromers op zoek naar iets wat op succes lijkt. Binnen dezelfde categorie viel “Don’t Know How To Keep Loving You”, een volwassen ballade over gestrande relaties. We zijn enkele nummers ver, en het wordt steeds minder duidelijk waarom Jacklin het succes van landgenote en indiester Courtney Barnett nog niet heeft kunnen evenaren. Haar performance is overtuigend en doorvoeld, gespijsd met eerlijke, ijzersterke lyrics waar Barnett — zeker na haar laatste langspeler — nog een puntje aan kan zuigen.
Kortom was Jacklin op weg naar een quasi perfecte show — zij het niet dat whisky geen wondermiddel is. Voor “Turn Me Down” vroeg ze fijntjes toestemming van het publiek, en vooral vergevingsgezindheid: “I feel like I will humiliate myself, trying to hit the high notes.” Onzekerheid leek voor de goedgeluimde AB-ganger evenwel al lang niet meer aan de orde: de zegen werd gegeven. Maar het was alsof Jacklin zichzelf gejinxt had: net op de allerlaatste noot van de bridge ging ze de mist in. Haar krachttoer liep op zijn een einde.
Het leidde ertoe dat ze tijdens “Pool Party” haar backing het moest laten overnemen om niet al te muzikale kuchjes op haar bandleden los te laten. De verkrampte grimas kon nu niet enkel meer aan haar gezondheid te wijten zijn. Duidelijk teleurgesteld werkte ze nog “Head Alone” en wellicht haar meest ironische versie tot nog toe van “Pressure To Party” af. Op bisnummers hoefde het publiek niet meer te rekenen.
Ach, Julia Jacklin had het geluk niet aan haar zijde maandagavond. Noch de afgelopen twee jaar, als we Crushing — nu al een van dé break-upplaten van het jaar — moeten geloven. Een dik uur lang gaf ze enerzijds intiem en glashelder haar innerlijke gevechten mee, anderzijds vocht ze vooral tegen haar wispelturige stem die het ene moment oversloeg en het andere moment de noot perfect raakte waar het moest. Volgende keer misschien rum met honing proberen, Julia?