Mirai of the future (Mirai no Mirai)

In een prachtige – door de vader ontworpen – architectenwoning, komt, samen met de eerste sneeuw, het pasgeboren zusje van Kun (stem door Moka Kamishiraishi) thuis uit het ziekenhuis. Haar naam Mirai betekent ‘toekomst’ en ze zal haar broer als ‘Mirai uit de toekomst’ dan ook bijstaan in zijn moeilijke aanvaarding van de pasgeboren baby.

De verwondering omtrent de nieuwe aanwezige, verandert bij Kan al snel in woede, frustratie en jaloezie, zodra hij merkt dat de aandacht en liefde die voordien aan hem besteed werden, nu voornamelijk naar de blozende baby gaan. Het begin van deze film van Mamoru Hosoda is in zijn voorstelling van de banaliteit van het dagelijkse leven ontroerend en humoristisch. Men krijgt de indruk dat uitspraken en handelingen opzettelijk simplistisch worden voorgesteld om dan op zoek te gaan naar de poëzie van het dagelijks leven. Na de dramatische hoogtepunten – in het begin door hun herkenbaarheid hilarisch – waarbij de baby krijst nadat Kun haar met een van zijn speelgoedtreinen heeft geslagen, hij van schuld en woede ook in tranen uitbarst en de ouders uit wanhoop al snel volgen; beginnen de scènes waarin het kind in zijn fantasie vlucht.

In de visioenen van de vierjarige Kun verschijnen immers zijn familieleden om beurten in een andere vorm of tijd. Zo geeft een antropomorfe versie van zijn hond hem lessen over jaloezie, ontmoet Kun zijn eigen moeder als problematisch kind, ziet hij zijn charismatische grootvader die hem voorbereidt op het avontuur van het leren fietsen en ontmoet hij tenslotte ook zijn zus Mirai als pubermeisje die hem de les spelt en duidelijk maakt dat hij haar als baby niet zo lastig moet vallen. Net zoals zijn vader het wondermooie huis construeerde rond een boom in de binnentuin, zo komen de visioenen voort uit deze boom die Kuns genealogie representeert. Conceptueel is de film dan ook vrij sterk, maar het blijft tevergeefs wachten op een meer diepgaande uitwerking.

De fantasieën worden afgewisseld met de frequente woede-uitbarstingen van het kind, waar heel de film uiteindelijk om draait. De dagelijkse gebeurtenissen, evenals de fantasieën zijn evenwel wat arbitrair en hangen nogal losjes aan elkaar. Een rode lijn lijkt enkel de moraliserende les voor kinderen te zijn, terwijl de vraag zich stelt of die wel tot hen kan doordringen. Mirai is te conceptueel en abstract om de verbeelding van een kind (van de leeftijd van Kun) echt te prikkelen en de scène met de monstertrein in het station van Tokyo is ideaal voer voor terugkerende nachtmerries. De film wil een soort equivalent vormen voor Pixars Inside Out – ‘hoe ga ik als kind om met moeilijke emoties’ – maar blijft spijtig genoeg steken in een al te belerende toon. De eerder simplistische levenslessen zijn dan weer te nadrukkelijk om echt boeiend te blijven voor een meer gevorderde kijker. Die krijgt trouwens een even doorzichtige boodschap mee: je leert opvoeden door je kinderen en niemand is een perfecte ouder, zolang je echter je best doet, is het wel in orde.

Het patroon van familiedrama naar escapistische fantasie wordt al te vaak herhaald en tegen het einde groeit de onduidelijkheid over de intentie van deze visioenen steeds meer. Het ritme van de film zit er telkens enkele tellen naast en Mirai mist een evenwichtige narratieve lijn en een sterkere visuele dynamiek (bijna heel de film speelt zich in het huis af en hoe mooi die locatie ook is, we hebben ze na het eerste kwartier wel gezien). Er zitten al bij al verschillende boeiende concepten verwerkt in het script, de stijl is mooi uitgewerkt en de achtergronden bezitten een verfijnde impressionistische toets, maar de uitwerking van het geheel is ietwat te slordig en al te abstract.

Het spel met de tijd, waar cinema vanaf zijn ontstaan intrinsiek mee verbonden is (Gilles Deleuze komt hier voor de geest) en waar oneindig veel potentie in zit, wordt hier amper uitgewerkt en alles loopt met te weinig samenhang of logica door elkaar heen. Ondanks het feit dat het verhaal verteld wordt vanuit het perspectief van Kun, krijgen we ook zelden het gevoel ons in de wereld van een kind te bevinden. Het contrast met de films van Hayao Miyazaki voor een jonger publiek (Ponyo, My Neighbor Totoro, Kiki’s Delivery Sevice ), een traditie waarbinnen Mirai zich duidelijk probeert te situeren, is groot. De prent barst van de ambitie, maar al bij al voelt de film ietwat leeg aan en blijft men achter met een zeker gemis. De magische dimensie die Animé vaak weet te evoceren, blijft hier dan ook nét buiten bereik..

Met:
Moka Kamishiraishi, Yoshiko Miyazaki, Gen Hoshino
Regie:
Mamoru Hosoda
Duur:
98 minuten
2018
Japan

verwant

Belle (Ryû to Sobakasu no Hime)

Hoewel Mamoru Hosoda al een tijdje meedraaide (onder andere...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in