Tiny Legs Tim zocht en vond in New Orleans de inspiratie voor zijn nieuwe plaat Elsewhere Bound. Het werd een vrolijk klinkend geheel, alleen de goede luisteraar hoort dat er al eens een wolkje voor de zon komt in het bluesuniversum van Tim De Graeve. Waar anders konden we met hem afspreken dan in de Gentse Missy Sippy, om dit allemaal onder de loep te nemen?
enola: De reis naar New Orleans in 2017 heeft een grote muzikale indruk op je gemaakt, je slaat opnieuw een andere richting in.
Tim De Graeve: “Ja, Elsewhere Bound, ik moest niet lang zoeken naar een titel (lacht). Ik wou eigenlijk al lang naar New Orleans, omdat de muziek mij aansprak, en na de reis is het blijven broeien. Het was dus ook belangrijk dat ik mensen vond met een hart voor die muziek, en dankzij Tom Callens lukte dat. Tom heeft ook de arrangementen geschreven, hij was blij dat hij eens voor rhythm-and-bluesgetinte muziek kon schrijven.”
enola: Ook Steven Troch doet weer mee.
De Graeve: “Voor mij was dat vanzelfsprekend, al moet ik wel zeggen dat er mensen in mijn omgeving waren die vonden dat blazers én harmonica wat te veel van het goede waren. Ik vond van niet. We hebben eerst wel een preproductie opgenomen met de vorige band, en toen de blazers erbij kwamen, moest Steven herbeginnen. Maar dat is dan ook weer typisch Steven, hij is muzikaal zo sterk dat hij dat kan.”
“De blazers waren de enige instrumenten met een partituur, dus iedereen kon zijn ding doen – binnen de structuur van de nummers natuurlijk. Iedere take was daardoor verschillend van de vorige. We hebben trouwens opnieuw live en in een ruimte opgenomen, zonder overdubs. Dat is een constante in al mijn platen, maar het resultaat is steeds anders. Melodium Rag was uitgepuurd en kaal, terwijl Elsewhere Bound volledig het tegenovergestelde is.”
enola: Vond je het belangrijk om in één keer op te nemen?
De Graeve: “Ja, dat hoort bij de geest van die muziek. We hebben de songs ook niet doodgerepeteerd, na drie repetities zijn we de studio ingetrokken. Er was dus nog genoeg spontaniteit en concentratie aanwezig bij iedereen. Als je alles uit elkaar haalt en apart opneemt, krijg je misschien ook een goede plaat, maar het zou helemaal anders klinken. Alhoewel ik pas achteraf beseft heb hoe spannend het allemaal was (lacht).”
enola: De kern van je songs blijft typisch Tiny Legs Tim, maar er zit wel een evolutie in.
De Graeve: “Het opzoeken van die evolutie is mijn drijfveer. Het houdt mij gaande, zowel als gitarist, als als zanger en songwriter. Ik vind het ook leuk om die evolutie toe te laten en geen vijf platen lang exact hetzelfde te doen. Maar ik leg mezelf dat niet op, er schiet iets in mijn kop en dan doe ik dat.”
enola: Je eigen leven is vaak de inspiratiebron voor je teksten. In hoeverre was dat nu ook het geval?
De Graeve: “Dat is nog altijd volledig zo. De plaat is een neerslag van een periode in mijn leven die zo’n twee jaar geleden begonnen is. Je begint te schrijven en dan komen die dingen eruit. En na een jaar keerde ik terug naar die nummers en probeerde ik de tegenslag om te buigen in iets positiefs. Dat is ook nu weer gelukt, want zonder dat hartzeer was de plaat er niet. Ik ben een singer-songwriter die blues en aanverwanten gebruikt als taal. Het is voor mij gemakkelijker om te schrijven over wat ik zelf meemaak. Ik schrijf wat ik voel, het heeft geen zin om dat weg te moffelen. Ik noem het bewust geen break-upplaat, maar als je de teksten analyseert, kan je niet anders dan tot de conclusie komen dat zoiets gebeurd is.”
enola: En toch probeer je er afstand van te nemen, zoals in “Nowhere my home”.
De Graeve: “Dat nummer is dan weer wat ouder dan de rest, maar inhoudelijk past het wel. Ik had het al eens opgenomen voor Stepping Up, maar ik was er niet tevreden over. Het was pas met dat arrangement van Tom dat het ineens wel klopte. De eenvoud en het desolate ervan passen bij de tekst.”
enola: Maar alles is oké nu?
De Graeve: “Ja hoor! Trouwens, ik heb vroeger ook nog nummers geschreven over serieuze dingen. Mijn teksten mogen dan wel autobiografisch zijn, het wordt al eens wat aangedikt of veranderd for the sake of the song. Zelf heb ik nu wel het gevoel dat dit mijn eerste plaat is die het bluesgevoel, of de miserie in de liefde, echt onder de loep neemt. Vroeger zat dat amper in mijn repertoire.”
“En wat “Nowhere my Home” betreft, dat gaat breder dan liefdesverdriet. Het is eerder geschreven vanuit een rusteloosheid, die ik nog altijd heb. Gelukkig is er op de plaat genoeg contrast tussen de teksten en de eerder feestelijke muziek. Zoals in “New Place”, daarvan kan je moeilijk zeggen dat het een depressief liefdesverdrietnummer is. Er was ook genoeg tijd verstreken, er zat twee jaar tussen het schrijven van de eerste nummers en de opnames. Wat maar best was, want op de eerste demo’s hoor je echt wel dat ik me niet goed voelde.”
enola: In “In the Morning” zing je : “I stay true to one woman, don’t drink no alcohol, but I’m a bluesman just the same, I know about rock-‘n-roll.” Merk je nog altijd vooroordelen ten opzichte van het niet drinken van alcohol?
De Graeve: “Ja, dat is er nog steeds. Ik leid geen geromantiseerd rock-‘n-roll leven, omdat ik gewoon niet mag en kan drinken, maar desalniettemin voel ik me muzikant, en voel ik me thuis in wat ik doe. Voor de mensen die daar een probleem van maken: dat lied is mijn antwoord.”
enola: Heb je zelf de productie gedaan?
De Graeve: “Dat is een samenwerking tussen mij en Frederik Segers. Ik ken hem al een tijdje, Stepping Up is in de Boma Studio opgenomen waar hij werkt. Hij heeft zich daar toen opgeworpen als technieker: hij is heel goed in het beoordelen van takes, hij gaat niet altijd voor het meest correct gespeelde. Zeker als je met veel mensen speelt, is het goed dat er iemand met kennis van zaken aan de zijkant meeluistert. Hij was echt goed in het on the spot goed vinden van takes, hij had het altijd bij het rechte eind. Nadien hebben we de plaat samen analoog gemixt.”
enola: Was dat analoge aspect belangrijk voor jou?
De Graeve: “Als het van mij had afgehangen, hadden we ook de opnames analoog gedaan. Ik heb er gewoon meer affiniteit mee, ik vind het een veel natuurlijkere manier van werken. Van in het begin wou ik de eindeloze mogelijkheden die je met de computer hebt beperken. Je hebt een paar takes, je kiest de beste en daar werk je mee verder. Ik zou zot worden bij te veel keuzes, eindeloos blijven doormalen is niet aan mij besteed. Toch niet op dit moment.”
enola: Een paar jaar geleden heb je je eigen label opgericht, was dat uit noodzaak?
De Graeve: “Mijn eerste plaat heb ik in eigen beheer uitgebracht, hoewel er een label geïnteresseerd was. Maar die deal was zo slecht, dat ik ervoor bedankt heb. Bij de tweede plaat had een ander label interesse, maar die deal was ook niet zo bijzonder, dus heb ik het maar opnieuw alleen gedaan. Ik wou bovendien iets doen met de “Tiger Tapes” van Little Jimmy en met Paul Couter, en mijn derde plaat kwam er zelf ook aan, dus dacht ik: ik start een eigen label. Ondertussen heb ik ook al 2 platen van Steven Troch uitgebracht, en onlangs nog “Lester’s Blues”. Ik wil het wel kleinschalig houden: ik bepaal wat ik uitbreng, en op welke manier. Ik kan niet eindeloos investeren en cd’s laten persen, en ook nog promotie voeren, dus ik heb met iedereen bepaalde afspraken. De nieuwe plaat van Little Jimmy, die uitkomt op 15 maart, heb ik wel zelf geproducet. Ik hoop dat ik hem er nog eens mee in de spotlights kan plaatsen, want hij is een uniek figuur in onze Belgische muziekgeschiedenis en hij is totaal ondergewaardeerd.”
enola: Ondertussen ben je wel iets bekender in het milieu. Heb je het gevoel dat er meer naar je geluisterd wordt?
De Graeve: “Dat is een moeilijke vraag. Dat weet ik eigenlijk niet. Het is wel leuk om te merken dat er interesse is in mijn muziek, ook van niet blues- en rootsmedia. De aandacht die ik op Radio 1 krijg, is wel degelijk een bevestiging dat er een waarde aan mijn muziek toegekend wordt die een bredere kern van muziekliefhebbers aanspreekt. En dat is natuurlijk heel tof. Ik besef wel dat dat niet iedereen gegund is, dus ik ben daar heel erg blij mee. De erkenning voor mijn muziek is tof, en met iedere plaat groeit die ook.”
enola: The sky is the limit?
De Graeve: “Goh, ik verwacht met iedere plaat wel iets meer. Ik vind die evolutie tof en blijf iedere keer hard werken om het nog beter te doen: van songs schrijven tot opnemen. In die zin was dit een ambitieus project. We hebben ook een videoclip gemaakt, en er volgt er nog een. Het heeft me nu al meer geld gekost dan al mijn vorige platen. Ik heb wel een zekere drang naar perfectie, ik wou het nog gestroomlijnder laten verlopen dan vroeger. Dat heb ik ook nodig. Maar voor de rest: ik ben echt content met de plaat, ik kijk er enorm naar uit om ze live te brengen. Al realiseer ik me dat het niet vanzelfsprekend zal zijn om veel te spelen met de volledige band, want het is een dure productie, die niet voor elke club geschikt is. Commercieel gezien is het geen evidente keuze, het was meer een artistieke noodzaak. Ik had gewoon goesting om dit te doen. Misschien zal ik het mij nog beklagen, we zien wel. We gaan nu zes optredens doen, en in de zomer en in het najaar proberen we in culturele centra te spelen. Daarna zien we wel weer, we zijn dan een jaar verder, wie weet wat ik dan van plan ben.”